Gelezen: ‘Jumping’ Jack’ – De biografie van Jack Middelburg

Volgende week woensdag zal het 35 jaar geleden zijn dat Jack Middelburg overleed aan de gevolgen van z’n zware crash in Tolbert. ‘Jumpin’ Jack’ Middelburg was begin jaren ’80 één van Nederlands bekendste sporters én veruit de populairste motorsporter. In ‘Jumpin’ Jack’ brengt de ervaren motorsportjournalist Natascha Kayser, Middelburgs biografie.  Het boek werd reeds in september vorig jaar uitgegeven, maar om allerlei redenen kwam het pas onlangs op m’n leeslijstje te staan.

Auteur Natascha Kayser pakte Middelburgs biografie op een ietwat andere manier aan. Ze laat namelijk mensen, die hem van dichtbij of veraf gekend hebben, getuigen over Jack. Daardoor krijg je niet echt een chronologische opbouw, maar aan het einde zie je het hele plaatje wel. Alles schuift dus mooi in mekaar.

Wat bij mij vooral blijven hangen is, is Middelburgs levenslust. Dat merk je ook op foto’s van hem, waarop hij bijna altijd lacht. Ik denk, na het lezen van deze biografie, dat het fair is om te zeggen dat Jack altijd 100% van zichzelf gaf. Tijdens het racen, tijdens het autorijden en het feesten, maar ook tijdens het werken. Want dat is het paradoxale aan Middelburgs verhaal: ondanks de internationale successen moest de Westlander zowat z’n hele carrière door blijven werken om in z’n dagelijks levensonderhoud te voorzien.    

Ook opvallend is het schril contrast tussen de racerij van toen en nu. Twee voorbeelden uit het boek omdat te illustreren. Middelburg had in 1980 – het jaar waarin hij de 500cc race van de Dutch TT won – slechts één vaste monteur: de Zeeuw Adrie van den Broecke. Middelburg was dan wel een ‘privateer’, maar toch. Nu heeft iedere MotoGP-rijder een technische crew van minimum 8 mensen rondom hem en daarnaast nog een legertje ingenieurs die in de fabriek nieuwe componenten ontwikkelen en testen.

Het tweede voorbeeld is dramatischer en heeft dan ook alles te maken met de manier waarop Middelburg om het leven is gekomen. Op 1 april 1984 stond er een race voor het Nederlands Kampioenschap op het programma op het stratencircuit van het Groningse Tolbert. Omwille van het koude weer werd de racedag geteisterd door valpartijen. De koningsklasse, de 500cc dus, stond als laatste op het programma. Omwille van de valpartijen in andere klasse kon de 500cc dus pas iets na 18u00 ’s avonds starten en dat terwijl het dan al terug gaan vriezen was.  Het hoeft geen betoog dat rijden met 500cc racemachines op stratencircuits erg gevaarlijk was, maar dat zoiets dan ook nog bij asfalttemperaturen van rond de 0° C en bovendien dan nog op koude slicks (geen bandenwarmers in die dagen) moet gebeuren… Het zou vandaag de dag gewoonweg ondenkbaar zijn.         

‘Jumpin’ Jack’ is een boek, waarin grappige momenten afgewisseld worden met vaak intrieste passages.  Maar dat maakt het nu net zo’n goede biografie. ‘Jumpin’ Jack’ mag dan ook niet ontbreken in de boekenkast van elke rechtgeaarde Nederlandstalige motorsportfan.        

Geschreven op 29 maart 2019
© Motoren & Toerisme