BMW S 1000 XR vs. Suzuki GSX-S1000GX

Suzuki maakt een heuse inhaalslag op gebied van de reismotoren. Na een tijdje windstilte, kregen we nu op twee jaar tijd de sport-toerder GSX-S1000GT en de GSX-S1000GX die op hogere poten door het leven gaat. Suzuki is daarmee niet aan z’n proefstuk toe, want ze lanceerden al in 2015 de GSX-S1000F. Die moest toen voornamelijk de Kawasaki Z1000SX het leven zuur maken. Met de nieuwe GX komt Suzuki nu op het terrein waar BMW met de S 1000 XR de facto het monopolie heeft.

Het gegoochel met G, X en S moeten we er in dit artikel bijnemen. Die verwarrende nomenclatuur getuigt van weinig inlevingsvermogen van het marketingdepartement. Gelukkig is het designdepartement bij beide merken actiever en origineler. Onze beide testmodellen zien er immers patent uit, met een absolute pluim voor de snoet van de Soes. Op foto zag het er aanvankelijk wat bizar uit, maar de spitse voorzijde met de twee erg compacte vierkante ledlampen is echt uniek en geslaagd. De S 1000 XR kreeg voor de 2024-update een licht hertekende achterzijde met nieuwe zijpanelen. De voorzijde bleef ongewijzigd, en daar is niets mis mee, want de scherpe lijnvoering van z’n ‘snavel’ blijft perfect bij de tijd. Optisch lijkt de BMW ook wat hoger en slanker met een hogergeplaatste benzinetank. Het zadel van de Beemer is echter maar 5 mm hoger.

Recaro

Toch verschilt de zithouding tussen beide modellen. BMW heeft ten opzichte van de voorganger het zadel ruimer gemaakt, maar veel lichamelijk flex is er toch nog altijd niet. Het nieuwe zadel van de SX blijft nadrukkelijk gepolsterd en je kan het vergelijken met Recaro-sportzetels. Er is nog steeds weinig ruimte om te gaan verzitten en je lijf en leden worden in een erg assertieve rijhouding gedwongen.

Die houding past perfect bij het actieve rijgedrag waar deze motoren toe uitnodigen, maar bij lange afstanden is het een nadeel. Wat verschuiven kan dan opkomende zeurderigheid in spieren verlichten. De Soes, die bij ons testmodel met het comfortzadel was uitgerust, biedt meer ruimte tussen de tank en het passagierszadel. De zithouding is ook sportief-toeristisch, maar relaxter dan bij de XR.

Baas boven Baas

De vraag is natuurlijk het echte reismotoren zijn, of toch eerder comfortabele sportievelingen. Qua inborst neigen ze beiden eerder naar dat laatste. Ze zijn immers rechtstreekse nakomelingen van de sportiefste stamvaders uit de familie: de iconische Gixxer 1000 en de S 1000 RR. De motorblokken zijn dus erg gelijkaardig, al valt wel op dat BMW met 49,7 mm een veel kortere slag heeft dan de Soes met 59 mm en dus in theorie hogere toeren kan draaien. Op papier bereiken ze hun piekvermogen beiden aan 11.000 opm. en het maximale koppel aan 9.250 toeren. De BMW (170 pk – 114Nm) levert dan wel nog eens 18 pk en 8 Nm meer dan Soes. Dat zijn waanzinnige cijfers. Terwijl de Soes allerminst een pannenkoek is, doet de BMW er dus gewoon nog een hele schep bij. Het verloop van de curves is op papier eerder gelijkend, maar het surplus dat de BMW heeft, is over het hele gebied en dus zeker in de kelder voelbaar. Hij is nog net iets adembenemender, en in een rechtstreeks duel valt dat wel op. Baas boven baas dus.

Goede banen

Als je al de vierpitter-oerkracht dan toch eens kan en wil aanspreken, moet die natuurlijk nog steeds in goede banen geleid worden. Beide machines hebben daarvoor dezelfde strategie. Het design van de aluminium frames vertoont gelijkenissen en de ophanging is volledig elektronisch gestuurd, wat voor Suzuki een echte primeur is.

De sensoren, rekenkracht en prestaties van elektronische kleppen worden al maar beter en daar profiteren deze beide modellen optimaal van. Al zijn er ook hier subtiele verschillen. De Soes mikt op comfort en de vering voelt in alle standen wat zachter aan. Daarodoor heeft hij meer stuurinput nodig den de flitsende BMW. Op de Suzuki moet je gewoon nadrukkelijker de richting aangeven en is het wat harder werken op technische stukken.

Hij heeft ook meer de neiging tot (licht) deinen en duikt nadrukkelijker bij het aanremmen. De vering van de Duister verwerkt efficiënter oneffenheden en filtert bijvoorbeeld kasseien nog wat meer weg. De Suzuki kan dat uitdagende terrein ook prima aan en moet qua algemene stabiliteit zeker niet onderdoen, maar hij staat gevoelsmatig toch net een trapje lager.

Bizar

Voor de remmenwinkel zijn dat jammer genoeg een paar treden, en dat is bizar. Ze hebben beiden immers ankers van topleverancier Brembo die er erg gelijkend uitzien. De BMW heeft met 320 mm wel iets grotere schijven en standaard stalen remleidingen, maar geen radiale rempomp of andere snufjes om het verschil te maken. Toch remt de Duitser veel directer, progressiever en krachtiger. De quickshifter vertoont ook een duidelijk verschil. Bij de Suzuki is die erg soepel en moet je amper input, maar hij voelt ook wat vaag aan en je weet niet altijd zeker of je geschakeld hebt. De BMW vraagt nadrukkelijker beweging met de voet, maar de slag is wel korter en duidelijker afgelijnd. Je weet altijd precies wat er gebeurt bij schakelmomenten.   

Conclusie

Suzuki heeft met deze GSX-S1000GX een geweldige reisraket gelanceerd. Het is een goed uitgebalanceerde motorfiets die dankzij z’n voor het huis vernieuwende technologie de kloof met de concurrentie een stuk verkleint. Het is een comfortabele, erg sportieve viercilinder, die de legacy van het merk in een erg uitgebalanceerd pakket samenbrengt. Daartegenover staat de BMW die duidelijk al bijna tien jaar evolutie achter de rug heeft en steeds beter en verfijnder wordt. De voorsprong op Suzuki blijft daardoor toch wel gewaarborgd. Het blok is nog performanter en zowel het rijwielgedeelte als de bedieningsorganen voelen allemaal net iets strakker en moderner aan. Zeker bij de remmen, het elektronische veringsysteem en het infotainment is het verschil nog duidelijk. Dat is echter ook zo in het prijskaartje, want in vergelijkbare trim is de Duitser toch snel 5.000 euro duurder dan de Japanner.

Tekst: Tom Vander Sande - Foto's: Bob Van Mol

De uitgebreide versie van deze vergelijkingstest vind je in de volgende editie van Motoren & Toerisme die vanaf 6 juni in de winkel ligt.  

BMW S 1000 XR
Motor: vloeistofgekoelde viercilinder lijnmotor viertakt
CI: 999 cc
Drooggewicht: 214kg
Rijklaar gewicht: 227kg
Vanaf: € 19.770,00
Suzuki GSX-S1000GX
Motor: vloeistofgekoelde viercilinder lijnmotor viertakt
CI: 999 cc
Rijklaar gewicht: 232kg
Vanaf: € 17.599,00
Geschreven op 29 mei 2024
© Motoren & Toerisme