The Couch Racer: De Alleskunner

De Vlaamse sportmedia waren de afgelopen weken lyrisch over de (ex-)veldrijders die het mooie weer maakten in het Wegwielrennen. En het dient gezegd dat het Zdenek Stybar, Julian Alaphilippe, Wout Van Aert én vooral Mathieu van der Poel waren die de voorjaarsklassiekers kruidden. Van der Poel komt niet in één of twee disciplines uit, maar wel in drie. Hij rijdt namelijk ook niet onverdienstelijk mee in de Wereldbeker Mountainbike. Maar dit is uiteraard een motorsportcolumn en dus moeten we het hebben over een veelzijdig motorsporter. In mijn ogen is de enige die dat in moderne tijden echt was: Jean-Michel Bayle.

De Fransman begint z’n carrière, tijdens de vroege jaren ’80, in de Franse Mini-Verte-wedstrijden, een competitie voor jonge motorcrossers. Vier jaar na z’n eerste titel en enkele dagen na z’n zeventiende verjaardag maakt Bayle (op een Kawasaki KX125) z’n GP-debuut in de Franse 125cc GP in Castelnau-de-Levis. Hij scoort met een 11e en een 5e plaats in de manches meteen punten. Door blessures komt Bayle in 1986 niet verder dan een 23e plaats in het WK 125cc.

Toch ziet men bij Honda France potentieel in Bayle. En het volgende jaar zitten Jean-Michel, en z’n oudere broer Christian, dan ook op rode motoren. 1987 wordt het jaar van de ontbolstering voor Bayle, hij domineert het Franse kampioenschap 125 en wordt derde in de eindstand van het WK 125. Alleen de Nederlanders John van den Berk en Dave Strijbos doen beter dan Bayle. Bovendien heeft hij dan ook al een nieuwe discipline ontdekt: de Supercross. Bayle domineert de eerste editie van het Franse Supercross-kampioenschap in de 250cc klasse. Frankrijk is dan het enige Europese land dat een serieus Supercross-kampioenschap heeft. Vanaf 1988 gaat het crescendo met de carrière van Jean-Michel Bayle. Hij klopt Dave Strijbos (Cagiva) in de strijd om het WK 125cc, maar zit dan al met z’n gedachten in de Verenigde Staten. Begin 1989 reist Bayle af om enkele wedstrijden van het AMA 250 Supercross-kampioenschap te rijden.

Bayle rijdt met de steun van Pro Circuit de zeven eerste ronden van het AMA Supercross-kampioenschap. Het wordt vooral een leerjaar, al staat hij na de SX van Miami wel op het podium (2e na Ricky Johnson). Na het Amerikaanse voorjaar stort Bayle zich terug op de GP’s, dit keer bij de kwartliters. Ondanks een armbreuk, net voor het GP-seizoen, waardoor hij de eerste GP geen punten zal scoren wordt Bayle toch wereldkampioen. Eind augustus verzilvert hij z’n tweede wereldkroon tijdens de Belgische GP in het grensdorpje Angreau. Daarna rijdt hij in de VS nog de laatste vier ronden van het Amerikaanse 500-kampioenschap. Op dat ogenblik is hij door (Belg) en American Honda-teammanager Roger De Coster al ingelijfd als officieel rijder.

Vanaf 1990 gaat Jean-Michel voltijds naar de Verenigde Staten. Hij wint vijf 250 SX-wedstrijden en wordt vice-kampioen in de discipline. In het Motocross-kampioenschap wordt hij 4e in de 125cc-klasse. Het gloriejaar wordt 1991 waarin Bayle naast het Supercross-kampioenschap, ook de 250cc en 500cc Motocross-titels pakt.  In de zomer van 1991 duiken ook de eerste foto’s op van Bayle, die op een Honda CBR600F, rondjes draait op het circuit van Willow Springs.

1992 wordt een belangrijk jaar voor Bayle. Enerzijds omdat het z’n laatste seizoen als (fulltime) motorcrosser is, anderzijds omdat hij z’n Wegrace-debuut maakt. Dat doe hij op een Honda RS250 tijdens de GP van Frankrijk op het circuit van Magny-Cours. Hij wordt 24e, maar het feit dat hij op z’n 23 alsnog in de Wegrace GP’s raakt, mag een half mirakel heten. Tussendoor neemt hij nog op gepaste wijze afscheid van het Franse crosspubliek met zeges in de SX van het Parc des Princes en later op het jaar ook in Bercy. Bovendien domineert Bayle de Guidon d’Or, Frankrijks antwoord op de Superbiker van Mettet, op een bruut van een HRC CR500!

Een jaar later begint Bayle aan z’n echte ‘rookie season’, samen met teambaas Didier de Radigues. De Fransman gooit geen hoge ogen en na het seizoen scheiden Bayle en de Radigues’ wegen. Bayle trekt naar het Chesterfield Aprilia-fabrieksteam waar hij tot een subtopper in de kwartliterklasse uitgroeit. 1994 zal uiteindelijk z’n beste GP-seizoen worden want hij wordt uiteindelijk 8e in de WK-eindstand.

Bayle wil naar de 500cc en het is daar dat hij in 1996 bij het Yamaha-fabrieksteam van Wayne Rainey terechtkomt. Publicitair is de transfert ‘een coup’ en de resultaten gaan de goede richting op. Bayle haalt veel top-10 plaatsen en komt ook af en toe in de buurt van het podium. Bovendien verovert hij tweemaal een pole-positie. Onder impuls van sponsor Phillip Morris komt hij een jaar later in het Modenas-team van Kenny Roberts terecht. De driecilinder blijkt echter nog verre van ontwikkeld te zijn. Daarna komt de klad erin bij Bayle. Z’n GP-carrière mindert vaart en voor 1998 en 1999 moet hij tevreden zijn met invalbeurten. Bayle richt zich daarna op, de vanuit Frans perspectief belangrijke, Endurance-racerij en slaagt er in om zowel de 24 Heures du Mans als de Bol d’Or te winnen. Daarna maakte Bayle nog cameo’s in het Frans Enduro- en Trial-kampioenschap.

Wie even mee heeft geteld ziet dat Jean-Michel Bayle op z’n minst zeven motorsportdisciplines competitief heeft bedreven. Bovendien heeft hij ook in zowel in de Motorcross, Supercross, Supermoto als in de Endurance belangrijke wedstrijden gewonnen.

Dat Bayle nooit het podium haalde in een Wegrace GP is weliswaar een lacune in z’n erg lange palmares, maar wie weet hoe z’n GP-carrière verlopen zou zijn mocht hij een jaar eerder z’n debuut gemaakt hebben?

 

Texte: Ze Couch Raceur

Photo's: Archives Moto's & Tourisme

 

 

Geschreven op 18 april 2019
© Motoren & Toerisme