Tekst: Tom Vander Sande
Foto’s: Bob Van Mol
Indian lanceerde voor dit modeljaar de Challenger, met een volledig nieuw en erg krachtig blok. De gelijkenis met de Harley-Davidson Road Glide was van bij de eerste blik op de nieuweling evident, dus een rechtstreeks duel drong zich op. Maar we willen ook een stapje verder kijken. Als je toch dit soort bedragen op tafel legt en op zoek bent naar meer dan gemiddeld rijcomfort, wie moeten de Amerikanen dan vrezen?
De Gold Wing blijft in dit segment de absolute referentie en daarom mocht hij mee op pad als ijkpunt. We geven je wel al dadelijk een spoiler van formaat mee: de Japanner overklast eigenlijk op bijna alle gebieden de Amerikanen. Hij stuurt beter, remt beter, heeft een superieur motorblok en is nog goedkoper ook. In zijn hippe, matzwarte kleurstelling met bordeaux details ziet hij er zelfs patenter uit dan ooit, maar qua uitstraling komt hij niet in de buurt van de twee Amerikanen. Zo is hele cockpit van de Honda vormgegeven in smaakvol kunststof, waar niets mis mee is, maar het blijft kunststof.
Terwijl je bij de Harley en Indian uitkijkt over een prachtig vormgegeven metalen tank, een hoogstaand afgewerkte knoppenwinkel op twee machtige sturen en dashboards die allebei moderne technologie mooi weten te combineren met analoge styling. Al moet gezegd dat de Indian dat huwelijk nog iets beter geregeld heeft. Het feit dat de Challenger het doet met een bijna overdadige afwerking in chroom, speelt ook in zijn voordeel. Hij capteert de schaarse herfstzon net wat dramatischer en doet het gemoed daarmee oplichten. Al zijn er ongetwijfeld ook liefhebbers van de soberder zwarte afwerking van de blingbling op de Harley.
Die laatste scoort dan weer extra punten door de heerlijke bronzen kleurstelling, die perfect past bij het veelkleurige herfstgebladerte. Kortom, de gustibus et coloribus…
De volledige versie van deze vergelijkingstest lees je in het novembernummer van Motoren & Toerisme dat vanaf donderdag 5 november in de winkel ligt.