Welcome in Saudi-Arabia
Een lange slanke jongeman in een traditioneel wit gewaad en rode tulband op, kijkt me vrolijk aan als ik om me heen kijk om uit te vinden hoe het hier precies werkt met taxi’s. Ik vraag hem of hij een taxi weet, ‘ taxi, yes, follow me’. We lopen een paar trappen af en komen in een parkeergarage terecht, hij moet zelf ook even zoeken, maar vindt dan de auto met zijn vrienden erin. Een ervan zit achter het stuur van een oude Opel, de andere vriend zit achterin. Vrolijk zeggen ze gedag. De lange jongen gaat voorin zitten, ik zit naast een andere jongen achterin. Ik maak grappen over het aantal taxichauffeurs per auto in dit land. Als we bij de slagboom van de parkeergarage komen vragen ze mij om het ticket te betalen, weer aanleiding voor een grap over de geldvoorraad van Saudiërs, waarvan ik altijd gedacht had dat die goed gevuld was. Buiten het terrein van de luchthaven komt er een joint tevoorschijn. Het is vier uur ’s nachts en 52 graden buiten. De chauffeur neemt een paar trekjes van de joint voordat deze rond gaat bij zijn vrienden, en binnen enkele minuten staat de auto blank van de rook. Er wordt gepraat over Nederlandse coffeeshops, Tsjechische blonde vrouwen en veel gelachen, aardige jongens die Arabieren. Ze zetten me af bij het hotel, buiten het geld voor de parkeergarage hoef ik niet te betalen. Ze zwaaien me vrolijk uit. Mijn gedachte was altijd dat Saudiërs allemaal rijke dikke mensen waren die alleen maar van materiële luxe houden en al het werk aan Indiërs en Pakistani uitbesteden. Maar mijn eerste kennismaking met dit land is heel anders.