In gesprek met: Michael Van Peel, minnaar van de Noordkaap

Met Nordkapp Stories (2021) scheef stand-upcomedian Michael Van Peel een boek vol beklijvende portretten van bijzondere reizigers en hun vehikels die hij ontmoette bij de Noordkaap. Benieuwd naar hoe het zijn gesprekspartners sindsdien verging, pikte Michael dit jaar de draad weer op. Hun follow-upverhalen zijn sinds kort te beluisteren in een nieuwe podcastreeks: Nordkapp Stories Revisited. Een gesprek met Michael, over de Noordkaap, reizen op twee wielen en zijn nieuwe podcast.

M&T: Vanwaar kwam het idee om een boek te maken over de Noordkaap?

Michael: “Van mijn eigen reis in 2019 herinner ik me nog goed die laatste kilometers naar de Noordkaap. Daar passeerde ik allerlei figuren: een grijze zeventiger op een oude Peugeot-koersfiets, een gast met een oldtimer die je nog met een starthendel moest opdraaien, … Toen besefte ik dat die parking van de Noordkaap een bijzondere plek is. Het is een convergentiepunt van verhalen die al maanden – soms zelfs jaren – in de maak zijn. Ik noem het in mijn boek ‘een asfalten boekenplank op het einde van de wereld’.”

“Dus ging ik een jaar later terug naar de Noordkaap om verhalen te sprokkelen. Dit keer met mijn Ducati ST3; enerzijds omdat ik minder tijd had om er te raken, maar ook omdat ik Noorwegen na die eerste keer op de Vespa ook echt eens met de motor wou doen. Het is daar zo absurd mooi dat ik er bijna kwaad van werd … achter elke bocht doemt een nog mooiere fjord op dan de vorige. Ik kreeg er cute agression van, dat gevoel wanneer je een schattige baby wil platknijpen.”

"Eenmaal aan de Noordkaap verbleef ik met fotograaf Rafael Balrak in een jeugdherberg in Honningsvåg, want dat konden we nog nét betalen. Een week lang pendelden we elke dag naar de schoonste bureau ter wereld, om er reizigers uit alle hoeken van de wereld aan te spreken op het moment dat ze aan hun terugweg begonnen. Eerst was het mijn bedoeling om die gesprekken uit te brengen in een podcast, maar toen de pandemie uitbrak had ik plots de tijd om er een mooi boek van te maken. Dat werd Nordkapp Stories."

En nu besloot je, vijf jaar later, om terug contact op te nemen met hen?

“Het idee achter de originele interviews was altijd: wie ben je wanneer je net de reis van je leven hebt gemaakt? En wat doe je daarna? Ik heb er de meest uiteenlopende mensen gesproken. Zom en Ozz bijvoorbeeld, twee kerels uit Myanmar die op BMW R nineT’s onderweg waren naar Londen. Zij raakten geïnspireerd door hun landgenote Daw Tin Tin Sein die samen met haar man dezelfde reis maakte, maar in de jaren vijftig en samen op één BSA! Voor Zom en Ozz was de Noordkaap slechts een tussenstop. Zij maakten hun reis om het westers beeld van Myanmar op te poetsen. Want dat leek altijd te draaien om miserie en dictators … maar intussen ging het daar prima, vertelden ze."

"Ook de Litouwse Vygintas was zo’n memorabel figuur: een militair reservist die arriveerde op een gammele Vespa die hij de week voordien gekocht had. Hij vertelde toen over hoe hij landgenoten ging beschermen tijdens de Maidan-protesten in Oekraïne, en over zijn start-up waarmee hij cameradrones voor cinema maakte. Straffe gast. Maar het bleef me vooral bij hoe al die reizigers best gewone mensen zijn. Geen zotten, maar doorsnee burgers die voor heel even iets zots doen – om daarna terug hun leven op te pikken. Dat bewijst dat verre reizen helemaal niet onbereikbaar zijn: je moet gewoon vertrekken."

"Toen ik de interviews begon uit te schrijven voor mijn boek, viel me op dat het een soort tijdscapsules waarin de tijdsgeest van toen is bewaard. Vandaag, vijf jaar later, ziet de wereld er helemaal anders uit: we hebben er een pandemie opzitten, de oorlogen in Oekraïne en Gaza woeden nog volop, Trump is aan z’n tweede termijn bezig. En ook Myanmar heeft het sindsdien hard te verduren gekregen. Het land is terug in een dictatuur beland, en in maart dit jaar kende het land de zwaarste aardbeving in zijn geschiedenis."

"Het leek me dus erg interessant om mijn gesprekspartners van toen terug op te zoeken. Bij de meesten ging dat vlot omdat ik hun contactgegevens genoteerd had, maar voor één lokale inwoner – Olaf, een oude man die al van kinds af met regelmaat van de klok de middernachtzon kwam bewonderen aan de Noordkaap – ben ik zelfs opnieuw naar Noorwegen gereisd. In de nieuwe podcast zal je merken dat de context van hun levens volledig omgegooid is, maar dat ze als individu verrassend weinig veranderd zijn. Vygintas maakt bijvoorbeeld geen cinemadrones meer, maar het type met granaten en raketten onder die door het Oekraïense leger gebruikt worden. Iets later liet hij me video’s zien van discotheekavonden in Kiev en Lviv. ‘Life goes on, you know’.”

Jij hebt naast de Noordkaap al flink wat afgereisd op twee wielen. Wat betekent reizen met de motor vandaag nog voor jou, en kijk je er anders naar dan in je twintiger jaren?

“Mijn eerste grote reis was naar huis. Van Italië – waar ik een Vespa had gekocht – reed ik met een hele grote omweg van zo’n 6 à 7.000 kilometer door heel Europa. Ik heb pas later beseft dat thuiskomen inherent bij het reizen hoort. Dat is paradoxaal: thuis is de plek waar je weg wil, waar je je verveelt. Maar je kan alleen maar op reis gaan als je een thuis hebt om naar terug te keren. Een nomade is niet op reis, maar altijd onderweg. Ik vond mezelf vroeger altijd een eenzaat, zo een die geen honk nodig had. Huisje, tuintje, kindje, het deed me niets. Maar vandaag heb ik de waarde van een plek om thuis te komen enorm leren appreciëren. En een thuis moet niet per se een huis zijn, maar dan vooral een plek met vrienden, familie, geliefden."

"Een Vespa is wat mij betreft het ideale reismiddel: traag genoeg om ook mentaal te kunnen vertragen, en net snel genoeg om elke dag 2 à 300 kilometer af te leggen.”

"Verder vind ik reizen met de motor en de Vespa twee heel verschillende dingen. Op een motor ben je voortdurend met de baan bezig. Je focust op een goede flow, de apex, de beste lijn … maar veel minder op de omgeving. Da’s ook waarom motorrijders af en toe eens stoppen op een bergpas – om toch even van het uitzicht te genieten. Maar begrijp me niet verkeerd: die focus is wat motorrijden leuk maakt, het is wat je in een meditatieve trance brengt. Een leuke motortrip is voor mij de bergen in, de bochten door – liefst zo weinig mogelijk rechtdoor."

"Met een Vespa ligt dat compleet anders. Je zit in een rijdende zetel. Je maximumsnelheid is 70 km/u, dus je kiest ook meer voor de routes départementales, de glooiende heuvels, de groene en blauwe pistes eigenlijk, terwijl je met de motor de rode of zwarte rijdt. Het is wat mij betreft het ideale reismiddel: traag genoeg om ook mentaal te kunnen vertragen, en net snel genoeg om elke dag 2 à 300 kilometer af te leggen.”

Je hebt het over mentaal vertragen. Is reizen op twee wielen voor jou een soort therapie?

“Absoluut. Zelfs het korte ritje naar hier deed me weer beseffen hoe plezant het is. Maar het therapeutische effect bereik je volgens mij nog sneller met de motor. Je hebt meer te doen, en dan is het makkelijker om in een ‘flow state’ te raken. Vesparijden is eerder een contemplatieve therapie, en daarvoor moet je even onderweg zijn. Het stilzitten werkt meditatief."

"Wat ik nog zo mooi vind aan motorrijden, is dat bijna alle motorrijders redelijk goed overeen komen. Dat is het grote verschil met automobilisten, voetgangers en fietsers. En weet je waarom? Wij zeggen goedendag tegen elkaar. Da’s alles. Dat kleine gebaar doet zoveel. Mensen met totaal andere meningen en totaal andere motoren … En ja, ook altijd een paar debielen, maar zelfs die wuiven goedendag. Dat korte moment dat we als mens contact maken, zorgt ervoor dat we minder alleen zijn. Het creëert menselijkheid in het verkeer, en dat kunnen we absoluut gebruiken.”

De podcast Nordkapp Stories Revisited is te beluisteren op Spotify.

 

Tekst: Maarten Van Caesbroeck

Portretten: Bob Van Mol

Reisfoto's: Michael Van Peel

Geschreven op 16 december 2025
© Motoren & Toerisme