Te gast bij: Het HRC MXGP-team

Als je als gast van Honda Europe naar de MXGP van België in Lommel kan, moet je een ‘garage tour’ bij HRC zeker niet afslaan.

Als je de kans krijgt om de 'garage-tour' van een fabrieksteam mee te maken, dan sla je die niet af, zeker wanneer het om het HRC MXGP-team gaat. M&T-redacteur Bart was te gast bij HRC voor de GP van België in Lommel en kon op die manier ook een blik achter de schermen werpen.

 

Tekst: Bart Jacobs

Foto's: BJ en Honda News (actie)

HRC is sinds z’n ontstaan in 1982 uitgegroeid tot de meest iconische race-afdeling binnen de motorsport. HRC – of Honda Racing Corporation – is dan ook de Honda-poot, die de officiële fabrieksmachines voor zowel Motorcross, Enduro, Rallyraid als Wegrace (Moto3 en MotoGP) en Endurance ontwikkelt, bouwt en runt. De legendarische modellen, rijders en successen waarvoor HRC de afgelopen 35 jaar verantwoordelijk was, maken dat Honda’s race-afdeling weleens ‘de NASA van de motorsportwereld’ wordt genoemd.

In de hoogtijdagen van de jaren ’80 en ’90 waren de HRC-teams zelfs in Aalst, waar Honda ook een assemblagefabriek had, gevestigd. Sinds een aantal jaren zitten de teams verspreid over Europa. Het HRC MXGP-team is in Milaan gevestigd en bestaat momenteel uit drie rijders. Calvin Vlaanderen, de Zuid-Afrikaan met de Nederlandse roots, komt in de MX2-klasse uit. Tweevoudig wereldkampioen Tim Gajser is de kopman voor de MXGP-klassen en wordt bijgestaan door de Australiër Todd Waters. Waters vervangt echter de Nederlander Brian Bogers, die al een heel seizoen aan de zijkant staat met blessureleed.

HRC-kopman Tim Gajser in actie tijdens de GP van België. Foto: Honda News.

Een échte werkplaats

Marcus Pereira de Freitas, de Braziliaanse general manager van het HRC MXGP-team, leidt ons rond door de garage. In tegenstelling met de MotoGP zijn er in het WK Motorcross weinig of geen circuits met een vaste pit-infrastructuur. Maar in de voortent van één van de drie trailers van het HRC –team merk je daar weinig van. Boven onze hoofden draait een ventilator op volle toeren. Logisch want zelfs de Italiaanse HRC-teamleden zweten volop in de halfwoestijn die de Lommelse zandvlakte nu toch wel is.  De tijd dat fabrieksteam op een zeildoek, of zelfs gewoon de zandgrond van de paddock, sleutelden ligt ver achter ons. De hele werkplaats is met plastic tegels ‘bevloerd’.  Elke rijder heeft twee monteurs, die een eigen werkhoek hebben met een kanjer van een gereedschapskist annex werktafel. Zoals je dat van een prestigieus team als HRC mag verwachten is die ‘toolbox’ smetteloos schoon.

Teammanager Marcus geeft tekst en uitleg bij de HRC fabrieksmachines. Foto: Bart Jacobs

Als ex-chefmonteur van het team is Marcus uitstekend geplaatst om toelichting te geven bij de motorfietsen van het team. MX2-rijder Vlaanderen komt op een Honda CRF 250 RW uit, terwijl Gajser en Waters op een CRF 450 RW zitten. De nomenclatuur, is dus nagenoeg gelijk met die van de standaard Honda crossmotoren, maar het verschil zit ‘em in de ‘W’erachter. Die ‘W’ staat voor ‘Works’ wat in het Engels zoveel wil zeggen als ‘fabrieks’.

Op de lijn letten

Er is nogal wat fabrieks aan de machines van het HRC-team. Op het frame na, is dat eigenlijk zowat alles. De Japanse ingenieurs van HRC blijken geobsedeerd te zijn door een zo laag mogelijk gewicht. Zo zijn zowat alle bouten en moeren aan de machines in titanium uitgevoerd en wordt dat materiaal ook gebruikt voor de rem- en koppelingshendels en de voetsteunen. Die voetsteunen worden overigens op maat gemaakt en kunnen naargelang de wensen van de rijders verplaatst worden. Het komt er op neer dat de rijders voor het seizoen begint, op zoek gaan naar een optimale geometrie. Verbazing alom bij de gasten als Marcus de prijs van een paar titanium voetsteunen onthult: 5000 Euro! Nog een voorbeeld van HRC’s obsessie met gewicht: de dunne stickers. Alle stickers die op de machine kleven zijn uit ultradun stickerpapier vervaardigd. De logo’s van de sponsors en technische partners werden niet op één vel voor de spatborden gedrukt, zoals gebruikelijk bij crossmotoren, maar bestaan uit aparte stickers waardoor er flink gewicht bespaard wordt. Het komt dus ook in de Motorcross op een gram aan.

De fabrieks Honda CRF450RW van Todd Waters weegt géén gram teveel. Foto: Bart Jacobs

Edele materialen

Verder maakt HRC volop gebruik van koolstofvezel. Dat materiaal wordt vooral aangewend om andere onderdelen te beschermen. En dus vinden we het ondermeer terug als cover voor de voorste remschijf, als carterbeschermer en als kettinggeleider. Ook de benzinetank is van titanium, maar dat is geen unicum meer aangezien dat ook het geval is op Honda’s productiemodellen. De exacte inhoud van de tank blijft echter een bedrijfsgeheim, al geeft Pereira de Freitas wel toe dat er in het Lommelse zand gebruik wordt gemaakt van een groter tank dan normaal.

Crossbenzine

Wat er in de tank zit mogen we wel weten. De internationale motorsportfederatie FIM legt per discipline vereisten op voor de brandstoffen. Het Franse bedrijf ETS produceert een benzine die daar exact aan voldoet. Met 102 RON heeft de ‘crossbenzine’ van ETS heeft zelfs een hoger octaangehalte dan Avgas...  Dat moet ook wel want de HRC-machines hebben een hoog compressiegehalte. Op de motorblokken zijn de nokkenassen en cilinderkoppen volledig herwerkt door HRC zelf. De Amerikaanse afdeling van Yoshimura tekent voor de uitlaatlijnen die,  op de demper uit koolstofvezel na dan, volledig uit titanium gemaakt zijn. Die uitlaatlijn wordt niet aangepast in functie van de circuits. Hoeveel vermogen de machines juist produceren, wil HRC niet prijsgeven. Maar wanneer één van de monteurs Todd Waters’ CRF 450 RW warmdraait, klinkt die alvast zéér gezond. Marcus vertelt ons wel dat de fabrieksblokken één weekend meegaan. Dat betekent dat de motor alles bij mekaar niet ééns vier uur draait, voor het gereviseerd wordt.  

Ook Jos Vermeeren, stamvader van de gelijknamige Honda-dealer uit Wuustwezel én expert op het gebied van Honda crossmotoren, luisterde aandacht naar de uitleg van Marcus Pereira. Foto: BJ

HRC maakt in de MXGP gebruik van Showa TAC-veringen. De upside-down voorvorken zijn voorzien van het zogenaamde SFF-systeem (Separate Function Fork), waarbij één vorkpoot voor de ingaande demping zorgt en de andere voor de uitgaande demping. Opvallend daarbij is dat deze geen spiraalveren hebben, maar met lucht werken. Een aantal jaar geleden stonden deze vorken op de productiemodellen, maar het afstellen en onderhoud ervan bleek te complex te zijn voor de meeste amateurcrossers.

 

Het HRC-logo op de pastaborden in de teamhospitality lijkt een detail, maar zegt tegelijkertijd veel over de toewijding van de legendarische race-afdeling. Foto: Bart Jacobs

Ook in de Motorcross neemt elektronica een steeds belangrijkere rol in. Zo hebben de HRC-fabrieksmachines – net als de standaardmachines - launch control én hebben de rijders tijdens de wedstrijd de keuze tussen twee verschillende motorkarakteristieken. Die maps bedienen ze met een simpele drukknop aan de rechter stuurhelft. De motormaps kunnen per circuit aangepast worden.

Véél volk

Het complete HRC MXGP-team bestaat naast de drie rijders uit zes monteurs, twee veringtechnici, twee HRC-ingenieurs, een technisch manager, een consultant en een teambaas. En dan hebben we het nog niet over  de zes mensen voor de hospitality en de ‘truckies’ van het team gehad. De tijden dat fabrieksteams uit een Mercedes 508D bestelwagen opereerden zijn voorgoed voorbij.

'Big Air' voor Todd Waters over een van de tafelbergen van het Stedelijk Motorcrosscentrum, maar de Australiër zou mede door de zware combinatie van diep zand en een loden hitte, geen punten weten te scoren. Foto: Honda News.

Na de ‘Garage Tour’, mogen we aanschuiven aan het buffet van HRC’s machtige hospitality unit, die volledig bemand wordt door Italiaanse teamleden. De sfeer is dan ook hartelijk én het eten smakelijk. HRC’s MXGP-consultant Roger Harvey kent me nog ‘van ziens’ en buurt even mee over de BSB-ronde op Thruxton. Logisch want, Roger runde ook Honda-teams in het WK Superbike en Supersport én liet er oa John McGuinness op een Fireblade debuteren. Ik voel me er zo thuis in de HRC-hospitality dat ik besluit om er de eerste twee manches op de plasmaschermen te volgen. Lekker fris dankzij de airco die op volle toeren werkt, en met een Italiaanse ‘Thé’binnen handbereik. De twee laatste manches bekijk ik, uit 'eerlijke schaamte', wel langs de zijkant van het legendarische circuit. 

Grazie HRC! En eveneens bedankt aan Marjon Daggenvoorde van Honda Motor Europe Benelux Branche om dit mogelijk te maken.

Geschreven op 7 augustus 2018
© Motoren & Toerisme