Reistest: Yamaha Tracer 900 GT

Vorig jaar kwam Yamaha met een “Grand Tour”-uitvoering van de Tracer 900. Daarmee heeft Yamaha een perfecte kandidaat voor een Grand Tour in het gamma. Peter Aansorgh knoopte zijn bagage erop en zette koers naar Avignon.

Tekst: Peter Aansorgh

Foto’s: Peter Aansorgh Thomas Krämer, Michael Kutschke

De term GT is nogal aan inflatie onderhevig. Het ene automerk gebruikt het voor een hypersportieve auto, de ander voor een sportwagen met comfort, terwijl er ook zijn die het gebruiken voor een minder sportieve hatchback of zelfs voor een suffe stationwagen. Dus wat betekent het bij Yamaha? Daar betekent het dat je voor € 12.499, - dat is precies € 1500 meer - een reeks extra’s krijgt, zoals hoogwaardige, volledig instelbare voorvering, een achterschokdemper met handversteller voor de achterveerpoot, cruisecontrole, een in één richting werkende quickshifter, standaard handvatverwarming en een in alle omstandigheden goed afleesbaar full-color TFT-dashboard alsmede – uiteraard, een kofferset. Niet de grote tourkoffers van de FJR, maar de smallere 22-liter city-koffers met geïntegreerde bevestiging. In fileverkeer is de bescheiden breedte een groot voordeel, maar er past natuurlijk ook minder in. Verder is het lastig dat het klittenband van de spanriempjes in de koffers gemakkelijk loslaat, waardoor het de bagage niet vasthoudt. De Tracer heeft echter wel handige handgrepen om een roltas op vast te knopen, dus dat wordt de oplossing. Gelukkig heeft de Tracer geen enkele moeite met de bagage, stuurt lekker neutraal over de klaverbladen en is in elk geval tot ruim boven de toegestane maxima lekker stabiel.

 

Afstappen

Bij lange afstanden schiet je het best op als je het verbruik laag houdt, want dan hoef je minder vaak te tanken. De Tracer haalt één op 19. Daarmee moet je 342 km op een tank kunnen halen. Probleem is, dat de brandstofmeter lang bovenin blijft staan om dan heel snel naar het laatste blokje te kelderen. Dan stop je toch maar bij een tankstation, om tot de ontdekking te komen dat er maar net 12 l ingaat en je nog 6 liter over had. Nu vond ik het niet zo erg om toch iets vaker af te stappen. Het elektrisch verwarmde comfort zadel (accessoire) heeft een stugge basis met een soepele polstering, waardoor je er aanvankelijk supergoed op zit. Door de relatief naar achter geplaatste voetsteunen kantelt je bekken echter naar voren, waardoor je niet helemaal op je zitvlees zit, maar deels aan de voorkant van je zitbotten. Dat vind ik op den duur minder comfortabel. Voordeel van die positie is dan weer dat de benen meer dan genoeg ruimte hebben. De zitpositie is daardoor erg ontspannen. Het stuur staat op hoge risers op de diep in de kuip verborgen kroonplaat. Daar zit ook het contactslot, waar je wat moeilijk bij kunt komen, maar het zorgt er wel voor dat het stuur zelf goed binnen handbereik zit, met een prettige hoek voor de polsen. De houding is dusdanig dat je heel licht voorover zit, maar niet op je polsten leunt. Dat is prettig. De windbescherming van de bredere ruit is ook goed, al is het geluidsniveau zowel in de lage als de hoge ruitstand vrij hoog. Yamaha heeft echter ook een hogere ruit in het accessoirepakket.

Aanzwellen

Bij Avignon ga ik de secundaire wegen op. Daar speelt de driecilinder zijn troeven uit. De 847cc-driecilinderkrachtbron blijkt over een zeer brede powerband te beschikken.  De driecilinder trekt als een beer van onderuit weg, waardoor je er gemakkelijk mee uit haarspeldbochten wegtrekt. Je kunt daarbij vaak goed terug naar de eerste versnelling, omdat die redelijk lang is. Dat merk je ook bij het wegrijden, dan moet je de koppeling relatief lang laten slippen om vlot weg te komen, wat weer goed gaat omdat de kabelbediende zich licht laat bedienen. Daarna trekt de Tracer er met een prachtige grom vandoor, want de trekkracht zwelt boven de 3000-4000 tpm behoorlijk aan, om er vlakbij de 8.500 tpm, waar het maximum koppel geleverd wordt, nog even een schepje bovenop te doen en een “top end rush” naar de 11.000 tpm in te zetten. In de praktijk zul je dat niet eens zo vaak doen, omdat de motor tussen de 4000 en 6000 tpm al zoveel trekkracht paraat heeft, dat je bij een normale rijstijl en vlot rijden in de bergen min of meer in die toerentallen blijft hangen, waarbij je snel opschakelt naar de hogere versnelling. Dat doet de zesbak van de Tracer prima, waarbij je ook nog gebruik kunt maken van de aanwezige, in één richting werkende quickshifter. Die werkt fantastisch als je volgas optrekt een bij hoge toeren opschakelt. Schakel je bij half gas en bij lagere toerentallen of pak je de koppeling er toch bij, dan merk je wel eens een schokje. Mijn brein heeft er echter wel moeite mee om op te schakelen zonder koppeling, maar terug met…

Sublieme vering

Uiteraard kun je ook bij de Yamaha Tracer 900 GT het karakter van het motorblok en het interventieniveau van de tractiecontrole instellen. De gasreactie in de A-stand was mij te fel. De B-stand beviel me een stuk beter, maar de regenstand beviel me het best, omdat hij daarin lekker soepel op het gas reageert. De in drie standen in te stellen tractiecontrole liet ik in eerste instantie in een van de mooi-weerstanden staan. Ik ben niet iemand die halverwege de bocht vol op het gas gaat en hoopt dat de elektronica mij redt, dus dat verschil voel ik toch niet. In de regen is het een ander verhaal: witte strepen en teer kunnen je verrassen en dan is het prettig als de tractiecontrole vroeg ingrijpt. Gelukkig regent het alleen de eerste dag, zodat ik op dag twee en drie in de fraaie bergkloven van de Vaucluse kan genieten van het sportieve karakter van deze GT, die alleen zijn geld al waard is vanwege de betere vering. Hij is sowieso wat stabieler dan zijn voorganger, omdat de achterbrug langer is, zodat de wielbasis van 1440 naar 1500 mm is gegroeid. Maar ook de vering staat op hoger niveau. Ze is lekker progressief, waardoor de Tracer kleine oneffenheden heel goed opneemt en toch stabiel blijft op grotere oneffenheden, terwijl de feedback lekker helder is. Daardoor durf ik er behoorlijk vlot mee te sturen. De Tracer blijkt verrassend lichtvoetig te sturen. Hij weegt volgetankt 214 kg. Dat is al niet veel, maar je merkt dat Yamaha veel heeft gedaan om het zwaartepunt laag te houden. Daarvoor zit de uitlaatdemper bijvoorbeeld onder de motor. Daardoor laat de Tracer zich gemakkelijk insturen, terwijl je in doorlopende bochten niet tegen het stuur hoeft te blijven drukken om hem op de gewenste koers te houden.

Kortom, het is een comfortabele, wendbare sport-toermotor met fijne vering en een immens gaaf motorblok.

Yamaha Tracer 900 | GT
Motor: vloeistofgekoelde driecilinder lijnmotor viertakt
CI: 847 cc
Rijklaar gewicht: 214kg
Vanaf: € 10.999,00
Geschreven op 31 mei 2019
© Motoren & Toerisme