Rollercoaster
Op het roadbook van vandaag staat 320 kilometer: door het Lake District in Engeland naar de laaglanden van Schotland. Nu Dirk de leiding van het team heeft, is de communicatie via onze headset teruggebracht tot zijn eenvoudigste vorm. “Heb je ... gezien?” “Jawel, prachtig.” “Woaw, te gek.” “Ja.” Na een twintigtal kilometer geven de meiden aan dat ze het rustiger aan willen doen. We spreken af dat we bij het eerste checkpoint hergroeperen.
Net voor de middag rijden we de Winnats Pass over. De smalle weg naar de top, met een stijgingsper- centage van 25 procent, ligt verscholen achter blinde heuvels. Ik glijd met 70 km per uur door het natuurlijke amfitheater met viltgroene hellingen en rotswanden aan weerszijden van de weg en word beloond met een rollercoastergevoel en de daarbij horende kriebels in mijn buik.
Het eerste checkpoint ligt aan de voet van de pas. Daar hergroepeert ons team zich al na vijf minuten. Alle zes vinden we deze manier van rijden meer voldoening gevend: we rijden per twee of per vier, en niemand voelt zich gefrustreerd omdat ze niet kan volgen of omdat er niet gevolgd wordt. Na de stempel-, plas- en koffiepauze vertrekken we voor de laatste meters heuvelafwaarts. Wanneer ik onder aan de heuvel een versnelling hoger wil schakelen, begeeft mijn trouwe Trixie het. Ik probeer al rijdend opnieuw te starten, maar ze geeft geen krimp. Ik laat me uitbollen en verwittig de anderen al toeterend dat er een probleem is. Na een snelle batterijcheck proberen we de motor in gang te duwen. Zonder resultaat. We bellen het supportteam. Als Calum en Leroy arriveren, hebben ze in 30 minuten de diagnose gesteld (waarschijnlijk ligt het aan de starter), eerste hulp toegepast (batterij ontkoppeld, starter eruit en er weer in) en nieuw leven ingeblazen (jumpstarten lukt deze keer!).