Langeduurtest Ducati Multistrada V2 S: Fraai forenzen (deel 1/3)

De Multistrada V2 S is natuurlijk in de eerste plaats een erg stijlvolle reismotor met een potent blok en strak stuurgedrag. Een sportmotor op hoge poten uit de hogere middenklasse. Dat merk je ook aan zijn pittige prijskaartje. Maar de Italiaan kan heel wat meer dan reislustig paraderen.

Door zijn ranke bouw en hoge zitpositie is de Duc namelijk van nature ook erg geschikt voor dagelijkse trajecten in en rond de stad. Het relatief lage gewicht en het erg kwieke stuurgedrag zijn bovendien ook troeven in de urban jungle. We hebben het potente blok en de bovengemiddelde windbescherming al eerder toegejuicht, en dat zijn factoren die ook bij dagelijks gebruik op mijn enthousiasme kunnen rekenen. Het is erg comfortabel toeven in het zadel van de ‘kleine’ Multi en ik nam hem de voorbije weken dan ook graag mee op pad in de driehoek Antwerpen-Brussel-Gent. De design-hoogpoter laat zich uitzonderlijk lichtvoetig doorheen de file mennen, en dankzij de hoge veerwegen kan je al eens een borduur of drempeltje achter de kiezen steken. Niet dat we dat soort gedrag aanmoedigen, maar het kan de dagelijkse reis wel gevoelig inkorten als de koekblikken hardnekkig weigeren plaats te maken.

Peentjes

Schakelen is met de fijnbesnaarde quickshifter, die ongeacht de gasstand altijd goed werkt, een fluitje van een cent. Daarnaast heb je ook voldoende koppel voorhanden om het meeste stadswerk in z’n tweede of eventueel derde af te werken. Het rijwielgedeelte van de Duc is ook prima in balans, waardoor echt stapvoetse manoeuvres eenvoudig verlopen. Surplacen voor een rood licht of aan wandelsnelheid door een file laveren zijn kinderspel, zeker als je de Urban Mode inschakelt, al was dat zelfs zelden nodig. Het nieuw ontwikkelde blok van deze V2 S heeft variabele kleptiming en een groter vliegwiel, waardoor hij ook bij lage toeren verrassend soepel rijdt voor een grote, Italiaanse V-twin. Wie pakweg tien jaar geleden met een voorloper van dat blok door de file moest, zweette peentjes. Nu gebeurt dat enkel als je lang moet wachten voor een stoplicht of toch ingesloten bent, een vet blok zoals dit blijft immers wel wat warmte produceren, en zonder rijwind geraakt die echt niet weg. Al was ook dat vroeger vele malen erger en in de winter kan het zelfs een voordeel zijn.

Nog heel wat rek

Als je toch nog wil variëren met de rijmodi, gaat dat na een tijdje ook bijna blindelings dankzij de ‘designated’ knop op de linker stuurhelft. Zonder die knop zou dat wel moeilijker zijn, want navigeren in het onderliggende menu is met de verschillende knoppen en joystick niet super intuïtief. Het was ooit nog veel erger bij de Multi (de eerste V4 had een handleiding van 100 pagina’s voor de interface), maar andere merken bieden toch nog wat eenvoudigere systemen. Al bij al blijven de infotainment mogelijkheden ook heel erg beperkt. Meer dan oproepen opnemen en wat beperkt door je playlist scrollen is er immers niet bij. Met je smartphone in een houder kan je natuurlijk ook heel wat, maar het kan in deze prijsklasse toch niet zo moeilijk zijn om Android Auto op Apple CarPlay te integreren in het kleine scherm. Zeker als je in de winter dikke handschoenen draagt is het onmogelijk om Waze, of andere handige apps om files te ontwijken en pakkemannen te spotten, te bedienen. Er zit dus nog heel wat rek op de mogelijkheden in dat departement.

Vorm of functie?

Een eventuele topcase is natuurlijk een visuele smet op de ranke lijn van de Italiaan, maar het is wel de meest praktische manier om je werkmateriaal veilig mee te nemen op de dagelijkse tocht. En als je de Multi wil inzetten als dagelijks werkpaard is dat natuurlijk toch wel een vereiste. Op dat gebied hebben natuurlijk enkel scooters met ruimte onder het zadel een echt streepje voor. Al kan ik mij indenken dat het bij een Multi nog meer pijn doet om zo’n bakbeest achter je zadel te monteren, dan bij pakweg een Honda NX500.

Daarnaast zijn er nog wat kleine onhebbelijkheden. Zo lijkt de batterij af-fabriek verbazend zwak en heeft de startmotor bij elk vertrek schijnbaar wat moeite om de vette twin in gang te trekken (er zijn nog Ducati-modellen die daar last van hebben). Daarom greep ik al snel naar de druppellader om onheil te vermijden. Om designredenen zit de batterij merkwaardig genoeg verstopt achter het balhoofd en is het een stuk moeilijker ze te bereiken dan bij een klassieke positie onder het zadel. Een detail, maar het bewijst dat schoonheid bij de Italianen soms voor functionaliteit komt.

Zon in je hoofd

Kortom, met een aantal eenvoudige upgrades is deze Multi een zeer goede en opvallende forens. Een topkoffer en handvatverwarming zou ik er nog graag bij hebben, maar voor het overige was onze woon-werkrelatie van topniveau. Het feit dat je aan boord van de Multi ook nog vaak jaloerse blikken toegeworpen krijgt, maakt het plaatje helemaal af. Zelfs op Belgische herfstdagen gaat de zon in je hoofd altijd wat feller schijnen met deze Italiaan. Dat daar een kostenplaatje aan vasthangt weten we natuurlijk ook al wel, dat is helaas een conditio sine qua non in het land van de laars.

Voor het tweede deel van deze langeduurtest neemt reporter Charly de sportieve eigenschappen van de Multistrada V2 S onder de loep. Later onderzoekt Maarten het reiscomfort van de Italiaan op een 1.000 kilometer lange aller-retour naar Parijs. Hou onze website in het oog voor deze vervolgverhalen!

 

Tekst: Tom Vander Sande

Foto’s: Charly de Kinderen

Geschreven op 8 oktober 2025
© Motoren & Toerisme