Op de tijdlijn verschijnt Veurne, ergens in de negende eeuw, als stedelijk knooppunt. Op deze strategische plek werd een burcht opgericht als bolwerk tegen de invallen van de Noormannen. Die vestiging was het begin van een rol die Veurne eeuwenlang zou blijven spelen: als militair, strategisch en cultureel ankerpunt in een vaak woelig Vlaanderen.
Vanaf de twaalfde eeuw begon de stad ook economisch aan belang te winnen. Veurne werd lid van de Londense Hanze, een netwerk van Vlaamse steden die actief handel dreven met Engeland. Maar in 1270 kwam een breuk in de Vlaams-Engelse relaties, wat de stad in een langdurige crisis stortte en waar Veurne zich pas op het einde van de zestiende eeuw van zou herstellen. Uit die periode dateert ook de spotnaam “Veurnse Slapers” — een erfenis van moeilijke tijden.