Route: grenshoppen aan het Drielandenpunt

Door drie landen reizen met de motor? Dat kan je zelfs op een halve dag. Dit keer kozen we Valkenburg als start- en eindpunt van onze herfstige rondrit. Gelegen in het uiterste zuidoosten van Nederland, is Valkenburg aan de Geul zo’n streek waar je, nog voor je het goed beseft, na één bocht plots in een ander land staat. We nemen je mee op een micro-reis van 116 kilometer door België, Nederland en Duitsland.

Het fotogenieke Valkenburg draagt een lange en gelaagde geschiedenis met zich mee. Al in de prehistorie was hier menselijke activiteit: vuursteenmijnen, mergelgrotten en stenen gebruiksvoorwerpen getuigen van een vroege nederzetting. Veel later kwamen daar ook steenkoolmijnen bij, die het landschap en de lokale economie blijvend zouden tekenen.

De stad kreeg haar naam in de middeleeuwen. Het eerste deel, Valken, verwijst waarschijnlijk naar de middeleeuwse valkerij - de jacht met getrainde valken, een populaire bezigheid onder de adel. Het tweede deel, burg, komt van het Middelnederlandse woord voor vesting, burcht of versterkte stad. De oudste schriftelijke vermelding van Valkenburg dateert van 1014.

In de zeventiende eeuw, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, bevond Valkenburg zich midden in het oorlogsgeweld. De stad werd herhaaldelijk belegerd en verwoest, maar de Berkelpoort en Grendelpoort, samen met enkele resten van de stadsmuur en de Hoogteburcht, herinneren nog steeds aan dat roerige verleden.

Ook in de Tweede Wereldoorlog bleef Valkenburg niet onberoerd, al werd het minder zwaar getroffen dan andere delen van het land. De regio speelde een belangrijke rol voor onderduikende Joden, verzetslieden en jonge werkweigeraars. Overal in en rond de stad vind je nog herdenkingsmonumenten die stille getuigen zijn van die tijd.

Nog een leuk weetje: in Valkenburg vind je ook het oudste treinstation van Nederland. Om de welgestelde eerste toeristen van informatie en vermaak te voorzien, werd in Valkenburg in 1885 de eerste VVV van Nederland opgericht.

Iconische kuitenbijter

Valkenburg uitrijden doen we via de Cauberg, een steile heuvel welbekend bij wielerliefhebbers. Met een totale lengte van 1450 meter en een maximaal stijgingspercentage van 12%, is deze iconische kuitenbijter een vast onderdeel van de Amstel Gold Race. De eerste bochten op de Cauberg zetten de trend voor het vervolg van de rit. Vandaar loopt de route richting Maastricht en de Belgisch-Nederlandse grens, en daarmee doen we meteen het tweede land van de trip aan.

In Maastricht loopt de Maas pal door het centrum. Net daarbuiten, mondt het Albertkanaal uit in de Maas. Vanuit Maastricht loopt onze route parallel aan het riviertje de Jeker, tot aan de landsgrens in de Belgische gemeente Kanne. Vandaar komen we al snel in het bekende Ében-Émael uit, waar de afdaling naar de Maasvallei best spectaculair is. Het mooie uitzicht krijg je er gratis bij.

Onneembaar fort

Fort Ében-Émael, is een voormalig militair fort dat deel uitmaakte van de buitenste oostelijk gelegen fortengordel rond Luik. Dit uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met zeventien ondergronds verbonden bunkers, werd destijds als oninneembaar beschouwd. Toch bleek dat een verkeerde inschatting …

Op 10 mei 1940, bij het begin van de Duitse inval, landden 86 Fallschirmjäger (parachutisten) met zweefvliegtuigen op het dak van het fort. Dankzij de bliksemsnelle aard van deze verrassingsaanval en het gebruik van toen gloednieuwe holle lading-explosieven, konden de elite-eenheden op een kwartier tijd een groot deel van het geschut uitschakelen. Wat als onneembaar werd beschouwd, viel in amper vijftien minuten.

Het Drielandenpunt

Over de heuvelrug daalt de route af naar de Maasvallei. Nadat we de brug over het Albertkanaal oversteken, slingert het traject zuidwaarts tussen het kanaal en de Maas, richting de Voerstreek. Op de rechteroever van de Maas blijven we nog een korte tijd in België, om vervolgens na Moulingen de grens opnieuw over te steken en het Nederlands grondgebied te betreden, op weg naar het Drielandenpunt. Dat punt, waar België, Nederland en Duitsland elkaar raken, is trouwens niet het enige Drielandenpunt in België: er zijn er nog twee andere. Een leuk idee voor een volgende themaroute?

Hoe dichter we bij het Drielandenpunt komen, hoe drukker het wordt. Meer verkeer, meer bezoekers, en vooral: meer motorrijders. Het is dan ook een populaire en symbolische bestemming. Strikt geografisch ligt het kruispunt op het raakvlak van vier gemeenten: Blieberg en Kelmis aan Belgische zijde, Aachen aan Duitse zijde en Vaals aan Nederlandse zijde.

Hier staat de Koning Boudewijntoren, een vijftig meter hoge uitkijktoren die een indrukwekkend panorama biedt over de omgeving. Het eigenlijke drielandenpunt wordt gemarkeerd door een stenen grenspaal, geflankeerd door de drie nationale vlaggen. En iets verderop, ongeveer vijftig meter verwijderd, staat een replica van de oorspronkelijke grenspaal. Deze replica duidt niet alleen het grenspunt aan, maar markeert tegelijk ook het hoogste punt van Nederland, met zijn 322 meter boven de zeespiegel. Vanaf deze symbolische grenspaal begint overigens de nummering van de andere grenspalen.

Flirten met de Duitse grens

Vanaf het hoogste punt van Nederland dalen we af naar Vaals, om van daaruit opnieuw koers te zetten richting Valkenburg aan de Geul. Dit is meteen het ideale moment om nog één keer de grens over te steken — ditmaal naar Duitsland. De route loopt niet diep het Duitse binnenland in; de grens blijft voortdurend binnen zichtafstand. Maar toch: we rijden effectief over Duits grondgebied, en zo voltooien we een rit door drie landen op één dag.

Na een kleine zes kilometer, ter hoogte van het Duitse Orsbach, steken we opnieuw de grens over en rijden we Nederland binnen. Het gebied rondom Aken wordt beschouwd als onderdeel van de Nordeifel: niet de hoge heuvels van de diepe Eifel, maar de voorlandrug ervan. Het hoeft dan ook geen betoog dat motorrijden hier puur genieten is: sierlijke bochten, prima asfalt, glooiende heuvels. En in de herfst krijgt het geheel een extra dimensie wanneer gevallen bladeren in de spiegels dansen, opgetild door jouw slipstream.

Militaire begraafplaats

Op de weg terug naar Valkenburg komen we langs Margraten. De kerk in het dorpje dateert uit de 14de eeuw en is op zichzelf al een bezoek waard, maar het is vooral de Amerikaanse militaire begraafplaats die Margraten op de kaart heeft gezet. Het terrein werd aan de Verenigde Staten geschonken om er gesneuvelde soldaten uit de Tweede Wereldoorlog te begraven.

Oorspronkelijk was deze begraafplaats bedoeld als een tijdelijke rustplaats, omdat men tijdens het Ardennenoffensief veel slachtoffers verwachtte en hun lichamen niet op vijandelijk gebied wilde laten begraven. In totaal rusten hier vandaag 8.302 soldaten, hoewel er slechts 8.301 graven zijn - in één graf liggen twee kameraden samen. De gesneuvelden werden in uniform toevertrouwd aan de aarde: één identificatieplaatje op het lichaam, het andere bevestigd achter op het houten kruis. Documenten en persoonlijke bezittingen werden zorgvuldig bewaard in glazen potten, voor latere identificatie.

Een bezoek aan Margraten laat niemand onberoerd. Het is een plek die tot nadenken stemt: over oorlog en vrede, over macht en waan, over de prijs van vrijheid. Het herinnert ons eraan hoe fragiel vrede is, en hoe hoog de tol kan zijn wanneer rede niet langer de stem is die gehoord wordt.

Er rest ons nog een goede zeven kilometer tot aan het eindpunt, maar dat zijn zeker geen saaie kilometers. Net zoals op het merendeel van de route, is het wegdek ook hier quasi onberispelijk; het is een plezier en een genoegen om er met de motorfiets op te toeren. Geniet van de kleurrijke omgeving, van de immer vriendelijke Limburgers en uiteraard van je trouwe tweewieler.

Met dank aan Yamaha Benelux voor het uitlenen van de Yamaha Tracer 9 GT Y-AMT.

 

Tekst: Wim Depraetere

Foto's: Pieter Pacques

Geschreven op 13 november 2025
© Motoren & Toerisme