Toerverhaal: Op zoek naar de oerkroeg

Menig motard houdt graag even halt bij een bruin café tijdens een motorritje. Toegegeven, pittige biertjes en motorrijden gaan moeilijk samen. Gelukkig zijn er vandaag de dag genoeg alcoholvrije alternatieven op de markt. Dus sprongen wij op de motor en gingen op zoek naar de ultieme 'oerkroeg' waar huiselijkheid hoogtij viert en de drankprijzen laag zijn.

Een nazomerse maandag is niet de meest geschikte dag om cafés te verkennen. Vele hebben nog naweeën van het weekend en blijven op maandag gesloten. Eerste dilemma was de keuze. De bruine kroeg mag dan een met uitsterven bedreigd fenomeen zijn, Vlaanderen telt nog altijd een rijk aanbod aan ouderwetse cafés, met een zeer grote concentratie in de Westhoek. We willen zo’n beetje de ‘oerkroeg’ ontdekken, waar de tijd is blijven stilstaan en het publiek lijkt te bestaan uit klanten die al honderd jaar op dezelfde stoel zitten. En we willen liefst ook cafés ontdekken met weinig naambekendheid.

Paard op café

Die ‘filters’ brengen ons voor de eerste stop naar het centrum van Antwerpen. In de vroege ochtend wordt ons wat bewolking beloofd waaruit ‘een zeldzame spetter’ kan vallen. Maar dat blijkt een understatement. Na enkele kilometers worden we gedwongen aan de kant te gaan en de regenjack over te trekken. Bij het naderen van de sinjorenstad glanst de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal gelukkig onder een mager zonnetje. Dylan Moorthamer staat ons buiten op te wachten op de stoep van zijn café ‘In De Stad Aalst’. Het is nog vroeg, de zaak is nog gesloten, en dat geeft ons een ruime inkijk in de kleine gelagzaal. Het interieur lijkt ons een eeuw terug in de tijd te voeren. Houten banken aan de zijkant en ontelbare oude fotokadertjes. De naam verbaast ons. Hoe komt de naam ‘Aalst’ in godsnaam in het centrum van Antwerpen terecht? “Dat gaat terug tot begin 20ste eeuw”, legt Dylan uit. “Het café was een verzamelplaats voor de Aalstenaars die in Antwerpen werkten. De postkoetsen stopten hier om alle post voor alle Aalstenaars af te leveren. Tegelijk konden de paarden van de postkoetsen hier ook eten in het café.“ Dylan demonstreert hoe het linkerraam van het café in die vroege jaren volledig opendraaide. Aan de deur zit nog steeds een rolluik vast in verticale stand zodat het kan uitgerold worden tot een soort valse muur. Anders stond het paard midden tussen de stamgasten en deed het zijn gevoeg ook voor het oog van iedereen. Dat was geen gezicht. Het rolluik diende dus om de bezoekers niet weg te jagen en het paard af te scheiden.

Crimineel in de sasbak

Dylan ziet er opvallend jong uit. Als we vragen hoelang hij al eigenaar is van dit café, volgt een lachje. ”Ik ben nu dertig en hou het café ondertussen zes jaar open. Ik heb het overgenomen van mijn grootmoeder die hier sinds 1999 achter de toog stond. Daarna heeft mijn tante het een drietal jaar uitgebaat. Maar het stond in de sterren geschreven dat ik op een dag dit café zou overnemen. Mijn grootmoeder had vroeger De Koetsier, een legendarisch café in de Statiestraat. Als kleine jongen kwam ik daar met van alles in aanraking waar een doorsnee kind nog niets van weet: landlopers, drugs ... Er waren vechtpartijen waaraan het hele café meedeed, de ene tegen de ander kant. En ik zag het allemaal gebeuren, verscholen achter de toog. Veel volk dat vroeger in De Koetsier zat komt nu naar hier.” Dylan vertelt nog wat straffe verhalen, onder andere over een verstopte crimineel in de sasbak van het toilet. Het is duidelijk dat je als ‘bruine’ kroegbaas best een bewogen bestaan leidt.

Het interieur van de kleine gelagzaal van café ‘In De Stad Aalst’ lijkt ons een eeuw terug in de tijd te voeren.

De ruimte is klein en het aantal stoelen eerder beperkt. Is zo’n kroeg uitbaten economisch rendabel? “Ik heb het geluk dat dit een heel populair café is. Een bruine kroeg is een sociale ontmoetingsplek met trouwe klanten, en ik wil dat een pintje betaalbaar blijft voor iedereen. Af en toe verhoog ik de prijzen een beetje omdat het anders economisch niet haalbaar is, maar sterke prijsstijgingen voer ik nooit door. Ik heb ook een paar speelkasten staan. Daar kun je voor de duidelijkheid geen grote geldprijzen mee winnen, want anders loopt het vroeg of laat gegarandeerd fout. Maar door die inkomsten kan ik wel overleven.”

Dylan krijgt een heel divers publiek over de vloer in zijn café. “We zitten hier geprangd tussen ZOO Antwerpen en het Centraal Station. Toeristen die de ‘verkeerde’ kant uitgaan, weg van de Meir, komen vaak hier terecht en blijven dan hangen. Af en toe komen hier ook wel eens bekende koppen binnengewaaid, altijd leuk. Maar het cliënteel is voornamelijk volks, van diverse pluimage, en dat maakt het net zo boeiend. Iedereen mag hier zichzelf zijn als dat maar met respect voor de ander gebeurt. Omwille van dat publiek vind je hier geen gamma speciale bieren. Het gewone pintje is meer dan genoeg, en af en toe doe ik wel eens een effort voor een speciale klant.”

Mooie jeugdherinneringen

Ons eerste bezoek was meteen een schot in de roos. Met nog meer goesting dan voor het vertrek zien we uit naar onze volgende geplande stop: café In Milano in Ternat. Zover zijn we echter nog niet. We moeten langs de kaaien Antwerpen uit en al snel zijn we op de dool. We rijden ons vast op wegenwerken en omleidingen die zelfs onze gps van de wijs brengen. Uiteindelijk kiezen we het hazenpad via de A12 tot in Hemiksem. Het gaat vervolgens goed tot in Boom waar, o wee, de oversteek van de Rupel onderbroken is. Opnieuw brengt de A12 soelaas tot in Ruisbroek. Waar we tot nu toe behoorlijk wat bebouwing te verwerken kregen, kunnen we vanaf Londerzeel genieten van bochtige weggetjes die door een groen landschap slingeren. We schuiven op richting Brussel en het natuurlijk decor wordt stilaan heuvelach- tiger. In Asse verdwalen we andermaal in een woonwijk maar dan ligt de weg naar Ternat gelukkig ongehinderd open.

Met een klein uur vertraging komen we aan bij café In Milano, waar Floris ons met een brede glimlach opwacht. Verkeersellende is tot nader order gelukkig nog steeds een geldig en onweerlegbaar excuus. De gevel van In Milano is niet echt opvallend, al straalt hij duidelijk een lange geschiedenis uit. Met twee ramen en een centrale deur is het helemaal de gevelstijl van de dorpscafeetjes die je vanaf begin de vorige eeuw overal in Vlaanderen vond. Eenmaal binnen adem je de voorbije honderd jaar gewoon in. De lambrisering, de houten banken en de lichthemel boven de authentieke toog dateren alle van begin vorige eeuw. De laatste uitbaatster die het café levendig hield was Julia Brandt, sinds 1955 onafgebroken achter de toog. Ze overleed in 2019 in het café waar ze meer dan zestig jaar van haar leven had doorgebracht. Toen het leegstaande pand een tweetal jaren geleden plots te koop stond, sprongen vier mannen daar heel impulsief op. Tim, Bert, Reinout en Jeroen Deporter besloten dat het café waar ze zoveel mooie jeugdherinneringen aan hadden, niet verloren mocht gaan. Ze kochten het café en waren plots gezamenlijk eigenaar van een stukje Ternats erfgoed.

In ere hersteld

Floris deelde de mooie herinneringen met de vier kopers, en sprong mee op de kar om de restauratie te beginnen. “We hebben geprobeerd om alle authentieke elementen te bewaren. Alleen moesten bijna alle nutsvoorzieningen worden vernieuwd. De toog hebben we ontelbare keren van plaats verschoven om ten slotte te eindigen waar hij eerst stond. Achter het oude behangpapier vonden we oude stickers die nog beter de geschiedenis weergeven. Het houtwerk werd in ere hersteld. In de vloer zie je nog de gaten waar de darts met hun metalen punten zijn neergevallen. Een mooi, tastbaar overblijfsel van hoe het er hier aan toeging. Nu willen we de tuin ook nog aanpakken en de ramen voorzien van dubbelglas.” De mannen hadden niet van in het begin de intentie het café te heropenen. “We zijn gewoon beginnen restaureren met het idee van: we zien wel.” Maar al snel besloten ze dat het verkeerd zou zijn om de gemeenschap dit mooie historische café met zijn rijke historie te ontzeggen en het enkel voor henzelf te houden. Met een aantal vrijwilligers houden ze café In Milano nu enkele dagen per week open. Floris: “Omdat we alles onbezoldigd doen blijft het rendabel. Na afloop van een recent feestje ter gelegenheid van ons eenjarig bestaan, hebben we zelfs drieduizend euro kunnen schenken aan lokale goede doelen. We hebben de bovenverdieping opgeknapt zodat Michel, de zoon van Julia, daar kan blijven wonen. Dat is een win-win: Michel kan in het ouderlijk huis blijven en wij hebben iemand die toezicht houdt en af en toe bijspringt.”

Ze krijgen best wat volk over de vloer. Vooral op zondag zijn er veel passanten zoals fietsers en wande- laars. Maar evengoed komt de plaatselijke bevolking langs. “De andere horecazaken hebben wel ingezien dat we met onze vzw geen bedreiging voor hen vormen. Daarvoor zijn onze openingsuren te beperkt en zijn we ook te kleinschalig. Maar we proberen de belangstelling levendig te houden door het organiseren van origine- le activiteiten zoals een comedyavond, babbelbar en singalong. Wie daarover meer wil weten moet dus maar langskomen.”

Oerkroeg gevonden?

We zijn een flink stuk over de middag en er wacht ons nog een dikke 110 kilometer. Dat betekent dat we onze motor de sporen moeten geven. Fotograaf Jorn heeft de smaak van een geuze op de tong dus hij kan onderweg nagenieten. We schuiven door Liedekerke en gaan via Denderhoutem richting Ninove. Vanaf Aspelare kiezen we resoluut voor het platteland, al is ‘plat’ niet helemaal het juiste woord. Stilaan krijgen de heuvels meer helling en de landschappen worden veelzijdiger. In Sint-Goriks-Oudenhove houden we halt bij café In de Zavelput, maar de waardin geeft niet thuis. Door het raam zien we op- nieuw een oud-Vlaams cafédecor. Hier werden al diverse tv-reeksen en films opgenomen: Clan, De Collega’s 2.0 en Flying Home, om maar enkele te noemen. Helaas, de deur blijft gesloten en we zetten onze weg verder richting Brakel.

Op de top van de Valkenberg wacht ons een enigszins onzekere kennismaking met café In den Hengst. Onzeker, omdat we nergens openingsuren vonden. Het naambord en de kleine deurtjes naar de toiletten verraden dat het hier een café betreft. Anders hadden we de gevel vast en zeker voor een gewoon gedateerd rijhuis versleten. Ook hier is de deur gesloten maar het geluk is deze keer met ons. Cafébazin An komt net naar buiten en vraagt om nog tien minuutjes extra tijd. Jorn maakt van de gelegenheid gebruik om het fototoestel boven te halen. De omgeving biedt meer dan genoeg mogelijkheden voor een mooi plaatje en tien minuten worden een dik half uur.

De entree van café In den Hengst is niet mis. De eenvoudige gevel verbergt een parel van een volkscafé. Hebben we hier misschien dé oerkroeg gevonden? De Leuvense stoof centraal tegen de muur eist alle aandacht op. Ze wordt geflankeerd door oude muurschilderingen die ons even naar adem doen happen. Wanneer ook nog enkele volkse stamgasten binnenwaaien komt het decor pas goed tot zijn recht en zit je als het ware in een authentieke Vlaamse huiskamer. An zet ons gastvrij alcoholvrije biertjes voor. Toegegeven, de sfeer vraagt om sterker spul maar het verstand spreekt gelukkig mee.

Koerscafé

Het café bestaat al sinds 1850. De naam stamt volgens An uit de tijd dat de cafébaas een hengst hield en de merries uit de buurt hem een bezoek mochten brengen. Een vurige hengst heeft An niet meer, vandaag wordt de naam kracht bijgezet door een namaakhengst die je achteraan het café vindt. Gevraagd naar hoe ze ertoe kwam om begin jaren 90 dit café over te nemen, brengt An een gedenkwaardig verhaal, waarin de voorzienigheid onmiskenbaar een rol speelt. Een lekke band deed haar aan de voordeur stoppen. Na de dood van voormalige bazin Anna De Ridder – op 99-jarige leeftijd! – zag An haar kans schoon, en de rest is geschiedenis.

Wanneer enkele volkse stamgasten binnenwaaien komt het decor pas goed tot zijn recht en zit je als het ware in een authentiek Vlaamse huiskamer.

Een rijke geschiedenis, want dit volkse café staat bol van het wielrennen. Niet onlogisch met koersen als de Ronde van Vlaanderen en de Ronde van België die hier passeren of passeerden. Regelmatig krijgt An een wielrenner over de vloer. Kleppers als Peter van Peteghem, Eddy Planckaert, Johan Museeuw, Tom Boonen en nog anderen vonden de weg naar In den Hengst. En ook Ans vader Germain, die eind jaren 60 een verdienstelijk wielrenner was, kreeg zijn plaats aan de muur. Wanneer de gasten met elkaar in gesprek gaan is wielrennen algauw onderwerp nummer een. Het voorbije Europees kampioenschap en nakend wereldkampioenschap worden druk bediscussieerd. Wij muizen er stilaan vanonder want we hebben nog een afspraak zo’n 65 kilometer verder.

Caféhouder en boer

We heuvelen even op en af richting Gent. In Dikkele passeren we de gesloten deuren van de cafés Casino en Poezenelle. Voor de liefhebbers die meer willen op andere dagen dan maandag, zeker nog het bezoeken waard. In Gent beproeven we ons geluk nog bij café De Viking, vlak bij de volkse wijken Muide en Meulestede, vroeger een toevluchtsoord voor bonkige zeelui die aanmeerden. Ook hier staan we voor een gesloten deur, dus richten we onze pijlen op het Meetjesland.

Café De Roos in Sint-Laureins is ons einddoel. We rijgen Evergem, Oosteeklo en Kaprijke aan elkaar en eindigen aan de pittoreske brug over de Lieve in Sint-Laureins. Daar houdt café De Roos al decennialang de wacht, geflankeerd door een soldaat op een uitkijktoren. De eenvoud van dit café treft ons. Enkele tafeltjes en stoelen, een oude vloer en een originele houten toog. Daarachter houdt Wilfried De Geeter de wacht terwijl vier stamgasten ons onder vuur nemen, zodat we al spoedig deel uitmaken van een zinderende conversatie. Ondertussen proberen we ook het interview met Wilfried in goede banen te leiden.

Het café bestaat al meer dan 200 jaar waarvan dik 150 jaar in handen van zijn familie, vertelt Wilfried met trots. “In de jaren zestig, net toen de btw-nummers werden ingevoerd, heb ik het café van mijn ouders overgenomen. Dat combineerde ik met de boerderij. In de voormiddag de beesten, in de namiddag het café. Maar nu volgende week gaan de laatste koeien weg. Ik denk nog niet aan stoppen met het café. Zo blijf ik onder de mensen.” En die soldaat op de uitkijktoren? Die stond op de kermis, vertelt Wilfried. Omdat er geen plaats meer was hebben ze gevraagd of ze hem hier mochten neerzetten. Het café is in de Tweede Wereldoorlog tot tweemaal toe vernield. Vroeger, in de tijd van de trekschuiten, waren hier liefst drie cafés. Alleen De Roos heeft het overleefd. Wilfried houdt zijn prijzen laag, zo kan iedereen iets komen drinken. Het publiek is heel divers: vaste gasten, fietsers, wandelaars. En motorrijders, veel motorrijders.

Er was geen betere afsluiter denkbaar. Wat hebben we geleerd vandaag? In de echte bruine kroeg is een pint nog betaalbaar en vooral: heeft schroom geen plaats. Elke klant brult zonder podiumvrees mee met de schlager die uit de jukebox schalt. Ieder gooit ongegeneerd zijn gedacht op tafel. De tegenstellingen in gedachtengoed worden nergens scherper gesteld dan hier, zonder verregaande gevolgen. In de bruine kroeg wordt eenzaamheid verdronken, worden vriendschappen gesmeed en vijandschappen getolereerd. Voor wie in nood verkeert is hulp direct beschikbaar. Kortom, menselijke relaties komen in al hun aspecten tot hun recht. We prijzen ons gelukkig. Zijn dat niet net de waarden die ingebakken zitten in elke rechtgeaarde motard?

Alle door ons bezochte cafés

1. In de Stad Aalst, Carnotstraat 16, Antwerpen openingsuren op Facebook

2. In Milano, Statiestraat 154, 1740 Ternat openingsuren op Facebook

3. In de Zavelput, Langendries 1, 9620 Zottegem openingsuren onbekend

4. De Casino, Brouwerijstraat 9, 9630 Dikkele openingsuren op Facebook

5. De Poezenelle, Brouwerijstraat 7, 9630 Dikkele openingsuren op Facebook

6. In den Hengst, Twaalfbunderstraat 53, 9660 Brakel geen vaste openingsuren

7. De Viking, Port Arthurlaan 8, 9000 Gent openingsuren onbekend

8. De Roos, Celie 3, 9980 Sint-Laureins dagelijks geopend vanaf 15 uur

Tekst: Patrick De Smet

Foto's: Jorn Urbain

Geschreven op 2 oktober 2025
© Motoren & Toerisme