M&T: Peter-Jan, hoe is het avontuur bij Motorweek eigenlijk begonnen voor jou?
PJW: “Ik zat in m’n laatste jaar architectuur aan ST Lukas Gent, daarna zouden nog twee stagejaren volgen. Ik wilde de opleiding wel succesvol afronden en m’n diploma behalen, maar normaliter volgde voor de stage de militaire dienst en dus wiou ik voor de twee jaar stage lopen, eerst een jaartje iets anders doen. Via voormalig klasgenoot Nico Monnoye, die toen bij Meta Media werkte, kwam ik in contact met toenmalig M&T-hoofdredacteur Dirk Melkebeek. Motoren & Toerisme bestond zelf niet eens vijf jaar maar toch dacht Melkebeek al aan uitbreiding. Het jaar voordien was Italiaanse Motoren uit de grond gestampt als nevenproject. Dirk Melkebeek was zelf een Guzzi-fan en wilde de passie de Moto Guzzi en andere Aprilia’s, Cagiva’s en Ducati’s genereerden, overbrengen in een mooi blad. Tegelijkertijd was dat ook een mooi advertentieplatform voor de importeurs en dealers uit dat ‘Italiaanse segment’ van de markt. Maar de ambitie van Melkebeek stopte daar niet, hij wou ook een blad dat zich ook op sportverslaggeving richtte. Met de combinatie van die drie bladen – Motoren & Toerisme, Italiaanse Motoren en dat nieuwe blad – zouden zowel de lezers- als adverteerdersmarkt voor een groot deel afgedekt worden.”
M&T: Wat waren de concrete plannen voor dat nieuwe blad?
PJW: “In maart 1995 werd ik gebeld met de vraag of ik in april kon beginnen, maar ik moest toen nog wel m’n eindwerk (nu masterproef, nvdr) afwerken. Het blad zou een een wekelijks krantje worden en Motorweek gaan heten. Daarmee mikte Meta Media vooral op het lezerspubliek van Motorgazet. Het werd een mix van kort nieuws, tests en veel sportnieuws. Dat maakte dat m’n werk heel gevarieerd was en de leercurve heel steil. In de beginfase werd ik nog wel ondersteund door de collega’s van Motoren & Toerisme maar in juni 1995 begon ik er echt aan. Dat betekende testwerk, fotograferen, lay-outwerk, interviews, persberichten herschrijven en meer… “