Langeduurtest: 5 redenen waarom de Multistrada V2 S een excellente reismotor is

Om een reismotor te testen moet je kilometers malen – véél kilometers. Maar hoe doe je dat, tussen alle strakke deadlines en wisselvallige herfstdagen in? Onze hoofdredacteur Maarten vond daar een goede manier voor: duizend kilometer afhaspelen op één dag. Met die prestatie nog vers in zijn geheugen, vertelt hij waarom de Ducati Multistrada V2 S een excellente reismotor is, en waar het volgens hem nog wat beter kan.

Enkele weken woon-werkverkeer, een ongelukkig slippertje op mijn oprit en een blitz-roadtrip van duizend kilometer over Franse snelwegen, routes départementales en de beruchte périphérique van Parijs. Dat zijn de wapenfeiten die ik de voorbije maanden heb neergezet met de Ducati Multistrada V2 S. Met zijn agressieve, havikachtige blik en legergroen verenkleed is de Multi anno 2025 absoluut een hippe vogel. Maar blijft hij trouw aan zijn oorspronkelijke Multistrada-belofte? Voel je nog steeds het rauwe karakter van de Ducati-twin door dat dikke zadel heen en achter dat hoge windscherm? Ik geef je vijf redenen waarom de Multi V2 S een excellente reismotor is, en één reden waarom hij nét niet de ultieme is.

+ Comfortabel genoeg voor de langste rijdagen

Fotograaf Gwenny en ik zijn in onze missie geslaagd. Op één dag reden we duizend kilometer langs de Opaalkust, tot aan de Eiffeltoren, en door de Champagnestreek terug naar huis. Na meer dan 14 uur in het zadel, stapte ik van de Multi zonder ook maar het minste spoor van ongemak. Geen pijnlijk achterwerk, geen geblokkeerde knieën, geen tintelende vingers of een pieptoon in m’n oren. Dat is straf.

Video: aller-retour naar Parijs | 1000 km op 24u

Maarten en Gwenny testen de reiskwaliteiten van de Multi op een blitz-trip door Frankrijk. Onderweg wordt de Ducati uitgedaagd door een Triumph Tiger Sport 660, een reisklare motor die precies de helft kost van de Italiaan.

De wind- en weersbescherming is uitmuntend. Met mijn bovengemiddelde lengte (1m91) verkies ik vaker een klein windscherm dan een groot, zeker op een hoge allroad. Liever de wind recht in m’n aangezicht, dan een halfbakken tussenoplossing met alle turbulenties van dien. Gelukkig overtreft de Multistrada op dit vlak alle verwachtingen: het hoge, met één hand verstelbare windscherm zet mijn knikker volledig uit de wind, terwijl dankzij de gestroomlijnde handkappen en spiegels ervoor zorgen dat er geen vleugje turbulentie rond mijn armen en schouders ontstaat.

De rijderspositie is typisch Multistrada, met een opvallend breed en naar achter gebogen stuur, en een relatief sportieve beenhoek. Het stuur komt de wendbaarheid absoluut ten goede, maar werkt dan weer wat tegen tijdens het filefilteren in de binnenstad. Met het zadel in de laagste stand (830 mm) was de beenhoek voor mij aan de krappe kant, maar nog niet ondragelijk. Twee centimeter extra hoogte maakte hier het verschil, en die word je gegund in de vorm van een instelbaar zadel.

+ Italiaans karakter

Toen ik de specificaties van het nieuwe 890cc-blok zag, was ik sceptisch. De V2 levert meer absolute pk’s dan het oude 11° Testastretta-blok, maar die zitten hoger in de toeren verstopt. Dat geldt ook voor het koppel, waarvan de maximale waarde trouwens zelfs wat gedaald is. Maar: de specs vertellen niet het hele verhaal, dat bewijst deze Multi nog maar eens.

Het motorblok van de Multi V2 S is in de eerste plaats karaktervol. Dat wordt duidelijk van zodra je de startknop induwt: de startmotor moet hoorbaar zwoegen om de zuigers in gang te zetten. Vervolgens word je getrakteerd op een diepe uitlaatroffel, die er absoluut mag wezen. Wie afgaat op zijn gehoor, zou denken dat deze Duc rijdt als een oude tractor. Niets is minder waar.

De V2 is verrassend soepel bij lage toeren. Per ongeluk in tweede vertrekken aan het stoplicht of de motor tot 2.000 toeren laten zakken? Aucun problème, de Multi kan ermee om. Ik denk niet dat ik datzelfde zou kunnen schrijven over de oervader van dit model, de inmiddels meer dan 20 jaar oude 1000DS.

Een reismotor die er zo karaktervol uitziet en klinkt, maar de bijbehorende nadelen thuislaat, scoort bij mij goede punten.

Ook op de snelweg voelt het blok erg verfijnd. Aan 120 km/u draait het precies 5.000 toeren. Dat gaat gepaard met een fijn geluid en karaktervolle vibes, zonder dat die enige vorm van irritatie teweegbrengen. Wanneer ik lange tijd aan hogere snelheden reed – vanaf zo’n 135 km/u – werden de trillingen echter voelbaar via de voetsteunen, met zelfs tintelende tenen tot gevolg. Weet wel dat ons testmodel zonder de rubberen inzetstukken in de voetsteunen kwam, terwijl die af fabriek wél aanwezig zijn. Een foutje van een achteloze tester voor ons – iets wat de goede score van de Multi niet mag bederven. Een reismotor die er zo karaktervol uitziet en klinkt, maar de bijbehorende nadelen thuislaat, scoort bij mij goede punten.

+ Germaanse gemoedrust

Wie bij Italiaanse motoren nog aan spaghettibedrading en kostelijke distributieriemen denkt, kan dat vooroordeel ook meteen opzijschuiven. Op een zwakke batterij na – iets wat wellicht ook aan die eerder vermelde achteloze tester te wijten is – hebben we geen enkel technisch probleem gehad. En mocht dat wel het geval zijn geweest, dan heeft Ducati een uitgekiend garantieplan klaar voor Multistrada-eigenaars, een troef die werd overgeërfd van de Duitse stiefmoeder, de Volkswagen Group. De Multistrada-modellen komen met 48 maanden garantie, met onbeperkte kilometers. Tijdens die vier jaar ben je ook gedekt door het Roadside Assistance-programma, dat transport voor de rijder en passagier, een vervangvoertuig en indien nodig zelfs een overnachting in een viersterrenhotel voorziet.

Ook niet onbelangrijk: bij de introductie van het nieuwe V2-blok koos Ducati ervoor om de desmodromische kleppen in te ruilen voor conventionele exemplaren met veren, wat tegen het zere been van de puristen was. Die moet ik gelijk geven vanuit historisch oogpunt, maar het is een feit dat kilometervreters baat hebben bij deze modernisering. Zo moeten de klepspelingen voortaan slechts elke 45.000 km gecontroleerd worden, terwijl dat vroeger nog elke 30.000 km was. Bekijk je het puur praktisch en financieel, dan begint dit Italiaans-Duitse huwelijk toch vruchten af te werpen.

Geen desmo meer, wel onderhoudsvriendelijke klepveren en variabele kleptiming.

+ Verregaande elektronische instelbaarheid, zonder te overweldigen

Met een volgetankt gewicht van zo’n 215 kilogram, 115 pk, en een koppelrijk karakter bij lage toeren, is de Multi V2 S een erg gretig totaalpakket. Zet je dit beestje in de Sport-stand met de anti-wheelie uit, dan check je best eerst of de arm der wet niet meekijkt …

De nieuwe interface, met een vijfwegschakelaar op de linker stuurhelft en een opgefrist TFT-scherm, kon me best bekoren. De mate van instelbaarheid op dit model is verregaand, maar nooit overweldigend. Om je een idee te geven: alle parameters achter de vijf rijmodi zijn instelbaar. Wie de masochistische neiging heeft om de Rain-modus op te kietelen met vol vermogen, tractiecontrole en anti-wheelie uit en ABS alleen op het voorwiel: dat is dus mogelijk.

Dankzij alle elektronica voelt de Multi V2 S als Jekyll & Hyde. Een beschaafde burger wanneer je in Urban-mode over de natte kinderkopjes van de binnenstad moet kachelen, een losgeslagen beest op een bochtige bergweg.

Wie toch op de standaardinstellingen van de ingenieurs vertrouwt, kan met een Mode-knop op de linker stuurhelft eenvoudig tussen de vooraf ingestelde rijmodi schakelen. Onafhankelijk van de rijmodus, kan ook de demping van de vering elektronisch gekozen worden. Met een knop op de rechter stuurhelft schakel je tussen de drie modi: Dynamic, Comfort en Low Grip. Af fabriek zijn die alle drie aan de zachte kant, want zelfs in Dynamic voelde de motor nog deinend aan en dook de voorvork iets te hard bij het remmen. Echter: wie bij stilstand verder in het menu duikt, kan deze drie dempingsmodi nog verder personaliseren in vijf niveaus, voor de voor- en achterveer afzonderlijk. Wie hierin zijn gading niet vindt, doet wellicht iets verkeerd.

De veervoorspanning – belangrijk voor wie met passagier en/of bagage wil rijden – wordt voor- en achteraan automatisch aangepast op basis van de aanwezige belading, of kan door de rijder zelf ingesteld worden via het menu. Een luxesnufje, maar wel een dat altijd een stabiel en voorspelbaar rijgedrag verzekert.

Samengevat: dankzij alle elektronica voelt de Multistrada V2 S als Jekyll & Hyde. Een beschaafde burger wanneer je in Urban-mode over de natte kinderkopjes van de binnenstad moet kachelen, een losgeslagen beest op een bochtige bergweg. Alleen hoef je als rijder geen magisch drankje te drinken om het beest te ontketenen: een paar eenvoudige klikken op de knop volstaan.

+ Zorgzame en zuinige reisgezel

Op onze duizend kilometer lange roadtrip zette de Multistrada een gemiddeld brandstofverbruik neer van 4,9 l/100 km. Dat is best zuinig voor zo’n grote en gretige motor en geeft hem een theoretisch rijbereik van meer dan 350 kilometer. Of het wijs is om zo’n afstand zonder tussenstop te rijden, trek ik in twijfel, maar op de Multi V2 S kán het wel – en dat is ook wat waard.

Dit is een motor die je pampert. Met een fijne zitpositie, maar ook met cruisecontrol, self-cancelling richtingaanwijzers en een foutloze quickshifter. Bovendien is alles instelbaar: de rem- en koppelingshendel, het zadel, het windscherm en dan hele resem elektronica … Is dit dan een perfecte reismotor? Neen. Nagenoeg, maar niet helemaal.

- Incomplete basisuitrusting en slordige afwerking

Niet verrassend gezien zijn stamboom: de Multistrada V2 S is geen goedkope motor. Voor de matgroene kleurvariant tel je in België 19.990 euro neer. Wie een V2 koopt weet dat die centen niet naar een hoogtechnologische radar, een meticuleus ontworpen smartphone-vakje of sleutelloze zijkoffers gaan, maar naar een karaktervol motorblok en een ontwerp vol Italiaanse flair. En toch vertoont de basisuitrusting van de Multistrada V2 S enkele opvallende hiaten, die in mijn ogen een perfecte score in de weg staan.

Handvatverwarming, bijvoorbeeld, is een optie waarvoor je € 336,84 mag neertellen. Bandendruksensoren, die je tegenwoordig op de allergoedkoopste Chinese motoren terugvindt, kosten je bij Ducati 448,67 euro. En misschien wel mijn grootste ergernis: het multimediapakket dat je bijkoopt met de S-variant, is onvolledig. Want om turn-by-turn-navigatie op de TFT te ontgrendelen, moet je nog eens € 68,01 neertellen. Natuurlijk, het kan altijd nog erger in dit tijdperk vol onzinnige abonnementen en demo-modes, maar van een reismotor in het hogere prijssegment had ik net wat meer luxe verwacht.

Ook de afwerking van de Multi V2 S laat her en der een steek vallen. Zo is de rechterzijde van de V2-motor een genot om naar te kijken, maar wordt de linkerzijde ontsierd door een wirwar van connectoren en leidingen. In het rechter zijpaneel werd een kijkraam voorzien om de koelvloeistof te controleren. Handig, maar het sluit niet naadloos aan op het plaatwerk. Ook de cover boven op de brandstoftank – die de batterij o zo makkelijk toegankelijk maakt – vertoont wat ‘panel gap’. Misschien nam de Duitse efficiëntie hier iets te vaak de bovenhand op het Italiaans design …

Conclusie

De Ducati Multistrada V2 S is een excellente reismotor, die als geen ander sportieve en directe stuureigenschappen weet te verpakken in een comfortabel pakket. Het is een utilitaire allroad, die er toch in slaagt om er niet-utilitair uit te zien. Meer nog: hij is bloedmooi, en bijzonder. Dat alleen al rechtvaardigt voor mij zijn pittige prijskaartje. Ook al zal je misschien vanbinnen ‘vaffanculo!’ roepen wanneer ze je bij de dealer laten bijbetalen voor handvatverwarming …

Ducati Multistrada V2 S
Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder viertakt
CI: 890 cc
Rijklaar gewicht: 199kg
Vanaf: € 19.590,00

 

Tekst: Maarten Van Caesbroeck

Foto's: Maarten Van Caesbroeck, Bob Van Mol

Geschreven op 30 oktober 2025
© Motoren & Toerisme