Reizen: Tsjechië - Czech it out!

Tsjechië is zowat het geografische hart van Europa, een land met een rijke geschiedenis, een gevarieerd landschap en mooie historische steden. Tsjechië is voor veel mensen Praag, de rest van het land is minder bekend bij toeristen uit de Lage Landen. Jammer, want Tsjechië heeft nog zoveel meer te bieden.

Langs de oevers van de Elbe rijdend verlaat ik Duitsland en rij pardoes Tsjechië in. Saksisch Zwitserland, zoals de Duitsers de streek noemen, loopt over in wat de Tsjechen de Tsjechische Alpen hebben gedoopt. Een klinkende naam voor een streek die eerder aan de Vlaamse Ardennen doet denken. Van een grenscontrole is geen sprake. Waar is de tijd van de norse douanebeambten met hun veel te grote petten die je angst inboezemden alleen maar door je te bekijken? Al na een kwartier in het land ben ik aangenaam verrast: mooie wegen, en eindelijk een terras waar ik mijn eerste koffie kan drinken. Koffiehuizen en cafés, de Tsjechen zijn er dol op.

In Liberec, dat tot de Tweede Wereldoorlog een bloeiend industriestadje was, parkeer ik mijn motor voor hotel Praha, een statig art-nouveaugebouw dat net als de rest van de stad veel van zijn vooroorlogse grandeur kwijt is. Het centrum van Liberec is gezellig druk en het doet deugd om mensen zonder mondmasker te zien. Ik ken niets van de taal, en dat is soms wel een barrière: opschriften en aanduidingen zijn niet te begrijpen. Ik roep de hulp in van de ouderwetse taalhulp in mijn reisgids. Een simpel ‘dekuji’ (dank u wel) doet wonderen en al snel krijg ik een ‘prosim’ (alstublieft) terug en wordt mijn koffie met een glimlach op tafel gezet. Net zoals overal ter wereld ontdooien mensen als je hen probeert aan te spreken in hun taal.

Ik vergaap me aan de mooie gevels van de statige huizen in het centrum. Ze lijken verdacht veel op de patriciërswoningen in onze Vlaamse kunststeden en dat hoeft niet te verwonderen, want Liberec werd in de late middeleeuwen door Vlaamse wevers gesticht en bleef een textielstad, tot de Duitse handelaars na de oorlog werden verdreven of vermoord en de stad, net als heel Tsjechië, in communistische handen viel.

Pavel

Op weg naar Olomouc kies ik terug voor een noordelijke route. Bevriende motorrijders hebben me de streek aangeraden, en gelijk hadden ze! Het is hier prachtig rijden en het valt op dat ik niet alleen ben. Ik zie veel meer motoren dan de afgelopen dagen en daar zijn best wel wat ‘lokale producten’ bij. Zo zoeft er onder meer een Jawa 350 voorbij. Verderop staat een jolige bende met een ijsje in de hand rond hun oldtimers. Ze zijn zo fier op hun machines dat ze de nieuwe, grote BMW bijna meewarig bekijken. Dat er af en toe een panne op te lossen valt, is een prima excuus om een ijsje te eten en een praatje te maken. Ik ben vandaag ook al een paar keer onze vriend ‘Pavel’ tegengekomen. Pavel is een houten versie van de strenge verkeersagent die levensecht staat te wezen op de meest onverwachte plekken langs de kant van de weg. De eerste keer schrok ik me het apezuur, maar na een paar Pavels moet ik de neiging om te zwaaien onderdrukken.

 

Telc

Er hangt onweer boven de heuvels en de wijnranken van Zuid-Moravië. De grens met Oostenrijk is niet ver en van die kant komen dreigende wolken. Gelukkig kan ik, met behulp van kaart en GPS een route vinden die me droog in Telc doet belanden. Het stadje is een beetje te vergelijken met ons Durbuy, met dat verschil dat alles hier nog betaalbaar en authentiek is. In alle reisgidsen wordt Telc geprezen om zijn uitzonderlijke schoonheid, en dat is niet overdreven. Wanneer ik door de kleine arcades het langgerekte plein voor het kasteel opwandel, word ik terug gekatapulteerd naar het verleden. De gevels in pastelkleuren stralen in de avondzon en op het plein is het met het vele volk een gezellige boel. Het is het weekend van 15 augustus, één van weinige feestdagen in Tsjechië en de drukte is navenant.

 

Ook hier valt op dat Tsjechië westers is en de grauwsluier van de Sovjettijd volledig heeft afgegooid. De openheid en de aangename sfeer is een heel verschil met mijn bezoek zo’n 25 jaar geleden, een paar jaar na de onafhankelijkheid van 1993, toen de schaduw van het communisme nog duidelijk over de bevolking hing. Ook hier in Telc kom ik amper westerse toeristen tegen. Het land wordt al wel bezocht door de buren uit het voormalig Oostblok, maar voor ons is hier nog veel te ontdekken.

Prachtig Praag

Wat ik had ingecalculeerd als een redelijk saaie verbindingsrit naar Praag, blijkt de mooiste route van de trip te worden. Het landschap is afwisselend en mooi, de wegen golven en kronkelen op perfect asfalt en buiten een geweldige hoosbui die water tot in mijn schoenen zet, is het een mooie zonnige motordag. Op dit stuk van de route zijn er kastelen genoeg die het bezichtigen waard zijn, maar ik kies om te genieten en te rijden, daar zijn we tenslotte voor naar hier gekomen. De laatste vijftig kilometer voor Praag is mijn geplande route afgesloten. Omrijden blijft hier, door een gebrek aan wegwijzers in een verstaanbare taal, een groot probleem en bij de eerste pijl met ‘Praha’, besluit ik me linea recta naar de beroemde stad te begeven.

Praag is een grootstad, maar daar merk je weinig van in de aangename oude stad en de middeleeuwse stad, aan weerszijden van de Moldau. Je hebt zeker een dag of drie nodig om Praag te ontdekken, maar mij rest nog maar één dag vooraleer ik terug naar huis afzak. Ik kies ervoor om de middeleeuwse stad te ontdekken, te beginnen met de Praagse Burcht, de grootste omwalde burcht ter wereld. Na een restant van de Sovjetbureaucratie te hebben getrotseerd om mijn ticket te bemachtigen, kan ik genieten van een sprong van achthonderd jaar terug in de tijd.

Het presidentieel paleis wordt door ceremoniële en echte soldaten bewaakt en er zijn strenge politiecontroles. Eens je die voorbij bent, beland je in een oase van rust, niet overspoeld met commercie. Vooral het gouden straatje met zijn kleine gekleurde huisjes is een aangename plek.

 

Na een uur of drie kerken en kathedralen is het de hoogste tijd voor een groot glas pivo, oftewel bier, bij Koptyka, een authentiek café aan de oevers van de rivier met prachtig zicht op de Karelsbrug, waar de Moldau traag onderdoor stroomt. Ik heb nog wat tijd over en duik de oude stad aan de andere oever in. Samen met andere toeristen kuier ik langs de stalletjes met juwelen, glaswerk en karikatuurtekenaars. Toeristen zijn er hier wel, in tegenstelling tot de rest van het land. Geen overdaad, maar net genoeg om het gezellig te maken. Toch ontdek je de leukste plekjes wanneer je van de bekende routes weggaat. Zo stuit ik plompverloren op het standbeeld van Kafka, toch wel een heel bekende Tsjech.

Tsjechië is een perfecte mix van prachtige steden, afwisselende natuur en – voor het merendeel – prima wegen met amper verkeersdrempels en gedisciplineerd, aangenaam verkeer. Als je daar nog bijneemt dat de hotel- en restaurantprijzen zowat de helft zijn van wat je in de populaire reisbestemmingen betaalt, dan kan je Tsjechië alleen maar een perfecte bestemming noemen voor elke motorrijder die eens iets anders wil.

Tekst & foto’s: Chris Wouters

Met medewerking van: www.visitczechrepublic.com

Deze reportage verscheen uitgebreid in M&T November 2021

Geschreven op 9 februari 2023
© Motoren & Toerisme