Het heeft tot net voor het vertrek hard geregend en het asfalt is koud en nat. Iedereen duikt dan ook driftig in de modi om op zoek te gaan naar de L-stand. Die laagste van drie standen biedt zowat vijftig procent van het vermogen en is ideaal om met nieuw rubber over de natte kustweg de SX te leren kennen. De zon staat laag, en door het opspattende water van de collega’s voor mij zie ik haast niets. Toch wekt de comfortabele zithouding en de dociele gasrespons een instant vertrouwen. Ik heb ooit een jaar lang het kleinere broertje de Z1000 SX getest, en er overvalt me dadelijk een gevoel van herkenning. Het stuur staat een tikje lager en de beenhoek is net wat krapper, maar het verschil is niet zo heel groot. Een blik op het dashboard maakt wel duidelijk dat ik met een andere generatie op stap ben. Het heldere TFT-scherm is zelfs met een in de ogen priemende zon perfect leesbaar, en de bediening van de vele snufjes gaat al na enkele minuten vlot. Met een simpele druk test ik even de handvatverwarming, die al snel comfortabel warm wordt. Scrollen door de waslijst aan parameters in het menu is ook eenvoudig. En dat is maar goed ook, want je vindt er heel wat meer dan in de doorsnee boordcomputer, of wat dacht je van een hellingshoekindicator, boostmeter en zelfs G-force indicator. Die informatie wordt verstrekt door de nieuwe Inertial Measurement Unit (IMU). Dit hebbedingetje van Bosch werpt amper 40 gram in de schaal, maar meet via zes parameters hoe de motorfiets zich op dat moment gedraagt. Die info maakt alle rijhulpmiddelen een stuk performanter, en verfijnder.
M is mooi compromis
We rijden in groep de imposante Vasco Da Gama brug op, en ondanks het nog steeds opspattende water zie ik voor mij een aantal collega’s snel kleiner worden. De drie vrije rijvakken smeken dan ook om een flinke dot gas. Met enkele drukken op de linker stuurhelft zet ik de SX in F-mode, maar let er wel op dat de tractiecontrole maximaal geactiveerd blijft. Ik draai aan het gas, en kan alleen maar heel eigentijds WTF! denken. De versnelling is astronomisch. In wat een nanoseconde lijkt, zie ik een twee verschijnen als eerste van de drie cijfers op de snelheidsmeter. De SX reageert als een door een wesp gestoken volbloed en ik moet even inhouden om de sensatie te verwerken. Ondertussen zie ik rondom mij iedereen om beurten even vooruit schieten en terug inhouden. Een indrukwekkend schouwspel, en de meer dan 17 kilometer van deze tweede langste brug van Europa vliegen dan ook veel te snel onder de wielen. Knallen terwijl je enkele tientallen meter boven de zee zweeft, zoiets kan je maar heel af en toe. Een magisch moment. Bij de eerste afslag dringt de realiteit echter terug door. Het asfalt is nog steeds glibberig, en de M-mode biedt dan een mooi huwelijk. Met 75 procent van de kracht voorhanden reageert de SX toch een pak docieler dan in Full power mode. De F-mode is immers zo direct op de gas dat het wat wennen is om echt soepel te rijden. Zeker als je het gas dichtdraait reageert hij wat nukkig. In de loop van de dag en met opdrogend asfalt zal ik, gewoon om de sensatie te voelen, wel af en toe naar F switchen voor langere rechte stukken. Maar na verloop van tijd laat ik hem op mooi lopende stroken vaker in M staan. Je hebt dan power genoeg en de krachtsontplooiing is perfect lineair en soepel. Het is zoals het hoort een mooi compromis. In die modus doet de H2 ook erg denken aan zijn broertje zonder drukvoeding. Het zal daarbij geen toeval zijn dat driekwart van tweehonderd ongeveer overeenkomt met het vermogen dat die Z1000 SX levert, namelijk 142 pk. De H2 SX is in ieder geval een bewijs dat de rijmodi volwassen geworden zijn. Waar ze een aantal jaren geleden eerder een marketingtrucje waren omdat je het verschil in realiteit amper merkte, zijn ze de voorbij jaren op hoogwaardige motoren echt uitgepuurd. De elektronica is zo efficiënt geworden dat ze het rijden gewoon veiliger en plezieriger maakt.