The Great Malle Rally - Een episch avontuur op twee wielen

De Great Malle Rally staat bekend als de langste motorrally van Groot-Brittannië. Het concept is eenvoudig: teams van motorrijders navigeren over een vooraf bepaald parcours, vechtend tegen de klok en de elementen. Dit zesdaagse avontuur combineert teamwork, navigatievaardigheden en enkele van de meest schilderachtige routes die het land te bieden heeft.

TEKST: Bianca De Wolf - FOTO’S: Shane Benson

We kwamen op het idee via langeafstands­ trips op YouTube. Na onze eerdere motor­ reis naar de Vogezen hadden we zin in een grotere uitdaging. De Great Malle Rally, ontwikkeld door motorliefhebbers en Malle London­ oprichters Robert Nightingale en Jonny Cazzola, begint in het meest zuidwestelijke punt van het eiland, Lizard Point in Cornwall, en slingert over een afstand van ongeveer 2.500 kilometer naar het meest noordooste­lijke punt bij Castle of Mey in Schotland. De rally biedt ons de perfecte kans om onze nieuwe motoren te testen: de Triumph Scrambler (1.200 cc) van mijn partner Dirk en mijn eigen Triumph Street Twin (900 cc). Ondanks mijn beperkte ervaring met motorrijden – nog maar tweeënhalf jaar mijn motorrijbewijs op zak en amper vijfduizend kilometer met een Kawasaki 500 op de teller – waag ik het erop.

Startpunt van de rally: Lizard Point in Cornwall.

Venus in motorpak

Met al 950 kilometer op de teller melden we ons op de Rosuick­boerderij in Helston. Na de registratie, ontvan­gen we onze rallynummers (46 en 89) en basisuitrusting. Daarna proosten we samen met de 100 deelnemers – uit 23 verschillende landen, de jongste 24 en de oudste 70 jaar – met een slok whisky op ‘The Ride’. Dan worden de teams bekendgemaakt. Het onze bestaat uit Dagmar en Falk, Duitse Harley­rijders, en het Engelse koppel Naomi en Jo, allebei op een Triumph. Vier van de vijf deelne­ mende vrouwen rijden in één team. Amy is de vijfde Venus in motorpak en rijdt op een kloeke R18 BMW.

Onze teamgenoten lijken hartelijke mensen, wat nooit gegarandeerd is bij een willekeurige loting. Het meesterbrein en de enthousiaste gastheer van dit eve­ nement, Robert Nightingale, vertelt: “De deelnemers die niet als een team inschrijven, koppelen we op basis van de informatie die we vinden op hun sociale media aan rijders met een soortgelijke motor, rijervaring, leeftijd en interesses.” We dopen ons team eensgezind ‘The Rumblers’, vanwege het grommende geluid van onze Triumphs en Harleys.

The devil sits on your right hand

‘s Ochtends hebben de twee Engelse dames een ont­ bijttafel voor The Rumblers vrijgehouden. We spreken af dat Naomi en Jo eerst rijden en het tempo aangeven. Naomi heeft nog maar drie maanden haar motorrijbe- wijs en is dus het groentje van het team. Na een laatste koffie- en toiletstop rijden we in een lange colonne naar het vertrekpunt, een tweetal kilometer van onze overnachtingsplaats. Aan de binnenkant van het kleine windscherm van mijn Triumph Street Twin zit een stuk- je plakband dat me eraan herinnert om ‘links te blijven’ en ik herhaal binnensmonds de woorden van Dagmar: “The devil sits on your right hand”, wat de mantra voor de komende week wordt.

 

Bianca op haar 'Trixie', moe maar gelukkig voor het Castle of May, het eindpunt van de rally.

Er zijn geen tijden vastgesteld waaraan men zich moet houden. Het gaat om de ideale balans tussen goed rijden en genieten van de tocht.

Volgens de roadmap van Malle, is de eerste etappe 340 kilometer lang. Ze voert door Cornwall, langs de grens met Wales, en eindigt op het wijndomein Aldwick Estate. Onderweg zijn er drie controleposten. Er zijn geen tijden vastgesteld waaraan men zich moet houden, maar het Malle London-team bepaalde een geheime tijdslimiet als de ideale balans tussen goed rijden en ge- nieten van de tocht. Het team dat op dag zes dit ideaal het dichtst benadert ‘wint’ de rally.

We rijden sportief door groene velden en kleine dorpjes. Naomi houdt er het tempo goed in. Links de rotondes opdraaien ligt me beter dan de Belgische rechtse bochten. De route gaat dwars door het Dartmoor National Park, een desolaat heidegebied met vennen en granieten heuveltoppen. We vertragen omwille van de schapen, pony’s en runderen die over de weg slenteren en er gaan liggen. Het laatste controlepunt van de dag is Cheddar Gorge, vlak bij de grens met Wales, een prachtige canyon met felgroene flora die de imposante kliffen omlijst. We klokken de eerste dag af om 18.41 uur met een goed gevoel over ons team: we hebben onge- veer dezelfde rijvaardigheid en zijn op elkaars snelheid ingespeeld.

Het is moeilijk om mijn ogen op de weg te houden in plaats van op het fraaie landschap, met zijn groene, afgeplatte toppen en hellingen bedekt met leisteen.

Glamping op het cricketveld

Vandaag is de langste rit gepland, die ons door Wales voert. We zullen een tandje moeten bijsteken, willen we voor de duisternis valt op onze eindbestemming aankomen. Het is manoeuvreren tussen eeuwenoude stenen muurtjes bedekt met klimop, op weggetjes die geen tegenliggers dulden. Snowdonia National Park en de berg Snowdon zijn de hoogtepunten van de dag. Het is moeilijk om mijn ogen op de weg te houden in plaats van op het fraaie landschap, met zijn groene, afgeplatte toppen en hellingen bedekt met leisteen.

’s Avonds hebben we iets meer dan de geplande 450 kilometer afgelegd. We logeren op het terrein van Hawarden Castle, waar de glampingtenten van de meer luxueuze reizigers en een tiental kleine tentjes als wigwams in een cirkel staan opgesteld op het cricketveld. Het maakt deel uit van het familiedomein, met een pittoreske 16e-eeuwse ruïne én een ‘nieuw’ nog bewoond kasteel uit de 19e eeuw. Wanneer we de route voor de volgende dag bespreken, geven Naomi en Jo aan dat ze liever niet meer de leiding nemen. Het navigeren én leiden, blijkt toch te zwaar voor de twee vrouwen die nog niet veel kilometers op de teller hebben. We zijn opgelucht. De souplesse van gisteren maakte vandaag plaats voor twijfels op rotondes en remmen in elke bocht, wat frustrerend is voor diegenen die volgen. De volgorde wordt veranderd: Dirk neemt de leiding, ik en de twee Duitse Harley-rijders volgen, en de twee Engelse dames sluiten de roedel. Na de dagelijkse whiskyproeverij duik ik moe maar voldaan mijn tent in.

De Winnats Pass overwonnen.

Rollercoaster

Op het roadbook van vandaag staat 320 kilometer: door het Lake District in Engeland naar de laaglanden van Schotland. Nu Dirk de leiding van het team heeft, is de communicatie via onze headset teruggebracht tot zijn eenvoudigste vorm. “Heb je ... gezien?” “Jawel, prachtig.” “Woaw, te gek.” “Ja.” Na een twintigtal kilometer geven de meiden aan dat ze het rustiger aan willen doen. We spreken af dat we bij het eerste checkpoint hergroeperen.

Net voor de middag rijden we de Winnats Pass over. De smalle weg naar de top, met een stijgingsper- centage van 25 procent, ligt verscholen achter blinde heuvels. Ik glijd met 70 km per uur door het natuurlijke amfitheater met viltgroene hellingen en rotswanden aan weerszijden van de weg en word beloond met een rollercoastergevoel en de daarbij horende kriebels in mijn buik.

Het eerste checkpoint ligt aan de voet van de pas. Daar hergroepeert ons team zich al na vijf minuten. Alle zes vinden we deze manier van rijden meer voldoening gevend: we rijden per twee of per vier, en niemand voelt zich gefrustreerd omdat ze niet kan volgen of omdat er niet gevolgd wordt. Na de stempel-, plas- en koffiepauze vertrekken we voor de laatste meters heuvelafwaarts. Wanneer ik onder aan de heuvel een versnelling hoger wil schakelen, begeeft mijn trouwe Trixie het. Ik probeer al rijdend opnieuw te starten, maar ze geeft geen krimp. Ik laat me uitbollen en verwittig de anderen al toeterend dat er een probleem is. Na een snelle batterijcheck proberen we de motor in gang te duwen. Zonder resultaat. We bellen het supportteam. Als Calum en Leroy arriveren, hebben ze in 30 minuten de diagnose gesteld (waarschijnlijk ligt het aan de starter), eerste hulp toegepast (batterij ontkoppeld, starter eruit en er weer in) en nieuw leven ingeblazen (jumpstarten lukt deze keer!).

Kamperen aan de oevers van het meer van Windermere.

Een uur later zijn Dirk en ik opnieuw on the road. We cruisen door de Yorkshire Dales, een lieflijk landschap van smalle weggetjes geflankeerd door lage muurtjes, stijgen en dalen tegen 15 procent, een lappendeken van verschillende tinten groen en bruin met witte puntjes, die bij nader inzien schapen blijken te zijn. Wanneer ik na 100 kilometer mijn motor moet stilleggen bij een tankstation, draai ik na het vullen van mijn tank met een klein hartje de sleutel om: een klik en Trixie slaat zonder mopperen aan. Ik rijd met een gerust gevoel de laatste kilometers tot aan de Motorboat Racing Club in Windermere, waar onze vooruitgereden teamleden ons opgelucht in de armen sluiten.

Inhalen niet gewenst

Na een nacht aan de oevers van het meer van Windermere maken we ons klaar voor een spannende dag. Vandaag ronden we twee passen: de Hardknott Pass en de Buttermere Pass. De eerste is een veredelde gravelweg waar geen ruimte is om een ander voertuig te kruisen, met een paar stevige haarspeldbochten én een stijgingspercentage van 30 procent. Amy, die de Rally al meerdere keren als fotograaf reed, deelt haar tactiek: in de eerste versnelling, vooruitkijken en blijven rijden! Ons team start vandaag als een van de eerste. De regel is: wie als laatste binnenkomt, start de dag erna als eerste. Zo houden ze de tijden in evenwicht. We besluiten om de veerboot te nemen naar de andere kant van het meer. Het bespaart ons een omweg van ongeveer 30 kilometer.

De Hardknott Pass is een hele uitdaging: ik focus op de weg die voor me ligt, zonder me te laten afleiden door de magnifieke vergezichten. Mijn Street Twin 900 is krachtig genoeg om in de tweede versnelling vlot de haarspeldbochten en steile hellingen te trotseren. De weinige tegenliggers wachten netjes in inhammen om de klimmende motorrijders voorbij te laten. Er wordt niet ingehaald. Iedereen worstelt op zijn eigen tempo.

De rallyrijders worden op de proef gesteld, zowel fysiek als mentaal: pijnlijke achterwerken, navigatie die niet overeenkomt met het roadbook, irritatie over teamgenoten.

Op de top worden we getrakteerd op het oorverdovende lawaai van twee straaljagers die de pas als oefenterrein gebruiken. Ook afdalen doe ik rustig, want de weg ligt bezaaid met steengruis dat uitnodigt tot slippen.

‘s Middags passeren we Gretna Green, de Schotse grens. De temperatuur stijgt boven de 30 graden en de hoge luchtvochtigheid doet tropisch aan. Rijden voelt beter dan stilstaan. Ik ben doodmoe. Aangekomen bij Kelburn Castle, blijkt dat ook de andere rallyrijders op de proef werden gesteld, zowel fysiek als mentaal: pijnlijke achterwerken, navigatie die niet overeenkomt met het roadbook, irritatie over teamgenoten.

Vier seizoenen in één dag op de Applecrosspas.

Vier seizoenen in een dag

Om zes uur worden we gewekt door druppels op onze tent. Het Schotse weer, vier seizoenen in een dag, kon- digt zich aan. We vertrekken in de miezer, maar na het eerste checkpoint is het duidelijk dat regenkledij meer dan wenselijk is. Aan het begin van de middag passeren we Ben Nevis, Bidean Nam Bian en Binnein Mòr, drie van de grootste bergen van Groot-Brittannië. Maar ze zijn gehuld in nevel en wolken. Als we ‘s middags bij het tweede checkpoint arriveren, ben ik ondanks mijn regenkledij nat tot op mijn onderbroek. In de Clachaig Inn, die tijdens de winter dienstdoet als wintersporthut, hangt de droogkamer propvol. 

Na een hartige maaltijd en een paar koppen warme thee zetten we onze tocht verder. Er wacht ons de Applecross-pas, een iconische en kronkelige eenbaans- weg door de Highlands. Deze weg, in het Gaelic bekend als de Bealach na Bà, komt in Groot-Brittannië het dichtst in de buurt van een Alpenpas. De route begint bijna op zeeniveau en vanaf de top op 626 meter heb je een ongelooflijk panoramisch uitzicht over het Isle of Skye en de Hebriden-eilanden. Het is zonder twijfel een van de mooiste ritten van deze rally. Als het weer zou meezitten ... Want de regen komt met bakken neer, de wind trekt aan mijn motor en het zicht is beperkt tot twee meter. De weg is steil en kronkelig, met veel haarspeldbochten. Elke spier in mijn lijf is gespannen als ik de negen kilometer op een slakkentempo rijd. Ik adem opgelucht wanneer ik in Applecross mijn derde stempel van de dag in mijn logboek laat zetten.

 

De Kylesku Bridge over Loch à Cairn.

De dag eindigt zoals hij begonnen is: met regen. De feestelijke ontvangst op het Torridon Estate in de Schotse Hooglanden maakt veel goed. Kasteelheer Felix en zijn vinnige vrouw Sara trakteren ons op Schotse liederen, vergezeld van snel vioolspel. Robert draagt een gedicht voor waarin hij de uitdagingen van de rally en onze avonturen beschrijft. En er vloeit veel whisky. Ik ben blij dat we onze kleine, natte tent hebben ingeruild voor de luxetent van een Frans koppel dat een kamer in het kasteel reserveerde. Totaal uitgeput val ik in een onrustige slaap waarin mijn geest de vele kilometers en ervaringen van de afgelopen vijf dagen probeert te verwerken.

Frisse ochtendstart op het Torridon Estate in de Schotse Hooglanden.

Real-life therapy

De laatste 385 kilometer naar Castel of Mey starten we onder een bewolkte hemel. Naarmate de dag vordert, wordt de lucht blauwer. Terwijl de kilometers voorbij tikken, bedenk ik hoeveel meer zelfvertrouwen ik als motorrijder gekregen heb: real-life therapy. Vanaf Durness, aan de noordelijke rand van Schotland, loopt de route bijna evenwijdig met de kust. Een zacht zomerbriesje vergezelt ons op de laatste kilometers. Om 17.34 uur klokken we af bij het Castle of Mey, een van de stulpjes van de Britse koninklijke familie. De sfeer onder de motorrijders is uitgelaten. Iedereen feliciteert iedereen, handen worden geschud, schouders krijgen vriendelijke klopjes en ik word meermaals gekust. Iedereen heeft het gehaald! En dat zonder noemenswaardige motorpech of ongelukken.

Alle 100 rallyrijders hebben na 2.500 km de eindmeet gehaald.

Na een groepsfoto voor het kasteel, rijden we langs een smal pad een halve kilometer verder naar het kampement. ‘s Avonds is de viering uitbundig. De prijzen, originele Malle Rally T-shirts, worden uitgedeeld: de Australische ploeg heeft de ultieme tijd het dichtst benaderd, de Franse ploeg heeft haar naam ‘The Lost Team’ alle eer aangedaan en is op de laatste plaats geëindigd. De Franse dame wordt geëerd voor haar uit- houdingsvermogen om 2.500 kilometer lepeltje-lepeltje te zitten met haar man. Een Estse jongeman wordt geroemd als kilometervreter omdat hij al 3.200 km had afgelegd voordat hij aan de rally begon. En ik krijg de prijs van de ‘Spirit of The Great Mally Rally’, omdat ik elke dag goedgemutst aan de dag begon, onderweg met iedereen een praatje makend. The Rumblers zitten voor de laatste keer samen rond de tafel. We genieten van lekker eten, drinken onze dagelijkse whisky en wisselen adressen uit.

De Engelse Jo en Naomi op hun Triumph.

Ik heb mijn grenzen verlegd en nieuwe vrienden gemaakt, en de trip heeft me als motorrijder naar een hoger niveau getild.

Godspeed

‘s Ochtends nemen we samen met Falk en Dagmar de A-wegen voor de resterende 225 kilometer naar Inverness. Daar scheiden onze wegen. Dirk en ik hebben nog een week Schotland voor de boeg, maar dit keer op ons eigen ritme en met oog voor de toeristische bezienswaardigheden onderweg. Het einde van de rally voelt als een tussenstop naar een volgend avontuur. Ik heb meer kilometers afgelegd in minder dagen dan ooit tevoren en heb het land op een unieke manier gezien. Ik heb mijn grenzen verlegd en nieuwe vrienden gemaakt. De trip heeft me als motorrijder naar een hoger niveau getild. Het gerucht gaat dat Robert in Scandinavië een nieuwe rally aan het uitstippelen is, met de Noordkaap als eindbestemming. Misschien wordt het mijn volgende avontuur op mijn stalen ros. Godspeed!

The Great Malle Rally

Glamping op de Howarden Estate.

De langste motorrally van Groot-Brittannië vindt elk jaar plaats midden juni. Je betaalt 1.499 pond per persoon (zo’n 1.715 euro) voor het ‘extra light package’. Inbegrepen: de georganiseerde rally, drie maaltijden per dag, kamperen met eigen tent op unieke locaties, technische en medische ondersteuning en een Malle London-basisuitrusting, bestaande uit een solide motorreistas, rallyshirt, handdoek, drinkfles en beker. Voor 1.599 pond extra huur je een motor en slaap je in een luxueuze tent die voor je klaarstaat na elke etappe.

Elke avond briefing van de rallyrijders door Robert.

Inschrijven voor de volgende editie van 22 tot 29 juni 2025 kan op: www.mallelondon.com

Geschreven op 18 december 2024
© Motoren & Toerisme