Retro-Sport: De Serie 250 - Tweetakt racen om te leren!

Met 29 of meer andere jonge wolven aan de start staan en dat op aan elkaar gewaagde 250 cc tweetakt straatmotoren. Het bleek in de jaren ’90 en vroege jaren 2000 een verplicht overgangsritueel voor menig ambitieuze wegracer. De formule zorgde, onder gelijk welke noemer voor spektakel. Bovendien deden de merken als Aprilia en Kawasaki en hun partners, tuk op het sportieve imago dat in deze klasse op je motorfiets en accessoires afstraalde, met plezier hun duit in het zakje.

Tekst: BJ

Foto's: www.bikesnplanes.be/Guy Thonus, archief MotorWeek en TheCouchRacer archives

Knokken om hogerop te komen

Aan het begin van de jaren ’90 zit het BK Snelheid flink in de lift. De Belgische Motorrijdersbond roept vanaf 1990 de Promo 125 en Promo 250 in het leven. Dit zijn beide tweetakt-klassen voor rijders met een Junior-licentie. In die dagen bestaan er nog drie soorten wegracelicenties in België te weten: Junior, Nationaal en Inter(nationaal). Deze laatste heb je nodig wil je buitenlandse wedstrijden rijden of als je je richting EK of GP’s wil oriënteren. Die laatste ambitie wordt vanaf 1992, met de komst van Dorna als promotor van het WK Wegrace (GP’s) voor Belgische rijders meer en meer een utopie.

Aan het begin van de jaren '90 strijden de Kawasaki's en Suzuki's om de eer in de Promo 250-klasse. Hier zijn Benny Van Haverbeke (3) en Dirk Spriet met elkaar in duel op het circuit van Hoei.

De jonge, ambitieuze rijders die in eigen land (dus het BK Snelheid) hogerop willen, moeten daarvoor punten verzamelen in de Promo-klassen of in één van de twee Junior-klassen: Supersport Junior of Silhouette Junior (een soort van superstock-klasse avant la lettre). Voor de meeste rijders liggen de tweetakt promo-klassen het meest voor de hand. In de Promo-klasse 125 kan je dan nog steeds in één van de twee merkencups, de Aprilia Cup of de Honda NSR 125 Cup aan de slag. In de Promo 250 gaat de Kawa Cup (met Kawasaki KR-1’s) z’n tweede jaargang in.

De Kawasaki KR1 S is begin jaren '90 één van de weinige sportieve tweetakt motorfietsen op de markt.

Dé Kawa Cup!

Die  Kawasaki KR-1 (vanaf 1990 KR-1S) is een machine die zich uitstekend leent tot deze klasse. De paralleltwin aangedreven KR-1 is dan al een beetje de vreemde eend in de Kawasaki line-up. Met een (standaard) drooggewicht van 123 kg, gekoppeld aan een piekvermogen (aan de krukas) van iets meer dan 60 pk is de Kawasaki best een pittig machientje. Omwille van de Kawa Cup, die van 1989 tot en met 1994 georganiseerd zal worden, blijft de KR-1 (S) jarenlang dé referentie in de Promo 250. Importeur Vigoni en Goegebeur kunnen voor de prijzenpot van hun cup rekenen op de steun van sponsors als Johnson, Castrol en Intercuir.

 

Nog meer actie vanop de Quai de Namur in Huy. Ook Werner Daemen, hier met nummer 23 één van de snelstarters, leerde de stiel in de Kawasaki Cup.

Slechts een beperkt aantal rijders, opteert voor Suzuki’s RGV 250.  Alhoewel de Suzuki op papier iets verfijnder en moderner is, zal de Kawasaki tot en met 1994 over de klasse blijven heersen. Anders dan hun collega’s van Kawasaki ziet men in Kontich, bij Suzuki-importeur Moorkens, nooit het nut van een merkencup rond de RGV 250 in. 

 

Voor de Max Biaggi-adepten

Vanaf 1995 verschijnt de Aprilia RS 250 – die ironisch genoeg door hetzelfde v-twin blok als de RGV 250 wordt aangedreven -  op het strijdtoneel.  Dat maakt dat er nu drie merken meespelen in de Promo 250. Kawasaki-importeur Goegebeur en Vigoni richt z’n pijlen nu volop op de Serie 400 en dus is er voor de aanstormende wegrace-talenten geen echte ‘incentive’ meer om nog voor een KR-1 te kiezen.

Voor de reclamecampagne rond de RS 250 pakte Aprilia met 250 cc GP-fabrieksrijder Max Biaggi uit!

Aprilia importeur RAD  neemt de fakkel over en organiseert de Aprilia Cup voor RS 250’s in het kader van de Promo 250-klasse. Eén jaar later verandert de BMB de naam van de klasse in Serie 250 en dat om het productie-element van de motorfietsen in kwestie te benadrukken. Het wordt ook het jaar waarin de Aprilia RS 250 definitief doorbreekt als hét wapen waarmee je in deze klasse je mannetje kan staan.

Smaakmaker Legrelle

Een jonge Sébastien Legrelle ontpopt zich  in 1996 tot de absolute heerser én smaakmaker in de Aprilia Challenge. In de 13 races die hij dat jaar in de Serie 250 bestrijdt, wint hij er 9, wordt hij driemaal tweede en slechts eenmaal moet hij tevreden zijn met de 3e plaats. Van dominantie gesproken. Nadat Legrelle zich begin juli tijdens de wedstrijd in Tournai verzekerd heeft van de titel in zowel de Serie 250 als de Aprilia Cup, laat hij de twee resterende wedstrijden (Gedinne en Mettet) schieten.

Van alle Serie (en Promo) 250-laureaten stak Sébastien Legrelle - hier met nummer 39 - er het verst boven uit. Legrelle zou het later zelfs tot in de 500 cc schoppen!

Dat Legrelle niet alleen qua rijden met kop en schouders boven de rest van het peloton uitsteekt wordt begin juni duidelijk in Oostende. Een week eerder heeft de Moto Patrick-rijder in Chimay zijn pols geblesseerd nadat Christian Rouxhet hem torpedeerde in de laatste bocht van de Monobike-race. Toch staat Legrelle de zondag daarop aan de start in de GP van de Noordzee. De Serie 250 gaat er als voorlaatste klasse – top of the bill eigenlijk – van start. Na een incidentrijke race met ondermeer een herstart vanwege een crash wordt Legrelle na een bloedstollend slipstream duel over de 900 meter lange Hendrik Baelskade, geklopt door Schriekenaar Wim Dieltjens. Dieltjens wordt na afloop vijf plaatsen teruggezet waardoor Legrelle alsnog de volle buit aan BK-punten binnen rijft. Pour la petite histoire:  nog even preciseren dat Legrelle eerder op de dag ook al de Monobike op z’n naam had geschreven.

Aprilia’s sant in eigen land

Eind jaren '90 zou de Serie 250 defacto uitgroeien tot een pure Aprilia-klasse. Hier raast het Serie 250-peloton voorbij Fort Napoleon aan de achterzijde van het Vuurtorenwijk-circuit in Oostende.

In de daaropvolgende jaren wordt de Serie 250 meer en meer synoniem met de Aprilia Cup, of beter gezegd Aprilia Challenge, zoals Aprilia-importeur RAD vanaf  1997 z’n merkenbeker noemt. De RS 250 Challenge blijft behouden tot en met 2002. Ondertussen heeft RAD ook al een Challenge voor het kleine broertje van de RS 250, de RS 125. Sommige rijders zoals Roger Van Hecke (in 2000) en Sébastien Tronçon (in 2002) slagen er zelfs in om de titel in beide klassen te pakken. De Aprilia RS 250 heeft dan al jarenlang geen concurrentie meer. De laatste Kawa’s en Suzuki’s zijn eind jaren ’80 uit de klasse verdwenen. Na het seizoen 2003 valt het doek finaal voor de Serie 250-klasse.

 

Kampioenen Promo 250:

1990:  Bernd Scheiff 

1991: Vincent Jouret

1992:  Patrick Régimont

1993: Thierry Verkenne

1994: Philippe Yven

1995: Jean-Claude Hambuckers

Kampioenen Serie 250:

1996: Sébastien Legrelle

1997: Michael Geys

1998: David Drieghe

1999: Jimmy Hannon

2000: Roger Van Hecke

2001: Gregory Fastré

2002: Sébastien Tronçon

2003: Denis Hallet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lees  ook ons interview met David Drieghe, Belgisch kampioen Serie 250 en Aprilia Challenge-winnaar in 1998, net als onze retro-test van de Aprilia RS 250.

Geschreven op 21 april 2020
© Motoren & Toerisme