Spectaculair is onze beklimming van de Timmelsjoch wel. Zeker als we bij valavond om halfacht, voorafgegaan door een brandweerwagen met volle licht en geluid, de berg mogen oprijden achter deze ‘pace’car. Was wel nodig ook, want blijkbaar waren er nog veel renners die willens nillens ook in de valavond nog de berg afdalen in het halfdonker. Als je dan geen brandweerwagen in vol ornaat voor je hebt rijden is de kans groot dat de renners plots net voor je opduiken als ze besluiten om dat ene bochtje toch maar lekker af te snijden. En zelfs al blijven ze op hun weghelft, een schuivertje is genoeg om ze even later voor je voorwiel geserveerd te krijgen...
Enfin, eind goed, al goed, boven op de berg wacht Alpenhotel Laurin ons op met een lekkere maaltijd en schitterende kamers. Jammer genoeg waren we te laat voor de sauna en dergelijke meer (hadden we écht wel behoefte aan na twee dagen gietende regen) maar de supergrote garage en de aangeboden droogkamer maken véél goed.
Alpenhotel Laurin ligt werkelijk ideaal: je hebt een majestueus uitzicht en de deur van het pretpark ligt letterlijk 500 meter verder... Maar eerste een welverdiende nachtrust in een meer dan uitstekende, bijzonder ruime kamer terwijl de droogkamer zich over onze natte spullen ontfermt.
Vanuit het Alpenhotel Laurin kan je bijna te voet naar het tolhuis van de Hochalpenstrasse , daar waar de kermis begint.... Dag 3 kondigt zich trouwens héérlijk aan en de regenspulletjes kunnen netjes (en kurkdroog – dank u droogkamer...) de bagagekoffers in. En de fun begint, de Passo Rombo, Passo Giovo (Jaufenpas) en de Passo di Pennes volgen elkaar naadloos op en brengen ons Italië binnen. De eerste 100 km zijn héérlijk en de eerste twee regendagen zijn héél erg snel vergeten. Hier zijn we voor gekomen....