Het tragisch levensverhaal van een genie

De termen ‘genie’ en ‘tragedie’ worden al eens te makkelijk gebruikt. Maar dat de Nieuw-Zeelander John Britten een technisch genie was, en dat zijn overlijden een kwarteeuw geleden op amper 45 jaar een tragedie van aanzienlijke proporties was voor de motorwereld, staat buiten kijf. Britten combineerde een druk gezinsleven met twee voltijdse carrières: als commercieel vastgoedontwikkelaar en als tweewielig visionair.

 

Tekst: Alan Cathcart/CdK

Fotos: Alan Cathcart Archives

De avant-gardistische techniek van Brittens motorontwerpen vormen een nalatenschap dat hem onsterfelijk heeft gemaakt. Dat deze unieke creaties ook races over de hele wereld wonnen door gevestigde fabrikanten te verslaan, draagt alleen maar bij tot de mythe. De aanvankelijk vooral bizarre, maar later prachtige Britten-motorfietsen werden ontwikkeld in Christchurch, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland en zowat de meest afgelegen buitenpost op onze planeet, ver weg van de mainstream motorevolutie. Het maakt dat je nog meer bewondering krijgt voor Johns realisaties. De extra dosis zelfstandigheid die Kiwi’s door hun isolement ontwikkelden, resulteerde in een reeks machines die waarschijnlijk nooit ergens anders het levenslicht hadden kunnen zien. Wanneer je als Nieuw-Zeelander vroeger een Manx Norton opblies, dan repareerde je die zelf met lokale onderdelen die vaak beter werkten dan de originele. Britten zette nog een stap verder. Hij bouwde de motor van de basis terug op met behulp van radicale technieken en geavanceerde materialen, en dat alles zonder enige technische opleiding, met alleen zijn zuurverdiende ervaring in de school van het leven.

De volledige versie van dit artikel lees je in het Deluxe 'Mensen-nummer' van Motoren & Toerisme, dat vanaf donderdag 16 juli in de winkel ligt.

Geschreven op 14 juli 2020
© Motoren & Toerisme