Lezers op reis: Duc de Bourgogne

Op een boogscheut van de Belgische grens ligt het beloofde land voor motorrijders. Uitgestrekte, kronkelende en onderbevolkte asfaltwegen langs bossen, meren en culturele bezienswaardigheden. Sterker nog, deze regio is de bakermat van de West-Europese beschaving en levensopvatting: dit is Bourgondië. Mijn vader en ik toeren vijf dagen door de streek. Vijf dagen vol asfalt, vliegen en heerlijke contre-filet; een verslag.

Waarmee kan een mens beter het verlengde Hemelvaartweekend vullen dan een been over een tweewieler te zwaaien, vol te tanken en de wijde wereld in te trekken? Ik kan niets beter verzinnen… Voor deze gelegenheid voorzag Ducati Aarschot een nagelnieuw Italiaans raspaard: de Ducati Multistrada V4S Grand Tour, een serieuze upgrade tegenover mijn eigen Cagiva Elefant 750 uit 1994, een trouw ros met hetzelfde DNA.

Rit 1: van Brussel naar het fort van Givet

De eerste rit van deze vijfdaagse is ook meteen de kortste. We geven het startschot in de late namiddag en trekken van het Pajottenland richting de Ardeense Maasvallei. Ik moet bekennen dat er in deze reis bitter weinig voorbereiding is gekropen: enkel de hotelovernachtingen liggen vast en verder zijn we uitgerust met enkele Michelin-landkaarten die het gebied van Brussel tot Lyon beschrijven. Een leuk detail op deze Michelins is dat er zogenaamde groene wegen zijn aangeduid, waarop het uitzicht en de route net iets idyllischer is dan langs de tolwegen. Bovendien zorgt zonder gps rijden ervoor dat de nadruk nog meer op het motorrijden en genieten ligt. Op deze reis geen eindeloos gestaar naar overbelichte TFT-schermen.

Lezers op reis, Duc de Bourgogne, Bourgondië, Marijn Arijs
Zonder gps, maar met een papieren Michelin-kaart. Dat is écht toeren.

Een algemene restauranttip in Franse dorpen; kom op tijd, want de keukens gaan hier genadeloos vroeg dicht.

Net over de taalgrens begint voor mij altijd het vakantiegevoel. We rijden van Edingen via Binche naar Thuin om via Walcourt en Philippeville uiteindelijk de grens met Frankrijk over te steken naar de Maasgemeente, en onze eerste overnachtingsplek, Givet. De brede Maas geeft een zekere sereniteit aan de kleine stad, die bij aankomst gehuld is een roze avondzonsgloed. Deze rust staat in schril contrast met de hevige gevechten die ooit in deze regio gevoerd werden, met als aandenken het fort Charlemont (daterend van 1555) dat boven de huizen uittorent. Een algemene restauranttip in Franse dorpen; kom op tijd, want de keukens gaan hier genadeloos vroeg dicht.

Rit 2: naar de teelaarde van de Champagne

De volgende ochtend worden we wakker in Givet onder een laken van dichte mist. Tegen beter weten trekken we de nevelwolk in langs de D8051 en D988, biljart vlakke ‘départementales’ die ons langs de kronkels van de Maas naar Revin brengen. Hier begint de D1, en die staat (jawel) in het groen aangeduid op onze Michelin, én terecht. De rit kronkelt een heel stuk verder richting de Kathedraal van L’Epine, een stop die met stip staat aangeduid op de bedevaart naar Compostella. Lunchen is hier een geneugte van het leven in ‘Aux Armes de Champagne’, hier kan je gastronomisch tafelen tegen een prijs waarvoor je bij ons in een matige brasserie nauwelijks een vol-au-vent voorgeschoteld krijgt.

Via Brienne-le-Château, waar een van de paleizen van Napoleon Bonaparte de heuveltop siert, komen we aan de grote meren van de Champagnestreek. Deze kunstmatige meren zorgen ervoor dat de Seine netjes binnen haar oevers blijf en Parijs niet blank komt te staan. Een groot deel van de eik die gebruikt wordt voor de renovatie van de Notre Dame van Parijs wordt uit de bossen gehaald die grenzen aan de ‘Lacs Amance et du Temple’. Elk jaar doorzeven nog enkele schattenjagers deze bossen in de hoop er een vermeende Tempeliersschat te vinden. Het laatste deel van de tweede dag brengt ons naar de grens tussen de departementen Aube en Côte-d’Or, waar we overnachten. Hier is het zalig rijden tussen de wijnranken, die we ’s avonds in de vorm van champagne bij het diner in ons glas geschonken krijgen. Hier wordt, op meer dan 100 kilometer van de champagnehoofstad Reims, het overgrote deel van de druiven geteeld die eindigen in een AOC-fles.

Lezers op reis, Duc de Bourgogne, Bourgondië, Marijn Arijs
Uit de velden rijst uit het niets de Basilique Notre-Dame de l'Epine op, die al ruim 500 jaar het landschap op een gotische manier tekent.

Rit 3: de Duc in zijn element

Vandaag maken we een rondrit door het departement Côte-d’Or, de plek om de Multistrada eens grondig aan de tand te voelen. Sportief toeren op z’n best. ’s Ochtends trekken we vanuit de omgeving van Les Riceys richting de eeuwenoude Abbaye de Fontenay, een prachtig gerestaureerde voormalige cisterciënzerabdij en UNESCO-werelderfgoed. Ook de wegen hierrond zouden gerust die status mogen genieten. Het is vroeg in de voormiddag wanneer er door de mythisch aanvoelende valei waarin de abdij ligt een bulderende V4 Granturismo raast. De omliggende fauna en flora zullen geweten hebben dat deze koppelrijke Italiaan bochtrijke Franse wegen als ontbijt lust. Met de 60 liter aan bagageruimte volgestauwd gaat de meest complete toermotor uit Bologna vlot van oor tot oor over de fijne Bourgondische kronkelwegen.

Lezers op reis, Duc de Bourgogne, Bourgondië, Marijn Arijs
De Multistrada V4S heeft een onstilbare honger naar asfalt, liefst met een ferme bocht erin.

De omliggende fauna en flora zullen geweten hebben dat deze koppelrijke Italiaan bochtrijke Franse wegen als ontbijt lust.

Na het abdijbezoek gaat onze rit naar Beaune, tijd voor lunch. De D905 en D33 bieden de perfecte kans om de Multistrada uit de Touring rijmodus te halen en de gashendel eens open te trekken in Sport. Het koppelrijke blok zorgt ervoor dat het schaarse vrachtverkeer in fracties van seconde ingehaald is, waardoor de open weg lonkt. Zelfs in de stadsomgeving bij lage toeren is de 4-pot krachtpatser makkelijk naar de hand van de bestuurder te zetten. Al het bekijks tijdens het parkeren op het pleintje voor het Hospice de Beaune nemen we er graag bij.

Wanneer onze innerlijke mens opnieuw gevoed is, rijden we de wijnchateaus tegemoet, richting Nuits Saint Georges, langs dat andere UNESCO-erfgoed: de Route des Grands Crus. Uiteraard zonder tussenstops, want zoals het goede motorrijders betaamt doen we ons enkel ’s avonds ruimschoots tegoed aan de lokale nectar. Eens de wijnhuizen voorbij nemen we de D35 richting Urcy, een prachtig staaltje wegeninfrastructuur met enkele haarspeldbochten die, ondanks hun verdienstelijke poging, de Duc niet in verlegenheid kunnen brengen. De boterzachte quickshifter zorgt er trouwens voor dat de bochten elkaar ongezien snel opvolgen. Deze weg is duidelijk niet onbekend en onbemind, want tijdens onze passage kruisen we zowel een een Hollandse 2-pk club als een Zwitserse Porsche club. Ook zij komen zich tegoed doen aan het betere bochtenwerk. Hierna gaat het langs de rivier de Ouche terug richting Montbard en Les Riceys. Met een kleine 300 dagkilometers op de klok begint de gespierde toerer wel heel vertrouwd aan te voelen.

Lezers op reis, Duc de Bourgogne, Bourgondië, Marijn Arijs
De sereniteit van de abdij doet ons even gas terug nemen.

Rit 4: de marathonetappe richting Sedan

Zoals ik al zei rijden we bewust zonder gps, wat vandaag onbewust een marathonetappe maakte. We lieten ons bij de start van de dagrit verleiden door een groene weg, de D16, op onze Michelinkaart die langs het kasteel van Rochefort (geen kaas of bier hier) richting Aignay-le-Duc loopt. En terecht, je rijdt hier door een beboste vallei waar plots een middeleeuws dorp opdoemt dat doet denken aan een ridderfilm uit 2001 met wijlen Heath Ledger in de hoofdrol. Al ben ik blij dat de dravers uit de film in mijn geval plaats hebben geruimd voor een 1158 cc sterke stalen ros dat makkelijk 170 middeleeuwse hengsten de baas kan. De rit was zo amusant dat ons gezelschap pas tegen de middag doorheeft dat we zuidelijk afdwalen (in plaats van noordwaarts te rijden). Uitgehongerd en nog net op tijd voor lunch donderen we langs Bar-sur-Aube, Saint-Dizier binnen.

Het tweede deel van de etappe loopt langs de D2 verder richting het noorden. De bossen laten we achter ons en we toeren nu over wegen die doorgaans enkel door tractoren bereden worden. De hele weg richting een tankstation net buiten Vouziers houd ik het vebruik van de Ducati in het oog. Aan 30 of 50 kilometer per uur lust de viercilinder wel een aardige slok, al blijft het gemiddelde verbruik van 5,9 liter over de hele trip ruim onder de 6,6 liter per 100 km die Ducati bij lancering opgaf. Warm is ‘ie wel: mijn zetelverwarming lijkt naar de hoogste stand over te schakelen… en het is vandaag 26 °C. Mijn benzinetank lijkt een flink stuk minder ver de rijken dan die van de BMW R 1250 GS Adventure in het gezelschap, al biedt Ducati natuurlijk ook nog een Multistrada V4 Rally met een grotere brandstoftank. Met een warme kont en een kerkhof aan lokale insecten op vizier komen we aan op onze laatste slaapplek van deze vijfdaagse.

Rit 5: van La Porte de France tot de citadel

Na het ontbijt beginnen we aan onze rit over de laatste kilometers zonovergoten Frans asfalt, richting Bouillon. De wegen vanuit Sedan naar België voelen al zeer Ardeens Belgisch aan, niet zo gek natuurlijk als je weet dat Bouillon in vogelvlucht nog geen 15 km verderop ligt. De kortste weg is in dit geval zeker niet de mooiste, de D777 en D6 die uiteindelijk de grens overgaat bieden een prachtige speelterrein voor de bochthongerigen onder ons. Eens we de grens enkele kilometers voorbij zijn en we tientallen bochten verder rijden, passeren we quasi onder het kasteel van Bouillon door. We zetten koers richting de citadel van Namen, via die andere citadel in Dinant. De wegen hier zijn elke motorminnende Belg welgekend en bieden een verkeersarm alternatief voor de overbevolking op ons Vlaamse asfalt, al loont het meer dan de moeite om de grens over te steken en koers te zetten richting de bakermat van ons Westerse bestaan: Bourgondië…

Lezers op reis, Duc de Bourgogne, Bourgondië, Marijn Arijs
Even op adem komen aan het kasteel van Bouillon.

Het noordoosten van Frankrijk biedt voor menig motard alles wat zijn/haar hart begeert.

Wie zorgeloos wilt toeren en dan nog liefst meer dan een dag, hoeft dus echt niet ver te gaan. Het noordoosten van Frankrijk biedt voor menig motard alles wat zijn/haar hart begeert. Ook gastronomisch komt een mens hier nog voor een schappelijke prijs aan z’n trekken en last van tegenliggers of verkeer heb je er al helemaal niet. De nieuwe Multistrada V4S Grand Tour bleek hiervoor het ideale wapen, een beter sturende toering met dergelijk vermogen moet nog uitgevonden worden. Al vrees ik dat de geldbuidel van een 27-jarige motard zoals mezelf voorlopig nog geen weerwoord biedt op het prijskaartje van zo’n slordige 28.000 euro.

Lezers op reis, Duc de Bourgogne, Bourgondië, Marijn Arijs

Tekst: Marijn Arijs

Foto’s: Benoit Devreker

Ducati Multistrada V4 S
Motor: vloeistofgekoelde viercilinder in V viertakt
CI: 1.158 cc
Drooggewicht: 218kg
Rijklaar gewicht: 243kg
Vanaf: € 24.490,00
Geschreven op 30 mei 2024
© Motoren & Toerisme