Halve Dag-route: Turnhout en de Noorderkempen

De volgende Halve Dag-route ligt in het noorden van het land, in de provincie Antwerpen. Turnhout, de hoofdstad van de Kempen, is de uitvalsbasis voor onze Halve Dag-route. Hoewel de stad vandaag misschien met een wat bedenkelijke reputatie kampt, blijft ze absoluut de moeite waard om te ontdekken. Zowel Turnhout, als de omliggende gemeenten hebben heel wat te bieden voor wie houdt van een boeiende rit door een verrassend landschap. Een landschap dat vrij vlak is, maar dankzij de zandduinen die je er her en der aantreft, toch ook over enig relief beschikt.

Tekst: Wim Depraetere

Foto's: Pieter Pacques

Turnhout en de Noorderkempen

Turnhouts grootste troef? Speelkaarten. Die speelden namelijk een belangrijke rol in de geschiedenis van de stad. Het Nationaal Museum van de Speelkaart vertelt het verhaal van speelkaarten door de eeuwen heen. Het pronkstuk: speelkaarten uit de 16de eeuw.

Daarnaast krijg je ook een indrukwekkend overzicht van de productie, met onder meer grafische machines, drukpersen en een stoommachine die regelmatig tot leven wordt gebracht. Sinds 1988 is het museum ondergebracht in een oud fabriekspand, dat uit meerdere gebouwen bestaat, gelegen tussen de Druivenstraat en Mermansstraat – meteen ook het startpunt van onze route.

Maar Turnhout biedt meer dan alleen kaarten. De stad kent een lange geschiedenis, met archeologische vondsten die teruggaan tot vóór de bronstijd. Ook uit de Romeinse periode zijn er sporen teruggevonden. Pas vanaf de 12de eeuw wordt de naam Turnhout officieel vermeld. Strategisch gelegen op een kruispunt van twee middeleeuwse handelsroutes –Antwerpen-Rijnland en Breda-Luik – ontwikkelde de stad zich als een belangrijke handelsplaats.

Na een drankje of een hapje in het Speelkaartenmuseum, starten we onze rit. We rijden eerst enkele kilometers in westelijke richting over de Ringlaan, om dan rechts af te slaan op een kleiner wegje dat even overgaat in een gravelpad. Laat je niet afschrikken – het is een kort stukje, maar biedt een prachtig zicht op het landschap rond Turnhout.

Het noorden van de provincie Antwerpen wordt gedomineerd door zandgronden. Deze zijn onderdeel van een brede zandstrook, die van de Kalmthoutse Heide tot diep in Limburg loopt. Deze strook ontstond tijdens de laatste ijstijd en leverde zelfs heuse landduinen op, zoals de Keiheuvel in Balen. Wij volgen die strook niet helemaal, maar houden halt in Hoogstraten. En wie Hoogstraten zegt, zegt aardbeien! Wereldberoemd in Vlaanderen, en terecht.

Enkele kilometers verder rijden we Wortel binnen. Het dorp werd bekend omwille van z’n landloperskolonie. Deze voormalige instelling is sinds 2021 herkend als UNESCO-werelderfgoed en dat niet als monument, maar als cultureel landschap. De oorsprong van de kolonie gaat terug tot 1810, toen het huidige België nog tot het Koninkrijk der Nederlanden behoorde. Op gronden van hertog Konstantijn van Salm-Salm werd hier een kolonie opgericht door Johannes  van den Bosch, in opdracht van de koning Willem. Later kwamen er gevangenissen voor landlopers bij – gebouwen die vandaag nog steeds bestaan. Tot 1993 bestond landloperij officieel in België; in 2019 verbleven er nog twee personen vrijwillig.

We rijden verder over de Zondereigensebaan en steken de grens met Nederland over. Op het eerste zicht een gewone grens, ware het niet dat hier een replica staat van een luguber stukje geschiedenis: de dodendraad. Tijdens WOI verplichtte de Duitse bezetter Nederland om de grens te bewaken. Door gebrek aan manschappen kwam er een elektrische versperring van 2000 volt over 332 km.

 

Niet veel verder duiken we het merkwaardigste dorp ter wereld binnen: Baarle-Hertog/Nassau. Hier loopt de grens letterlijk kriskras door straten, tuinen en huizen. Sommige woningen hebben een Belgisch én Nederlands huisnummer. Er zijn maar liefst 30 enclaves: 22 Belgische enclaves in Nederland en 8 Nederlandse enclaves in België. Dit bizarre grensverloop vindt zijn oorsprong in het jaar 1198, toen grondgebied werd verdeeld tussen Dirk VII van Holland en Hendrik I, hertog van Brabant. Tot op vandaag zijn sommige eigendomsrechten nog steeds niet uitgeklaard.

De rit voert verder door het Turnhouts Vennengebied, een uniek natuurgebied op de waterscheiding tussen Maas en Schelde. Hier ontspringt de rivier de Mark. De vennen worden omringd door vochtige heide, moerassen, grasland en naaldbos. Het is er niet bijzonder bochtig, dus ideaal om even rustig te tuffen en te genieten van de stilte en schoonheid van dit stukje Vlaanderen.

Onze route eindigt in het vredige Postel, vlakbij de grens met Limburg. Postel, een deelgemeente van Mol, kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot het begin van de 12de eeuw. De Norbertijnen kregen toen grond om een bidplaats en opvang voor reizigers te bouwen. Door de strategische ligging op kruispunten van belangrijke routes groeide het belang van de plaats snel. De huidige abdijkerk, ingewijd in 1190, is de oudste nog in gebruik zijnde Norbertijnenkerk. De abdij staat ook bekend om haar bier, abdijkaas, hesp en brood, en onderhoudt een kruidentuin waar onder meer ginseng wordt gekweekt.

De brasserie vlakbij de abdij is de perfecte plek om onze rit af te sluiten met een hapje en drankje.Voor wie nog wat verder wil rijden richting Balen, wacht nog een laatste verrassing: een Baileybrug, een metalen brug uit de Tweede Wereldoorlog. Ze is nog in originele staat en behoort tot een van de laatste van haar soort.

Veel rijplezier – en geniet van de omgeving!

 

Geschreven op 27 mei 2025
© Motoren & Toerisme