Retro-racetest: Armstrong CF250

In de eerste helft van de jaren '80 nam een klein Engels motormerk het in de kwartliter GP's tegen de gevestigde waarden op. Armstrong - de voorloper van het huidige CCM - stond bekend voor wat toen nog 'scramblers' heette en bouwde daarnaast ook trialmachines en zelfs legermotoren. De constructeur uit Bolton bewees dat je geen reusachtig bedrijf moest zijn om GP-techniek ingrijpend te laten evolueren. En dat deed het met de CF250, de eerste GP-machine met een frame uit koolstofvezel. Alan Cathcart schetst kort het verhaal achter deze revolutionaire racemotor.

Tekst: Alan Cathcart

Niall McKenzie lanceerde z'n GP-carrière op de Armstrong.

Britse chassisontwerpers hebben lang een sterke reputatie gehad en dat zowel op auto- als motorgebied. Toen de door Mike Eatough ontworpen Armstrong CF250 z’n racedebuut maakte tijdens de Britse Wegrace GP van 1983 werd deze racemotor van een kleine Britse constructeur als revolutionair beschouwd.

De Armstrong had namelijk een koolstofvezel brugframe en vormde daarmee een belangrijke stap in de toepassing van ruimtevaart-materialen bij de bouw van motorfietsen. T

Dankzij de Forcella Italia voorvork en de Brembo remmen was de Armstrong een bijna voor 100% Europese motorfiets. Het weefpatroon van de strengen koolstofvezel is goed zichtbaar op de foto hiernaast. Let ook op de dubbele radiatoren. Die ietwat vreemde keuze moest voor extra koeling zorgen, zonder dat de breedte gecompromitteerd werd.

Toch was de Armstrong niet de allereerste racemachine met een chassis, in dat geval overigens een monocoque,  uit koolstofvezel.  Die eer was namelijk weggelegd voor de in Nieuw-Zeeland gebouwde TT Formula1 Suzuki waarmee Dave Hiscock eerder dat jaar in de Isle of Man TT uitkwam.

 

 

Ondanks de verwoede pogingen van verschillende rijders om de machine te 'slopen', bleek de Armstrong zowat bullet-proof te zijn.

Alan Cathcart in actie met de Armstrong CF250 op Oulton Park. Het Townsend Thoresen-spandoek op de achtergrond geeft een goede indicatie van het tijdperk (1985).

De Britse kwartlitermachine combineerde een geweldige robuustheid met een laag gewicht en dat had alles te maken met de combinatie van aluminium honingraten waartussen dan koolstofvezel werd geweven. Het origineel van deze Armstrong zette het verplichte minimumgewicht van 90 kg op de weegschaal.

Een goed zicht op het koolstofvezel frame, de expansie-uitlaten en de in samenwerking met Öhlins ontwikkelde schokbreker, die onder de koppeling en versnellingsbak hing.

Maar het gebruik van een iets zwaardere voorvork en andere componenten zou het gewicht lichtjes doen toenemen.

Zo zagen de fameuze tandemtwin motorblokken van Rotax eruit. Let op de dubbele 37 mm Dell'Orto carburatoren aan de rechtse zijde van het blok. De 249 cc tweetakt leverde 74 pk aan 12.500 opm.

Het grootste nadeel was echter het feit dat Armstrong genoodzaakt was om het tandemtwin motorblok van Rotax te gebruiken, terwijl het chassis eigenlijk ontworpen was om een gelijkaardig motorblok van eigen makelij, ontworpen door Barry Hart, te gebruiken. Maar toen Hart uit de motorindustrie stapte werd Armstrong verplicht om de Oostenrijkse krachtbron, waarvan de technologie achterhaald was, te gebruiken.

De eerder bescheiden infrastructuur van het Armstrong-fabrieksteam in de paddock van Oulton Park. Let op de milde anarchie die destijds de paddocks van Engelse - maar ook Europese - circuits kenmerkte.

Bovendien was de Rotax inzake betrouwbaarheid niet de evenknie van de V-twin blokken die Honda en Yamaha in hun kwartliterracers stopten. Niettemin slaagden Armstrong-fabrieksrijders Donnie McLeod en Niall Mackenzie erin om de Britse 250 cc en ook 350 cc kampioenschappen te domineren.

Donnie McLeod, hier in actie tijdens een test op Oulton Park, tekende in 1986 voor de absolute uitschieter van de Armstrong CF250. Op een kletsnat Spa-Francorchamps wist de Brit tweede te worden achter Sito Pons.

Naast de successen op Britse circuits boekten de Armstrongs ook af en toe mooie resultaten in de Grands Prix, met als uitschieter McLeods tweede plaats in de Belgische GP van 1986 op een kletsnat circuit van Spa-Francorchamps. Maar Armstrong zou vooral herinnerd worden als het merk waarop Niall Mackenzie tot ontbolstering kwam en dat hem toeliet om een fabriekszitje bij Honda Racing Corporation te bemachtigen.

De CF250 in de paddock van Oulton Park. De trialmachine ernaast was een ander Armstrong-product.
Geschreven op 5 mei 2023
© Motoren & Toerisme