Lezers op reis: Alpen en Dolomieten

Afgelopen nazomer trok M&T-lezer Guy Heyns er met enkele collega-motorrijders op uit. Via Duitsland en Oostenrijk, ging het naar Italië en de Dolomieten en van daaruit terug naar Oostenrijk. Het werden negen lange, maar zeker ook mooie toerdagen. Al dat toerplezier wou Guy graag delen met andere M&T-lezers.

Tekst en foto’s: Guy Heyns

Op zaterdag 28 augustus was het verzamelen geblazen op de parking van de Total in Tessenderlo. Daar zouden we – met een lekker ontbijt - worden opgewacht door een ‘partner in crime’ die ons later op de reis zou vervoegen. Héérlijk was dat: de ontmoeting met de vrienden onder het genot van een lekkere koek met dampend hete koffie. De reis begon alvast uitstekend, ondanks de onheilspellende hemel. Het was nog droog, maar dat zou het wellicht niet lang blijven. Geen andere keuze dan maar dan de regenkleding alvast aantrekken en dat bleek later al geen slecht idee...

De reisroute van bijna 3200 km zou ons doorheen Duitsland en Oostenrijk naar Italië brengen, waarbij we eerst een ommetje zouden maken naar de Stelvio en Gavia, om dan verder in de 9-daagse reis de Dolomieten in te trekken. De route lag vast, zowel voor Garmin als voor Tomtom en de hotelkeuzes waren reeds vooraf gemaakt, met het zicht ook op comfort, zowel voor de motor (garages) als voor onszelf (locatie, restaurants, sauna, wellness, ruimte...). Alle routes zijn trouwens (gratis) te downloaden; de link ernaartoe vindt u achteraan het artikel.

Om 8 uur werd het startsein gegeven en de drie motoren (R1200 RT 2006 – Honda Africa Twin 2020 - Honda Crosstourer 2020) werden gewillig bestegen. De rit van 500 km naar Freudenstadt verloopt rustig, maar wel héél erg nat. Al vanaf Tessenderlo en helemaal tot in Freudenstadt blijven de wolken ons volgen en lijken de weergoden ons niet gunstig gezind.

Via Luik en Verviers passeren we Spa Francorchamps en daar zorgt het F1-weekend voor een ongezonde drukte. Ongezond ook vanwege de opgefokte macho’s die demperloos de burgerautostrade aanzien voor het verlengstuk van hun ego. Bij ons in de Kempen zeggen ze dan dat ze wellicht een klein p... hebben. Laten we het daar maar op houden. Al deed het wel deugd te zien dat de patrouillerende rijkswachters dan ook hun p... lieten zien en hun demper was blijkbaar toch iets groter... Enfin, lang verhaal kort, na Spa Francorchamps lag de weg helemaal open en weerhield enkel de striemende regen er ons van om uitgebreid te genieten van de aangevangen reis. Regen of geen weer, wir schaffen das.

Via Sainkt Vith steken we de grens over in Winterspelt. Goeie weg, aangenaam verkeer. Na de doortocht in Pirmasens gaan we even de Duitse kleinere wegen op en slingeren we rustig richting Scheibenhard waar we de Franse grens oversteken voor een heel kort stukje Frankrijk. Het stuk weg net voor die Franse Grens is een heerlijke bospassage.        Als is het hier wel opletten geblazen voor overstekend wild...

Na Frankrijk wordt de impressionante Rijn overgestoken aan de Kraftwerke. Geen plaats voor een korte stop, maar toch eens effe rondzien, want het is echt wel de moeite. Een gewoon stukje weg (wel van Duitse kwaliteit...) leidt ons naar het drukke Baden Baden, maar vanaf daar leidt de 462 (groene weg) ons heerlijk naar ons Hotel ‘Gut Lauterbad’ in Freudenstadt.

Eenvoudig maar aangenaam hotel; waar de forellen vers uit de eigen vijver komen en de steaks heerlijk worden bereid. Met een volle maag vallen we dan ook na een korte boswandeling heerlijk in slaap in het rustige hotel.

Zondag 29 augustus worden we wakker en de buitengeluiden klinken niet erg fraai... de meegebrachte regenkleding zal weer dienst moeten doen. Helaas... De tocht doorheen Duitsland verloopt verder erg vochtig, maar ook rustig. Eén tip: trek nooit van die plastieken tankhandschoenen over je handschoenen aan in een poging om de kletsnatte pollekes toch even te ontzien. Na 500 meter trok onze reisgenoot deze al uit: je verliest totaal je grip. NIET doen dus... Een andere reisgenoot deed dan weer plastieken zakken over zijn (totaal versleten) laarzen terwijl hij thuis nieuwe gore-texen had staan... Ook hier grip-gewijs toch even voorzichtig zijn. Een gewaarschuwd man...

Het einde van het uitmuntende Duitse wegdek kondigt zich aan bij de Oberjoch pas. De eerste pas van onze 38-toppige reis. Eens de Overjoch over (héérlijk aan Duitse zijde) lijken de weergoden ons beter gezind. De hemel klaart een beetje op en de resterende 120 kilometer lachen ons toe/ Het Tannheimer Tal is mooi om zien en het wegdek is prima. De Gaicht en de Hahntenjoch (beetje saai en zeker als ie nat ligt) passeren onder onze wielen door in de aanloop naar Sölden.

En in Sölden staan we dan....2.5 uur stil. Allemaal dankzij een hoop masochisten die perse graag een wielerwedstrijdje houden waarin de Timmelsjoch de hoofdrol speelt. Naar beneden rijden lijkt leuk, maar je moet wel eerst naar boven. Maar ook naar beneden rijden op een doorregende helling lijkt toch ook wel niet zo heel simpel te zijn, getuige de vele vermoeide gezichten en de troostende ega’s die een steunende schouder bieden aan de met isolatiefolie ingepakte late aankomers...

Spectaculair is onze beklimming van de Timmelsjoch wel. Zeker als we bij valavond om halfacht, voorafgegaan door een brandweerwagen met volle licht en geluid, de berg mogen oprijden achter deze ‘pace’car. Was wel nodig ook, want blijkbaar waren er nog veel renners die willens nillens ook in de valavond nog de berg afdalen in het halfdonker. Als je dan geen brandweerwagen in vol ornaat voor je hebt rijden is de kans groot dat de renners plots net voor je opduiken als ze besluiten om dat ene bochtje toch maar lekker af te snijden. En zelfs al blijven ze op hun weghelft, een schuivertje is genoeg om ze even later voor je voorwiel geserveerd te krijgen...

Enfin, eind goed, al goed, boven op de berg wacht Alpenhotel Laurin ons op met een lekkere maaltijd en schitterende kamers. Jammer genoeg waren we te laat voor de sauna en dergelijke meer (hadden we écht wel behoefte aan na twee dagen gietende regen) maar de supergrote garage en de aangeboden droogkamer maken véél goed.

Alpenhotel Laurin ligt werkelijk ideaal: je hebt een majestueus uitzicht en de deur van het pretpark ligt letterlijk 500 meter verder... Maar eerste een welverdiende nachtrust in een meer dan uitstekende, bijzonder ruime kamer terwijl de droogkamer zich over onze natte spullen ontfermt.

Vanuit het Alpenhotel Laurin kan je bijna te voet naar het tolhuis van de Hochalpenstrasse , daar waar de kermis begint.... Dag 3 kondigt zich trouwens héérlijk aan en de regenspulletjes kunnen netjes (en kurkdroog – dank u droogkamer...) de bagagekoffers in. En de fun begint,  de Passo Rombo, Passo Giovo (Jaufenpas) en de Passo di Pennes volgen elkaar naadloos op en brengen ons Italië binnen. De eerste 100 km zijn héérlijk en de eerste twee regendagen zijn héél erg snel vergeten. Hier zijn we voor gekomen....

En de fun begins... de Passo Rombo, Passo Giovo (Jaufenpas) en de Passo di Pennes volgen elkaar naadloos op en brengen ons Italië binnen. De eerste 100 km zijn héérlijk en de eerste twee regendagen zijn héél erg snel vergeten. Hier zijn we voor gekomen....

Na de Passo di Pennes zak je af in de richting van Bolzano en kan je de armen even rust geven op een lekker rijdende weg. Net voor Bolzano buig je af en daar kan je – zéker aan te raden – terug de heuveltjes induiken om de grote weg toch nog even te vermijden. Geloof me, je wil de hoofdweg tussen Bolzano en Merano niet rijden. Wegens het gebrek aan alternatieven rijdt werkelijk alle Noordelijke verkeer in Italië dat richting Zwitserland wil langs daar. Het stuk tussen Merano en Pordoi is een noodzakelijk kwaad, je kan er alleen maar het beste van maken....

Maar vooraleer doorheen Merano te laveren (druk, druk...én Italianen bovendien... zucht) heb je nog enkele heerlijk bergstukjes te doen. Enkele collega’s die deze reis al in juni hadden gereden hadden ons verwittigd, wegens wegenwerken moesten zij daar een alternatief zoeken en dat was gelukkig ook snel gevonden. Wij leken eerst meer geluk te hebben, maar iets hogerop werden ook wij gedwongen terug te keren naar de alternatieve weg. En daar gingen we dan even in de fout. Ik vroeg de GPS om de snelste weg te nemen naar de alternatieve route die we voor alle veiligheid ook al opgeladen hadden. Maar we kenden het terrein niet.... De GPS vond snel de kortste weg naar de nieuwe route, maar ons angstpeil ging snel de hoogte in. We dienden haakse bochten te nemen op weggetjes van amper 1.8 meter breed terwijl de hellingsgraad van 35% onbeperkt aanhield. Niemand is gevallen en er is niets gebeurd, maar we vragen ons nog altijd af hoe we daar ooit een motor terug veilig recht gekregen zouden hebben.

Wel super heerlijk om te rijden is de aanzet na Bolzano. Ken je die speelgoedgarages nog van vroeger? Met zo’n ronde afrijlaan? Wel, de Via Miramonti is zoiets maar dan in ‘het echt’ . Als je in de buurt bent, zeker even mee doorpakken. Lekker krullen...

De SS38 brengt je dan verder naar Trafoi waar hotel Madatsch een absolute aanrader is! Nergens op de reis beter gegeten dan daar en de rest van de accommodatie, inclusief garage zijn top. En dan heb ik het nog niet over de ligging gehad: netjes aan de voet van de Stelvio dus de pretoogjes zijn niet ver weg...

Dag 4 begint dus aan de voet van de heerlijke Stelvio. Toch even een woordje over de ligging van de hotels in deze reis. Deze zijn stuk voor stuk – al zeg ik het zelf – uitstekend gekozen. Ze liggen meestal net aan de start van een bergetappe en ze bieden je - niet onbelangrijk! - de kans om het voor motorrijders vreselijke verkeer van wielerterroristenen en mobilhorrorhouses voor te blijven. Voor de early birds zijn de kansen dan ook maar voor het grijpen als je de zon wil zien opkomen op één van de 38 bergtoppen.

Wij kozen ervoor om eerst nog even van het uitstekende ontbijt te genieten alvorens de Stelvio lekker rustig op te rijden. En "the fun continues" bij het afdalen. Een gouden tip... nét voor je aan de grote afdaling van de Stelvio gaat beginnen zie je een klein rood, vierkant gebouwtje en vlak daarna een parking. Als je een mooie foto wil maken. Stop even op die parking, doe de moeite om effe de weg over te steken (het voetpad maakt duidelijk waarheen...), plaats een bakje onder uw mond en aanschouw het walhalla der motorafdalingen.....

En dan wordt het tijd om ofwel een nieuw inlegkruisje te steken, ofwel om een nieuwe pamper om de billetjes te leggen, tenminste toch als je van plan bent de Gavia aan onbehoorlijke snelheden te rijden. De Gavia is heel mooi, dat wel, maar, en zeker bij tegenliggers, verraderlijk smal. Hier is enige voorzichtigheid toch wel geboden op de niet altijd perfecte wegen. Ook hier geldt het feit dan een verwittigd(e) man/vrouw er twee waard zou moeten zijn. Overigens, na de Gavia kom je een heerlijk restaurantje tegen (je kan er niet naast kijken) waar een heerlijke Italiaanse snack het genot alleen maar verder verfijnt.

De verdere route in de richting van de Dolomieten waarbij je nog diverse passen onder de wielen laat doorschuiven (Tonale – Mendola – San Lugano – Lavazé – Costalungo) is héééérlijk om te rijden. De weg is prima, de zichten bij tijden wondermooi, om niet te zeggen adembenemend. De zogenaamde te verwachten ‘Koninginnerit’ is voor morgen gepland. Maar eerlijk? Ik voel me nu al de koning te rijk.... En dan moeten die heerlijke Dolo’s nog komen. En de kermis draait alweer verder zodra je de Adige oversteekt. Neem toch maar even de tijd aan de Karersee (moeilijk parkeren) en de Karerpas en laat de ‘Sella’ toch maar even tot je doordringen terwijl je van een koffietje geniet op één van de leuke terrasjes die je hier passeert. Als het je eerste kennismaking met de Dolo’s is ga je hier zeker van genieten....

Wegens volle hotels moeten we hier wel even afwijken van de route zoals u die straks kan downloaden, maar eerlijk? Aan het volgende hotel mist u eerlijk gezegd niet zo veel, behalve dan de uitstekende garage.

Dag 5 begint dus aan de voet van de Dolomieten  en we vangen de rit aan met een rondrit rond de Sella in de richting van Cortina d’Ampezzo. Vandaag staan slechts 188 km op de planning om er bij wijze van spreken een ‘rustdag’ van te maken. Voor de liefhebbers zijn er mogelijkheden genoeg om er nog een extra stukje bij aan te breien, maar wij genieten wel even van de ‘relax time’ en blijven extra lang plakken op de vele terrasjes die je telkens een geweldig uitzicht bieden op het fraais van de Dolomieten . De gekende passen schuiven onder de wielen door, Sella, Gardena, Campolongo, Pordoi... en onthullen het paradijs van de Dolomieten. Denk er echter wel aan dat de rest van de wereld dit ook paradijselijk vindt en de helft van die bevolking komt er schijnbaar samen met jou naar kijken... dus je hebt het rijk hier niet alleen voor jou... Dit is – zoals verwacht – het drukste gedeelte van de reis. Hou er dus ook maar rekening mee.

Wij kiezen ervoor om, op weg naar Cortina d’Ampezzo , de Falzareggo nog even mee door te nemen. Na de drukte van de Sella is dit écht wel een verademing. Je kronkelt helemaal alleen de Falzareggo up & down en deze is absoluut heerlijk om te berijden in deze omstandigheden.

En dan, we wisten het niet..., moest het mooiste stuk van de dag nog komen op de Passo Di Giau... in één woord: ‘Wauwkes’. De vele geparkeerde motorfietsen hier verbazen ons geenszins. Dit is de natuur zoals ze moet zijn. Dit zijn de Dolomieten in hun allermooiste vorm. En eigenlijk, worden we er een beetje stil van dit is overweldigend, dit is méér dan mooi en het genieten méér dan waard.

Zéér tevreden van de rit arriveren we dan ook in Cortina d’Ampezzo, onze laatste stop in Italië.

Dag 6 start alweer met een overheerlijk (doch corona-traag...) ontbijt en wordt de aanzet gegeven voor de rit naar Heiligenblut in Oostenrijk. Na gisteren (9 passen) is dit de ‘tweede volste’ dag met 8 passen, waaronder de Plockenpas bijvoorbeeld maar zeer zeker ook de Zoncolan. En dat is een ander paar mouwen...

Het eerste stuk tussen Cortina d’Ampezzo en de Zoncolan is ook weer heerlijk, al kan je best de SS51 de SS51bis en de SS52 vermijden wegens enerverend traag en veel te druk. Ik had maar wat beter naar ‘ons madam Cindy’ (de enige dame in de groep) moeten luisteren. Maar ja, die mannelijke trots hè...

Enfin, vanaf de moment dat je de SP619 opdraait is het leed snel vergeten. Alle mogelijke heerlijkheden schuiven weer onder je wielen onderdoor en het feest schiet weer volop in gang. De aanloopbnaar het Lago di Sauris en de Passo del Pura zijn weer absolute top.

Dan komt die beroemde Zoncolan... Er zijn nu (bij mijn weten) 10 mensen die deze reis volledig hebben gereden. En alle 10 waren ze het er roerend over eens... de Zoncolan is een rij-technisch uitdagertje. Smal, scherp en stijl. En dat hebben we kunnen onderstrepen met een valpartij. Denk er aan dat de benen van een wielertoerist wel eens leeg zouden kunnen zijn net voor de top. En dat die goeie man wel eens een ‘surplaceke’ aan het doen kan zijn net na de bocht wanneer ie de laatste hoogtemeters moet overwinnen. Als je dan vol in de bocht hangt en die verschijnt ineens voor je wiel.... Dan heb je geen andere keuze dan de motor effe neer te leggen... hoe ervaren je ook mag zijn. Eén van de collega’s maakte het mee, maar het zijn dan ook net op deze momenten dat de solidariteit het overneemt. Met vereende krachten en de benodigde materialen worden de benodigde herstellingen uitgevoerd (met dank aan tiewraps...).

Na de Zoncolan vind je op deze route geen verder echte uitdagers meer. De Plockenpas is een doetje in vergelijking met de Zoncolan. Wél heerlijk om te rijden en hij brengt je terug Oostenrijk in. Overnachten doen we deze keer aan de voet van de Grossglockner in Heiligenblut, een klein, maar fijn dorpje waar hotel Kaiservilla ons heerlijk verwent.

Dag 7, maar dat weten we dan nog niet, wordt ook weer een topper van formaat. We krijgen de Grossglockner te zien in de helderste lucht ooit en de Zillertaler Hohenstrasse (uitdager nr 2 op de route) toont ons het Oostenrijkse dak van de wereld. Adembenemend mooi, allebei...

De tol wordt betaald en we zetten onze weg verder op de Hochalpenstrasse en we vergeten deze keer zeker de kasseiweg te nemen naar de Edelweisspitze, de eigenlijke top waar je heen moet. Met hoogpoters en vochtig, koud weer blijf je daar toch maar beter weg denk ik, want kasseitjes op die hoogte. Enfin, wij krijgen de weg droog voorgeschoteld en we genieten met volle teugen van de volledig blauwe lucht die prachtig aftekent tegen de witte Grossglockner. Ja we zijn op de terugweg, ja we weten het, maar laat ons nog heel even intens genieten van deze natuurpracht...

Na de Grossglockner duiken we Oostenrijk in de net voorbij de beroemde Krimmler Wasserfälle bereiken we dan de Zillertaler Höhenstrasse, een uitdagertje wel, maar wel een die je op je palmares moet schrijven en zeker bij helder weer. Supermooi en machtig om zien gewoon. Een echte Almdudler en een Kaiserschmarrn mag je hier niet vergeten te bestellen....

Na de Zillertaler Höhenstrasse wacht je nog een bijzonder aangename afsluiter vooraleer het hotel wordt bereikt: het Karwendel Naturgebiet ligt nog tussen Vorderriss en Wallgau en is een héérlijk stukje weg langsheen de Isar... Prachtig en zéér rustgevend... Totaal relaxed arriveren we in ons hotel...

Dag 8 en 9 neem ik even samen. Dag 8 begint wederom prachtig en de L255 die u langsheen de Plansee leidt is alweer adembenemend mooi. Maar hier stopt het nog niet. We passeren nogmaals door het Tannheimertal en ditmaal hebben we zelfs een zicht op het dal. Op de heenreis bleef het verstopt in de wolken en de regen.... Ook de Oberjoch, het laatste ritje op de kermismolen schuift nog even onder de wielen door. Als u op de parking bovenaan even wacht op een verkeersvrij moment is het weer joelen van plezier op deze heerlijk krullende afdaling... .

Het wordt nog even druk aan de Bodensee; dat wel, maar uiteindelijk belandt u aan de zuidzijde van het Zwarte Woud en ook deze speeltuin wacht dus nog op ons op de laatste dag van onze reis. 

Een teken te meer dat de ‘goede’ motorrijder hier weer wordt gestraft door het wangedrag van enkelen die hier demperloos scheuren aan onaanvaardbare snelheden. Wel, niet meer op de Schwardwaldhochstrasse dus en dat is oprecht jammer. Het is en blijft een prachtige weg, maar niet aan 70km/uur.

Na de laatste bochtjes van het Zwarte Woud nemen we weer grotere wegen om uiteindelijk via de autostrades België terug te bereiken.

De reisafstand bedroeg bijna 3200 kilometer en er werden 38 toppen bereden. Hieronder vindt u verdere details en de link naar alle routes zoals deze origineel werden vastgelegd.

https://www.myrouteapp.com/en/info/collection/119

 

Geschreven op 30 november 2021
© Motoren & Toerisme