Droomberoep op twee wielen: Motoragent Sofie Lenaerts

Elke dag op de motor kruipen, de wind door je helm en asfalt onder je wielen. Voor veel motorrijders is dat een utopie, maar voor Sofie Lenaerts is dat gewoon de dagelijkse realiteit. Als motoragente combineert ze haar passie voor tweewielers met een job vol verantwoordelijkheid. Naast haar functie als motoragente, staat Sofie voor velen bekend als het gezicht van Kijk Uit, het verkeersveiligheidsprogramma op VRT1. We spraken over haar loopbaan bij de politie, en waarom dit volgens haar het mooiste beroep ter wereld is.

Sofie Lenaerts is 49 en begon haar carrière in 1994 bij de rijkswacht. In 2001 werd ze één van de eerste vrouwelijke motoragenten in ons land en specialiseerde ze zich in ladingzekering. Sinds 2019 is ze ook het gezicht van Kijk Uit. Daarnaast is ze bekend van het avonturenprogramma De Rugzak én is ze de eerste vrouw uit de Benelux die de hoogste pieken van de zeven contintenten beklom. We gingen met haar in gesprek over haar passie voor motorrijden.

Wanneer begon jouw liefde voor motoren?

“Ik ben al sinds jongs af aan gepassioneerd door motoren. Mijn neef was invoerder van Harley-Davidson en Ducati in de Benelux. Ik droomde ervan om ooit zelf te rijden. Op mijn zestiende begon ik met een Vespa en twee Camino’s, en op mijn negentiende had ik mijn motorrijbewijs al op zak – terwijl ik nog aan mijn autorijbewijs moest beginnen. Dat zegt genoeg, toch?”

Wat betekent motorrijden voor jou naast het werk?

“Alles. Vrijheid, ontspanning, avontuur. Ik heb gereden met zowat elk type motorfiets – van een Suzuki Intruder tot een BMW F 650 GS. Ik heb op circuits gereden, maar ook verre reizen gemaakt. Motorrijden is voor mij dé perfecte combinatie van focus en vrijheid.”

Hoe ben je motoragent geworden?

“Ik werkte bij de interventiedienst in Brussel toen de politiehervorming er kwam. Ik wilde bij de federale politie blijven en de timing was ideaal om de overstap te maken naar de verkeerspolitie. Mijn hobby werd toen mijn beroep.”

Wat houdt jouw functie vandaag precies in?

“Vandaag ben ik voltijds bezig met het verkeersveiligheidsprogramma Kijk Uit, maar ik ben nog actief binnen de netwerkgroep Ladingzekering. Bij nationale controles controleer ik vrachtwagens samen met collega’s van VLABEL, Douane en de Militaire Politie. De lading, boorddocumenten, tachograaf, … alles wordt onder de loep genomen. En bij evenementen geef ik ondersteuning met motorescortes.”

Wat zijn de verschillen tussen een motorrit in uniform en een in je privéleven?

“Als motoragent ben je constant alert. Je moet het verkeer in het oog houden, overtredingen opmerken en tegelijk veilig kunnen reageren. Alles wat ik op dienst geleerd heb, neem ik mee in mijn privéleven – ook achter het stuur van een auto. Ver kijken, anticiperen en defensief rijden redt levens.”

Welk type motor gebruik je bij de politie?

“Momenteel rijden we met de BMW RT, meestal een 1200 of 1250 cc. Dat is een robuuste motor, comfortabel, goed beschermd tegen weer en wind en uitgerust met alle nodige veiligheidssystemen zoals ABS en tractiecontrole. En ook niet onbelangrijk: wisselstukken zijn makkelijk verkrijgbaar.”

Moet je een soort Valentino Rossi zijn om motoragent te worden?

“Helemaal niet. Je hoeft niet de snelste te zijn, maar wel veelzijdig. Een goede motorbeheersing, bochtentechniek en verkeersinzicht zijn cruciaal. Je moet inschatten wat andere weggebruikers gaan doen en daar snel op reageren. Dat leer je tijdens de opleiding – en in de praktijk.”

Ben je ooit gered door je motor of je vaardigheden?

“Niet letterlijk gered, maar ik ben al meerdere keren door het oog van de naald gekropen. Op een motor ben je kwetsbaar. Goede bescherming en defensief rijden zijn essentieel. Ik rij nooit zonder degelijke motorkledij – zelfs privé niet.”

Wat zijn de grootste misverstanden over het beroep?

“Veel mensen denken dat het vooral gaat om boetes uitschrijven of hard rijden. Maar de opleiding is intensief, zowel fysiek als theoretisch. Je moet de wet perfect kennen en je mentaal sterk houden in moeilijke situaties. Het is een vak waarin je elke dag bijleert.”

Wat geeft jou de meeste voldoening in je werk?

“Dat ik het verschil kan maken. Niet met boetes, maar door iemand veilig thuis te brengen. Denk aan die dronken bestuurder die je uit het verkeer haalt voor er iets gebeurt. Of een hond die op de snelweg loopt en je veilig naar zijn baasje terugbrengt.”

Blijft er een moment in je hoofd hangen waar je zegt: hiervoor doe ik het?

“Zeker. Er was een gezin op weg naar zee. Door een fractie van afleiding raakte de bestuurder de middenberm en verloor de controle. Hun kindje werd uit de wagen geslingerd en aangereden. De beelden, het verdriet van die ouders … dat laat je nooit los. Daarom blijf ik me inzetten voor verkeersveiligheid. Elk leven telt.”

Hoe ga je om met negatieve reacties of haat op sociale media?

“Moeilijk soms. Mensen vergeten dat er een mens in het uniform zit. Maar ik probeer altijd kalm te blijven en uit te leggen waarom we doen wat we doen. Respect werkt vaak ontwapenend.”

Welke eigenschappen heb je nodig als motoragent?

“Je moet snel kunnen schakelen, gebeurtenissen goed kunnen inschatten en ook onder druk blijven functioneren. Zeker bij escortes of achtervolgingen is dat cruciaal. Maar ook empathie is belangrijk. Je werkt vaak met mensen in moeilijke situaties. Dan is luisteren net zo belangrijk als optreden.”

Welk advies geef je jongeren die motoragent willen worden?

“Gewoon doen. Het is een prachtig beroep, zeker als motorrijden je passie is. De opleiding is niet makkelijk, maar geeft je alle nodige tools. En daarna blijft het boeiend – geen dag is dezelfde.”

Wat is jouw ultieme droom als motorrijder?

“Misschien ooit nog een motorreis door India of Nepal. En als geld geen rol speelde? Dan zou ik kiezen voor een enduro voor off-road reizen – een KTM Adventure, een Africa Twin of een BMW F 850 GS. Moeilijke keuze… ik ben een weegschaal 😉.”

Is motoragent zijn een droomberoep voor motorrijders?

“Ik geloof van wel. Laat ik het zo zeggen: welke andere job op een motorfiets zou dit kunnen overtreffen?”

Tekst en opmaak: Jef Cambré

Bron en foto's: Sofie Lenaerts, Federale Politie