Reisverhaal: Turkije

Turkije, het eerste land tijdens onze reis op weg naar de Kaspische zee. We hebben helemaal geen planning, enkel rode stippen die we op de landkaarten gezet hebben als ‘mogelijk’ interessant. Met een open mind rijden we door dit reusachtige land dat de sporen draagt van eeuwenlange veroveringen en immigratie. We staan versteld van de openheid en vriendelijkheid van de Turken met hun eeuwige vraag of je geen ‘chai’ wenst. Van pinten pakken op een sneeuwwitte strand aan de toeristische kust, de vallende sterren tellen op Nemrut Dagi voor onze tent tot weggeschopt worden dichtbij de zwaarbewaakte grens van Syrië, Turkije stelde ons niet teleur in diversiteit. 

Tekst en foto's: Jessica Leyne

Onderweg naar Villach in Oostenrijk waar we de autotrein nemen richting Edirne, Turkije pikken we eerst de Grosslockner hoogalpenstraat mee. Niettegenstaande dat we al heel wat reizen doorheen de Alpen doornomen hebben, lag deze oversteek steeds uit onze weg. Nu we de kans én de tijd hebben, nemen we die gretig om de hoogste berg van Oostenrijk, de Großglockner met 3798 meter, te gaan bewonderen. Zoals steeds in de Alpen ben je nooit alleen als motorrijder en vaak krijg je mooie kunstjes te zien van je collega’s die denken dat ze sneller, platter en sierlijker door de bocht kunnen dan eender ander. Onze motoren zijn bepakt voor een reis van acht weken maar ze moeten niet onderdoen in wendbaarheid op de bochtige alpenstraat. Op het uitzichtpunt worden we meermaals aangesproken over onze bepakking en dat het wel wat overkill is voor een reisje naar de Alpen. Als we uitleggen dat dit pas dag twee is van onze reis richting de Kaspische zee worden de grote monden wat kleiner en krijgen we eerder gelukwensen voor een veilige en goede reis. Don’t judge a book by its cover.

Treinreizen

Nog iets om af te vinken van onze oneindige bucketlist; een treinreis met de motor. Na het inchecken en veiligstellen van onze motoren zoeken Bart en ik onze coupé voor de volgende twee nachten. We delen die met een ouder Turks koppel, zij zijn op weg om een trouw in de familie bij te wonen. Om het hen gemakkelijk te maken nemen wij de bovenste bedden. Tot mijn verbazing zit er boven mijn hoofd, in de zeer weinige ruimte die er over is, nog een beddenbak verscholen. Onze coupé is dus voorzien om zes mensen te slapen te leggen en ik vind het met vier al niet veel meer overhebben. Mentale notitie aan mezelf; bij de volgende boeking een coupé van maximum vier personen aub! Na vertrek van de trein maken we het ons gezellig in het restaurant van de trein, voor een weinig aantal euro’s eten we er soep, kipbrochettes en daarbij een aantal biertjes. Rond 20u00 worden we gevraagd naar de coupé terug te keren voor de nacht. In onze hut worden we in slaap gewiegd door het gezellige typische geluid van geratel van treinstellen over rails en de continue heen en weer beweging van de trein zelf. Onze nachtrust wordt af en toe verstoord door een douane controle, nogal bruusk wordt de deur steeds geopend en met een sterke zaklamp in ons gezicht wordt er gekeken of we lijken op onze paspoortfoto.


’s Morgens zijn onze onderburen al vroeger wakker maar ik ben van plan om zo veel mogelijk van de ochtend door te slapen, dat zijn allemaal minder uren op de trein wakker en Bart is van hetzelfde idee. Tegen de middag ben ik dan toch genoodzaakt om de roep der natuur te beantwoorden en ruim terwijl mijn bed op zodat Bayram en zijn vrouw meer plaats hebben. De rest van de dag spenderen we in het restaurant met een interessante locomotiefwissel in Bulgarije, hier wijzigen we naar een steenkolenlocomotief die de hele weg dikke zwarte wolken uitbraakt. Een van de bedieningsmedewerkers raakt met ons aan de praat, het is een jonge man, misschien net in zijn twintig, die via Google Translate uitlegt dat hij een Serviër is, al even op de trein werkt en dat hij hoop en dromen koestert om in Turkije te gaan wonen. Zijn laatste berichtje dat hij vertaalt, is een soort wanhoopspoging om de Serviërs vrij te pleiten, dat zijn ‘volk’ en hemzelf écht niet zo slecht zijn en dat hij niets kan veranderen aan wat er gebeurd is tijdens de genocide in 1995. Ik ben er zelf geweest in Srebrenica, ik weet dat die jongen daar niets aan kan wijzigen. Ik vind het jammer voor hem dat hij het gevoel heeft dat hij aan een koppel vreemdelingen voelt dat hij zichzelf moet verantwoorden. In de tweede nacht zijn er geen douane controles meer, het is enkel vroeg opstaan voor de grensovergang naar Turkije. Edirne, we zijn er bijna!

Niet op uw naam

Mijn R1100GS staat ingeschreven op mijn man zijn naam, dat is dus een klein euveltje in Turkije want elke persoon mag en kan slechts één voertuig importeren. De douane-ambtenaar luistert naar ons verhaal en beslist ons goedgezind te zijn. Eigenlijk is het geen zo een groot probleem en het is duidelijk dat wij hier niet zijn om onze motoren te verkopen en van de winst te gaan rentenieren. Hij stelt een document van verklaring op in tweevoud, omdat ik eens we terugkomen van Georgië terug Turkije in moet. Een voorzienige mens die ambtenaar.


Met een klein beetje oponthoud beginnen we dus aan onze eerste dag in Turkije waarbij het zonnetje ons alvast warm welkom heet. Na meer dan 48 uur opgesloten te zitten in de trein moet ik je niet vertellen hoe goed het doet om onze motorfietsen de sporen te geven en de rijwind op ons gezicht te voelen. Grootsteden zoals Istanboel interesseren ons niet, het is niet dat we absoluut geen cultuurmensen zijn maar ons hart ligt vooral bij de natuur en verkeer zonder files. We rijden zonder een uitgestippeld plan maar voor ons vertrek duiden we altijd plaatsen aan op landkaarten die volgens ons de moeite waard zijn en dan zien we wel waar we raken tijdens de reis zelf. Om de hoofdstad te omzeilen, rijden we van Edirne naar Canakkale om daar de ferry te nemen naar de Marmara regio. Ik heb mijn zinnen gezet om te lunchen op het strand en nadat we de motoren aan een restaurant geparkeerd hebben, maken we kennis met Ersin en Erkan. De twee jolige broers zijn Duitsers maar met Turkse roots. Elk jaar komen ze terug naar Turkije om hun familie te bezoeken en om de drukte van de westerse wereld achter hen te laten. Voor we het goed en wel beseffen zitten we ’s avonds met hen aan tafel in het restaurant en krijgen we tips over het eten, de gewoontes en het doen en laten in Turkije. Hoe oostelijker we zullen rijden, hoe conservatiever de mensen zijn en hoe meer we de toeristische gebieden achter ons zullen laten. Op het einde van de avond weigeren ze dat we meebetalen aan de rekening, we zijn hun gasten geweest die avond en gasten worden hier verwend. Erkan en ik wisselen contactgegevens uit, we mogen hun altijd bellen mochten er problemen ontstaan tijdens de reis. Ze kennen overal wel iemand om te helpen. Nét voor we aan tafel gingen met de broers hebben we de motoren op het strand gereden zodus stonden ze de hele avond netjes in ons gezichtsveld. Mede dat het heerlijk warm weer is, zetten we geen tent op en genieten we op onze slaapmatjes, ingeduffeld in een slaapzak van de duizenden sterren boven ons hoofd terwijl op nog geen vijf meter van ons golven van de zee kabbelen. Een prachtiger einde van onze eerste Turkse dag kan ik mij niet inbeelden.

De volledige versie van dit reisverhaal vind je in het Deluxe 'Alle Toerisme'-nummer van Motoren & Toerisme, dat nu in de winkel ligt. 

Geschreven op 19 februari 2020
© Motoren & Toerisme