Reisverhaal: Zuid-Zweden

Het zuiden van Zweden kampt met een imagoprobleem. Het landschap zou saai en eentonig zijn, zeker vergeleken met dat van ruige buur Noorwegen. De Zweden willen dat vooroordeel ontkrachten, en de foto’s op de website van de Zweedse toeristische dienst doen watertanden. We gingen op ontdekkingstocht in dit ondergewaardeerde deel van Scandinavië, met zijn prachtige natuur, zijn typische rode huizen en … getunede Volvo’s.

 

Tekst & foto’s: Charly de Kinderen

Ik heb altijd een fascinatie gehad voor Scandinavische landen, en ik kom steeds weer onder de indruk van de weidsheid en de schitterende natuur als ik er ben. Deze keer trek ik met maar liefst drie motoren naar het noorden. Gezien de afstand van 1.100 km tot Landskrona – het startpunt van onze trip – besluit ik om een trailer te huren. Het weer is onvoorspelbaar en we willen niet uitgeregend aan deze tocht beginnen. “Zijn ze kapot?” vraagt de Deense grenswachter ons, wijzend naar de drie fonkelnieuwe reismotoren op de aanhanger. Als ik ontkennend antwoord laat hij ons met een meewarige blik door. “Pussies”, hoor ik hem mompelen. Tja, ik kan hem moeilijk ongelijk geven. In Denemarken moeten we drie bruggen oversteken om tot in Malmö te geraken. Een dure affaire: de Storebaeltsbroen-brug kost ons al veertig euro, en voor de Oresundsbron, die de grens met Zweden vormt, moeten we 130 euro neertellen voor een enkele rit, weliswaar inclusief  aanhangwagen. Nu ja, er zijn wel meer vakantielanden die op een of andere manier een centje verdienen aan de landreiziger. En je krijgt de kans om over twee indrukwekkende bouwwerken te rijden. Ook aan de Zweedse grens worden we weer aan de kant gezet door de grenswacht. De blondine die ons inspecteert is duidelijk onder de indruk van het mooie spul op onze trailer. Ze wenst ons een leuke reis, en daarmee is de vriendelijke toon gezet.

Stuga aan zee

Zweden is een gigantisch land, dat je onmogelijk in zijn geheel kan bereizen in een paar dagen, dus focussen we ons op het zuiden. Onze eerste stop is Landskrona, net boven Malmö. Veel grote steden telt Zweden niet, maar ik probeer ze wel altijd te mijden op motortrips. We vertrouwen voor onze overnachtingen op de SCR, de Zweedse campingbond. Op hun website vind je meer dan driehonderd kampeerlocaties verspreid over het land. Je kan het aanbod eenvoudig volgens je voorkeuren filteren. De campings bieden meestal de keuze uit kampeerplekken of chaletachtige huisjes, die ook wel stuga’s worden genoemd. Een stuga leek mij ideaal voor onze vijf overnachtingen, omdat we dan geen kampeergerief mee moesten nemen. Na aankomst in onze eerste stuga aan de zee, ben ik vooral aan het aftellen tot de volgende ochtend. De voorbereidingen en de tocht hebben lang genoeg geduurd, ik voel  een onweerstaanbare drang om de eerste etappe af te trappen.

De volgende ochtend miezert het, maar de eerste koffie (‘fika’ in het Zweeds, een omdraaiing van ‘kaffi’) doet wonderen. Zoals je elders in deze M&T kan lezen, zijn de Yamaha Tracer 9 GT, de Ducati Multistrada V2 S en de Honda NT1100 de tweewielers van dienst. Het bosrijke land nodigt uit om het onverharde op te zoeken, maar dat kunnen we met deze motoren beter vergeten. De route is helemaal asfaltgericht, want er zijn weinig motoren zo geschikt voor deze ondergrond als onze drie speelkameraden.

 

De volledige versie van dit reisverhaal lees je in Motoren & Toerisme 4-2022 die vanaf donderdag 14 juli in de winkel ligt.

Geschreven op 11 juli 2022
© Motoren & Toerisme