Rij-indruk: Honda NT1100

Bij de aankondiging van de NT1100 een tijdje geleden, kon ik een zucht van opluchting maar net onderdrukken. Eindelijk was er nog eens een belangrijke constructeur die een echte reismotor lanceerde die niet op hoge poten staat. De allroads hebben de groottoeristen immers volledig in de verdrukking gebracht. Komt daar nu verandering in?

Na dat aanvankelijk enthousiasme, verdween de adrenaline echter snel, want op papier kan je de NT1100 moeilijk revolutionair noemen en ook het design doet het hart niet echt sneller slaan. De reden daarvoor is dat de reismotor wel heel veel kenmerken met de allroad uit eigen huis deelt. Het blok en het frame zijn quasi identiek aan de Africa Twin. Datzelfde blok huist bovendien ook nog eens in een cruiser uit eigen huis. Het is slim om platformen te delen en de kosten binnen de perken te houden, maar verdient een ambitieuze machine om mee te reizen en te forenzen niet wat meer eigenheid?

Sweet spot

Over het blok hebben we in al z’n verschijningsvormen nooit echt klachten gehad. Het is een evenwichtige, net voldoende krachtige en betrouwbare paralleltwin. En dat blijkt hij ook vanaf de eerste meters in het zadel van de NT1100 te zijn. Vanaf 5.000 toeren gaat het echt flink vooruit en de krachtsontwikkeling vindt net de ‘sweet spot’ tussen enigszins saai en wervelend. Sportieve zielen zullen wat op hun honger blijven, maar voor dagelijks gebruik en om lange reizen te maken voldoen de 102 pk en 104 Nm zeker. Toegegeven, het wordt nooit een trillingsvrije vierpitter zoals bijvoorbeeld de Pan ooit was. Zeker in lagere toeren voel je wel aardig wat vibraties, maar echt storen doet het nooit. Je zou zelfs kunnen argumenteren dat de tweecilinder-roffel wat leven in de brouwerij brengt en de boel wat opleukt. Al zullen adepten van de forensfavoriet Deauville, waar Honda met dit model ook wel op mikt, daar ongetwijfeld anders over denken. Als de ingenieurs van een leeg blad papier waren vertrokken zouden ze misschien andere keuzes maken, maar het platform voldoet in de praktijk dus wel voor z’n doel.   

Ander gevoel

Die rationele keuzes zien we ook op het gebied van het frame. Dat is min of meer dat van de Africa Twin met kortere benen en kleinere wielen. Die keuze is daarbij radicaal in deze tijden van semi-actieve veerelementen waar de meeste concurrenten voor kiezen. Bij de NT1100 kan je enkel de veervoorspanning aanpassen in functie van de belading. Dat oogt wat schraal, maar in de praktijk kom je met een goed stel klassieke veren ook echt wel overal en zelfs in alle comfort.

We konden door de winterse omstandigheden de voorbije dagen bezwaarlijk extreme hellingshoeken opzoeken, maar de NT deed zich in alle omstandigheden opmerken als een snel en vertrouwenwekkend stuurijzer. Hij gaat perfect neutraal de bocht in en komt er ook zo uit. Kasseien worden meer dan voldoende weggefilterd en ook een enthousiast genomen verkeersdrempel vormt geen probleem. Het frame is een toonbeeld van strakheid en de kleinere wielmaat met de prima Metzeler Roadtec 01's errond, zorgt er voor dat hij toch een stuk sneller en neutraler stuurt dan de broers met 21-duimers en meer duikgedrag. Dat bewijst dat je op een gelijkaardig platform toch een heel ander gevoel en gedrag kan creëren, en zo krijgt de NT1100 toch voldoende eigenheid.

16 knopjes

Die eigenheid mis ik dan weer wel een beetje in het design. De snuit kan je met wat goede wil nog origineel noemen, maar heel veel hoofden doet de NT1100 niet draaien. Dat lijkt echter ook een bewuste keuze, want de ontwikkelaars van Honda moeten toch weten dat je met de kleurkeuze wit, grijs en zwart resoluut gaat voor de eerder behoudsgezinde rijders. De bouwkwaliteit en afwerking staan zoals steeds bij Honda op hoog niveau, maar dat wil niet zeggen dat je er wild van wordt.

De cockpit onderstreept dat nog meer. In het zadel ben je omgeven door heel veel plastic en alles oogt wat plomp. Met als blikvanger de gigantische knoppenwinkel op de linker stuurhelft, die maar liefst 16(!) knopjes herbergt, waarvan sommige zelfs met een dubbele functie. Jammer genoeg zijn die knopjes ook niet verlicht, wat er bij het ophalen van de testmotor in het donker voor zorgde dat we aanvankelijk onze weg echt niet vonden. Dat is een voordeel van testen in de winter, want dat soort zaken storen natuurlijk niet tijdens lange zomerritten. Een letterlijk lichtpunt in dit geheel is het heel fraaie, heldere en daardoor goed afleesbare TFT dashboard, dat de nieuwste technische snufjes herbergt, waaronder Android Auto en Apple Car Play.

Honda NT1100
Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder lijnmotor viertakt
CI: 1084 cc
Rijklaar gewicht: 238 | 248 (DCT)kg
Vanaf: € 13.999,00

In het meer analoge spectrum bevalt het windscherm dat je manueel in vier trappen maar wel over een ruime afstand kan verstellen. We reden door weer en wind, en dat zijn de ideale omstandigheden voor dit testwerk. De NT verdient op dat gebied een onderscheiding, want met een minimale hoeveelheid plastic bereikt Honda hier een maximaal resultaat. De hele zithouding voelt perfect aan en met dat scherm in de hoogste stand zit je in een aangename, windstille cocon. De handig in te stellen standaard handvatverwarming is in deze tijden een godsgeschenk. Handkappen zouden dat misschien nog verder verfijnen, maar dat past visueel niet echt op dit type motorfiets.

Prima voorstel

Honda heeft dus een duidelijke keuze gemaakt met deze NT1100, en dat verdient lof. Technisch is de grootmacht ongetwijfeld in staat om ook op de NT actieve vering en adaptieve cruise control te voorzien, maar dat drijft het prijskaartje, zoals je bij de concurrenten kan zien, erg hoog op. Honda kiest voor de zaken die onmisbaar zien voor een rationele veelrijder. Standaard krijg je zijkoffers, handvatverwarming, een middenbok, top windscherm, 'gewone' cruise control, TFT-scherm en een perfecte zithouding. In samenwerking met voldoende kracht, prima remmen en vlot, neutraal stuurgedrag levert dat een heel uitgebalanceerd pakket. Voor een totaalprijs van net geen 14.000 euro is dat een prima voorstel.

Tekst: Tom Vander Sande - Foto's: Bob Van Mol

In de februari-editie van M&T brengen we een uitgebreider verslag waarin we dieper ingaan op het DCT, de digitale snufjes en hoe de NT zich tegenover z’n concurrenten verhoudt.

Geschreven op 1 december 2021
© Motoren & Toerisme