Inhoud M&T 6-2021: afscheid van the GOAT

Valentino Rossi groeide gedurende een kwarteeuw uit van ‘zoon van’ tot absoluut icoon. Hij heeft z’n naam en faam aan de MotoGP te danken, maar de sport is ook veel aan hem verschuldigd. Want vooral dankzij Rossi waren de wedstrijdweekends uitverkocht, kon de MotoGP flinke bedragen aan tv-rechten opstrijken en kreeg de motorsport ook buiten de gespecialiseerde pers weerklank. Aan de vooravond van z’n afscheid blikken we terug op een uitzonderlijke carrière.

Tekst: Bart Jacobs

Foto's: Aprilia, Ducati Media House en Yamaha Racing

Het is in 1995 als de naam Rossi voor het eerst (weer) opduikt op de sportbladzijden van motorbladen. De dan 16-jarige Valentino is de zoon van oud-GP-rijder Graziano én een talent met heel wat in z’n mars. Na een seizoen warmdraaien in het Italiaans kampioenschap met het piepkleine Sandroni, leert Rossi de stiel ook in het EK op een Aprilia RS 125. Een derde plaats in dat EK en een Italiaanse titel in de 125 cc volstaan voor merk en rijder om de stap naar de GP’s te zetten. In de tiende GP van het seizoen 1996, in Oostenrijk op de Österreichring (nu Red Bull Ring), pakt hij met een derde plaats z’n eerste podium. Later die maand boekt hij z’n eerste GP- overwinning, in het Tsjechische Brno. Uit de podiumplaatsen op die twee circuits spreekt Rossi’s voorliefde voor vloeiende circuits met hoogteverschillen. De kenners weten het dan al: van deze Rossi zullen we nog veel horen in de toekomst.

Aprilia-uithangbord

In 1997 koerst Rossi onverwijld naar de wereldtitel in de 125 cc. Van de vijftien GP’s waaraan hij deelneemt, weet hij er elf te winnen, waaronder de Dutch TT in Assen. Het begin van een lange én liefdevolle relatie tussen Rossi en het Drentse publiek. De dan 18-jarige coureur maakt aan het eind van het seizoen direct de overstap naar de kwartliters. In die 250 cc is hij één van de drie fabrieksrijders van Aprilia, naast landgenoot Loris Capirossi en Tetsuya Harada. 1998 wordt voor Rossi veel meer dan een leerjaar, want hij speelt wel degelijk een hoofdrol. Op veertien GP’s staat hij tien keer op het podium, waarvan vijfmaal als winnaar. Helaas verdwijnt hij dat seizoen ook viermaal voortijdig uit de wedstrijd, en dat gebrek aan regelmaat speelt hem parten in de titelstrijd, waarin hij tweede wordt op 23 punten van Capirossi. Toch is Rossi dan al hét gezicht van Aprilia in de GP’s en gebruikt het merk zijn jeugdige en speelse imago om onder meer z’n 50cc-scooters aan de Italiaanse jeugd te verpatsen. Na een aarzelende start in 1999 slaat de motor vanaf de GP van Spanje op het circuit van Jerez echt aan en zal Rossi negen GP’s winnen. De regelmaat is er nu wel en dat vertaalt zich aan het eind van het seizoen in de 250cc-wereldtitel. De 500 cc, dan nog de absolute koningsklasse van de wegrace, wenkt. Maar er is een probleem. Aprilia is weliswaar al sinds 1994 in de 500 cc-GP’s aanwezig, maar de RSW 500 is een tweecilinder. Het merk uit Noale zet al jarenlang op de V-twin in, omdat die dankzij het GP-reglement een Vanaf 1997 kon Rossi op de steun van de Italiaanse brouwerij Nastro Azzuro rekenen. belangrijk voordeel heeft. Droog weegt de machine 110 kg, zo’n 20 kg minder dan de viercilinders in de klasse. Het lage gewicht is natuurlijk een voordeel en resulteert ook in een hogere bochtensnelheid, maar tegelijkertijd moet de V-twin bruut vermogen missen. Het vermogensdeficit van de Aprilia ten opzichte van de Japanse viercilinders is zeker niet zomaar een detail.

Naar Honda

Overigens heeft Rossi zich dan al in de kijker gereden bij de talentscouts van Honda’s sportafdeling HRC. Tijdens de GP van Australië begin oktober gaat Rossi inhet grootste geheim ‘proefzitten’ op de officiële Repsol Honda NSR500. Het Italiaanse talent en de Japanse motorreus komen daarna snel tot een overeenkomst en Rossi krijgt de ervaren Australiër Jeremy Burgess als crewchief. Burgess blijkt een uitstekende mentor te zijn om Rossi te begeleiden bij z’n kennismaking met de meest brute generatie racemachines ooit: de 500 cc tweetakten. Tussen Rossi en Burgess klikt het en ook met de grillige NSR500 loopt het naarmate het seizoen verstrijkt beter en beter. In juli 2000 boekt Rossi op Donington Park z’n allereerste 500cc-zege, een prestatie die hij dat jaar in Valencia nog eens zal herhalen. Uiteindelijk wordt Rossi tijdens z’n ‘rookie season’ in de 500 cc knap tweede achter Kenny Roberts Jr, de zoon van ‘King’ Kenny Roberts (zie M&T juli 2020).

Het volledige verhaal lees je in het novembernummer van Motoren & Toerisme. 

Geschreven op 2 november 2021
© Motoren & Toerisme