Inhoud M&T 6-2021: duodaten

Op zoek naar een nieuwe motor? Een veelheid aan testverslagen wijst je de weg. Technische eigenschappen, rijgevoel, langeduurtesten: tientallen testrijders hebben het allemaal voor je uitgezocht. Maar test iemand motoren eigenlijk ooit achterop, als bijrijder? En hoe wordt een onervaren (achter)opstapper je ideale motorpartner?

Tekst: Gaea Schoeters

Foto's: Trui Hanouille

We trommelden zeven (bij)rijders op, van alle maten en gewichten en met wis­selende rijervaring, en zochten het uit. Want als je met twee op stap gaat, wil je graag allebei gelukkig zijn. Present voor de testdag: drie rijinstructeurs met uiteenlopende beenlengte: Michele, Paul en Karel, die zijn vaste duo Elke mee­ gebracht heeft — al 22 jaar delen ze het motorzadel, sinds hun eerste Vespa. Fotografe Trui zit dan weer minder vaak achterop, maar neemt al heel haar motor­ leven ervaren en onervaren duo’s mee. Marij rijdt liever zelf, maar wil zich vandaag voor de gelegen­ heid wel eens in vervoering laten brengen. En ik ook, die zoals veel motorrijders mijn eerste paar duizend motorkilometers achterop gereden heb. Lang voor ik oud genoeg was voor een rijbewijs was ik al dol op motoren, en dus verzamelde ik vrienden met een twee­ wieler in hun garage. Grote tourbuffels, snelle racers en hoge, kleine endurootjes, ik vond het allemaal best. ’t Is met motoren niet anders dan met een lief: wat de ene meer biedt aan comfort, compenseert de andere met adrenaline.

Ook toen ik al lang zelf reed, bleef ik graag mee­ rijden — al werd ik wat selectiever in mijn keuze van chauffeurs: je vertrouwt die mensen tenslotte je leven toe. Maar van achterop zitten bij motards die beter rijden dan jij, kan je veel leren. En dus stuiterde ik achterop crossmotoren steile steenpistes af, zoefde schuiner en sneller over het circuit dan ik zelf ooit zou durven of doen en keek vanop het duozitje bewonde­ rend toe tijdens minutieus uitgevoerde trage manoeu­vres. Zelf werd ik ook ‘beter’. Want duorijden is een kunst, maar goed duozitten is dat evenzeer. Alleen leer je dat nergens. Instructeur Michele De Rese beaamt: “Rijden met passagier zit niet echt in het rijbewijs. We praten er wel over, bij het intakegesprek, en geven dan de nodige tips mee, maar in de rijopleiding focus je natuurlijk op de rijder.” Collega Karel De Bisschop vult aan: “Bij vervolgcursussen komt het wel meer aan bod. Maar ook daar is het vaak zo dat motorrijders wel met hun duo naar de cursus komen, maar dat die bij de lastiger oefeningen aan de kant staat toe te kijken, in plaats van daadwerkelijk achterop te zitten. Terwijl het net belangrijk is om die manoeuvres samen te oefenen.” Instructeur Paul Van Rompaey deelt die ervaring: “Zelf geef ik wel altijd een duidelijk lijstje do’s en don’ts mee, voor ik mensen achterop neem die geen motorervaring hebben. Anders gebeuren er soms gekke dingen, die je liever wil vermijden. Bijvoorbeeld als iemand plots besluit af te stappen terwijl jij net besloot door te rijden. Oeps.”

Samen stellen we, gebaseerd op onze ervaringen, een lijstje op van do’s & don’ts voor duo’s en voor duorijders (zie kaderstukjes). Communicatie blijkt dé sleutel tot succes. Net zoals alle andere dingen die je als (gelegenheids)koppel doet, stijldansen bijvoor­ beeld, is duorijden een kwestie van leiden en volgen, niet te veel op elkaars tenen staan en vooral van goede afspraken. Waarin je als koppel ook moet groeien: als je lang samen rijdt, werkt het na een tijdje allemaal van­ zelf. Dan worden rijder en meerijder een organisch func­tionerend geheel dat zich soepel en natuurlijk beweegt, omdat de ene van de andere zonder woorden aanvoelt wat hij of zij van plan is. Practice makes perfect. Net zoals ... welja, bij stijldansen.

De volledige do's en don'ts lees je in het novembernummer van Motoren & Toerisme. 

Geschreven op 2 november 2021
© Motoren & Toerisme