Honda CB750, de allereerste superbike

1969, Jim Morrison, Janis Joplin en Jimi Hendrix zijn nog springlevend, de Concorde maakt zijn eerste testvlucht en John Lennon en Yoko Ono houden hun 'Bed-in' in het Amsterdamse Hilton. En de motorindustrie? Die zit in een dipje, de vaart is eruit. De 'Golden Sixties' vol vernieuwingen en omwentelingen lijken volledig aan de motorfietsen te zijn voorbijgegaan. Maar daar wil men bij Honda wat aan doen…

 

Tekst: Geert Huylebroeck – Foto’s: Geert Huylebroeck, Archief

 

Een BMW uit 1965 zag er net hetzelfde uit als eentje uit 1955. De /5-serie zat eraan te komen, maar een echte superbike zat daar niet meteen tussen. Bij MV Agusta was men van plan om een viercilinder te bouwen à la de Agostini-racer, maar toen in 1967 de MV 600 4C verscheen was meteen duidelijk dat dit niet het verhoopte succes zou worden. Bij de Britse motoren viel er ook al niet veel nieuws te rapen; men borduurde rustig voort op de successen van weleer. Alleen bij Honda was het alsof er een wesp in het researchbureau huisde. Ze brachten de ene vernieuwing na de andere uit, en met succes. In 1959 verkochten ze in de VS hun eerste motorfiets, in 1968 stond de teller er al op 1 miljoen. Niet verwonderlijk dus dat die markt voor hen centraal stond bij de ontwikkeling van hun vernieuwende modellen. Toen Honda’s hoofdingenieur Kiyoshi Kawashima zich ermee ging bemoeien ging het plots hard. Hij had ervaring met de RC 141 fabrieksracer voor de De Isle of Man TT en wilde een gelijkaardige productiemotor. Dat zou, in 1959, de CB92 Benly Super Sport worden. Met een vermogen van 15 pk niet echt een superbike, maar de machine draaide daarbij 15.000 opm en dat kon je alleen voor elkaar krijgen als je over de gepaste technologie beschikte. Het waren allemaal viertakten trouwens, want Soichiro Honda was een fervente anti-tweetaktman. Ooit zei hij: 'What will happen to our streams, lakes and rivers if all that exhaust gas mixed with oil gets pumped into the water? I don’t care if everyone else is making two-strokes, Honda has to make four strokes.” Anuna zou het gegarandeerd eens zijn met het eerste zinnetje, met de rest van de filosofie waarschijnlijk iets minder.

 

Ondertussen was er ook al een opvolger, de CB72, een 305 cc. Maar halfweg de jaren zestig verscheen dan met de CB450 Black Bomber een eerste zware machine op de markt. Het blok leverde 'slechts' 44 pk maar dat waren er meer dan de zwaardere Engelse twins uit die tijd. De Bomber haalde een top van 166 km/u en de machine was technisch veel moderner dan alles wat toen op de markt was. Of wat dacht je van een dubbele bovenliggende nokkenas en kleppen zonder de klassieke klepveren, maar op torsieassen? Het was Honda's eerste grote mijlpaal en hun visitekaartje voor de klasse van de 'grote jongens'.

 

Nothing beats cubic inch

 

Het zelfbewustzijn droop destijds van de Honda-reclame.

In de VS waren ze echter nog steeds niet overtuigd, want CB450 was 'maar' een 450cc-er en 'nothing beats cubic inches” zoals ze daar plegen te zeggen. Dus moest men ook bij Honda aan de slag, wou men serieus de concurrentie met Harley (in de VS) en BMW (in Europa) aangaan. In het grootste geheim werkte men aan een machine die zou inslaan als een bom. Het moest niet gewoon een motorfiets worden, maar een fenomeen. In oktober 1968 was het zover: de CB750 stond te pronken op de Tokyo Motor Show. De persfotografen vertrappelden elkaar en de concurrentie besefte dat ze in de problemen zaten. Bij BMW, dat net z'n nieuwe /5-serie had uitgebracht, begreep men meteen dat ze op achterstand waren gezet. De Engelsen zagen niet in hoe ze hun twins konden laten concurreren met deze Japanner en de Italianen vroegen zich af hoe ze ooit een viercilinder in hun V-twin-frames moesten huisvesten. Enkel bij MV Agusta zat er nog wat weerwerk in. Daar lag de 750 op de tekentafel, al kon je die niet echt beschouwen als een massaproduct; het was het een hebbeding, ontstaan in het kasteel van graaf Agusta en bedoeld voor de happy few. De 750 zou uiteindelijk aangeboden worden aan een prijs die drie keer zo hoog lag als die van de Honda CB750. Nee, bij Honda was het menens, dit moest de nieuwe standaard worden. Vanaf nu zou men spreken over motoren die vóór en die ná de CB750 waren ontworpen. Dit was een motor die betrouwbaar en qua prijs bereikbaar was voor iedereen en die zowel sportief als tour kon worden bereden. Het woord 'superbike' viel voor het eerst.

 

De volledige versie van deze reportage lees je in Motoren & Toerisme 4/2019 die nu in de winkel ligt. 

Geschreven op 29 augustus 2019
© Motoren & Toerisme