Nederland is van oudsher een ‘groots klein motorsportland’, waar een veelvoud van motorsportdisciplines bestaansrecht hebben. En dat komt ook tot uiting als je de WK-evenementen die er voor 2024 gepland staan bekijkt.
Tekst: Bart Jacobs
Foto's: FIM/Good Shoot - David Reygondeau, BMW Motorrad Press, Honda Racing Corporation, FIMSidecarcross.com/Stijn Vanoverbeke, Husqvarna Media Library/Polarity Photo-Rob Gray, Ducati Media House, FIM/Jesper Veldhuizen
Nederland is één van de weinige West-Europese landen waar deze spectaculaire vorm van baansport ooit voet aan de grond kreeg. Dat had veel, zoniet alles te maken met Roelof Thijs, de Assense motorhandelaar naar wie ook de Internationale wedstrijd die op donderdag voor het WK-weekend eveneens in Thialf verreden wordt. Ook de locatie mag er zijn want Thialf is werkelijk dé ijstempel van Nederland en talloze malen het decor voor NK’s, EK’s, en WK’s schaatsen in alle mogelijke afstanden geweest. Maar de iconische Ijshal in Heerenveen heeft ook een motorsportgeschiedenis. Sind enkele jaren is er dus het WK Ijsrace, maar in een verder verleden werd er ook nog een ronde van het WK Supercross verreden.
De Superbikes zijn sinds 1992 vaste klant op het TT-circuit en worden er ook door het lokale kennerspubliek gesmaakt. De klassen van de WK Superbike-cyclus hebben bovendien een behoorlijk Nederlandse inbreng. Zo is er Michael van der Mark (RokiT BMW Motorrad) in de WorldSBK-klasse, Glenn van Straalen (Ten Kate Racing Yamaha) in het WK Supersport en jongens als Jeffrey Buis, Loris Veneman en Ruben Bijman in de Supersport300-klasse. Buis komt overigens als regerend wereldkampioen in die laatste klasse aan de start in Assen en geldt dus ook als thuisfavoriet.
Nederland heeft een rijke zijspancross-traditie en geen gebrek aan teams of clubs die deze bijzondere tak van de motorcross een warm hart toedragen. Het circuit van Heerde op de Veluwe is een typisch Nederlandse ‘baan’, gelegen in een bos met diep zand en behoorlijk uitdagende springschansen. Nu Etienne Bax de crosshelm in de wilgen heeft gehangen moet Nederland op zoek naar nieuwe vaandeldragers. Het wordt in Heerde waarschijnlijk uitkijken naar Koen Hermans – Ben van den Bogaart en Justin Keuben – Dion Rietman.
Het laatste weekend van juni staat in het Drenthse Assen en omstreken al 100 jaar synoniem voor de TT. En ja, dat predikaat leenden de Assenaren van de Britten. De afgelopen jaren zagen we in Assen op de racedag trouwens telkens een zo goed als ‘vol huis’ en dan hebben we het over 120.000 toeschouwers. Daarmee was de TT Assen lang het grootste eendaagse sportevenement van Nederland. Maar het Max Verstappen-effect en de daarbij behorende terugkeer van de Nederlandse GP (in Zandvoort) op de F1-kalender bracht daar verandering. Daartegenover staat wel dat er in de MotoGP nog wel spanning is en dat Assen altijd wel een verrassing van formaat oplevert in één of meerdere van de drie GP-klassen. Ook voor Vlaamse motorrijders/motorsportfans is het een absolute must om minstens éénmaal in je carrière op bedevaart te gaan naar de TT Assen, want het circuit wordt niet voor niets de kathedraal van de motorsport genoemd.
Dat Drenthe de motorsportprovincie van Nederland is, had je wellicht al begrepen. Maar Drenthe is meer dan Assen en de TT alleen. Zo wordt er in de provincie, net als in Friesland en Groningen ook aan baansport gedaan. Het accent ligt daarbij vooral op de grasbaansport, het kleinere broertje van de Speedway. In Roden, bijna op de grens met Groningen ligt de enige permanente grasbaanlocatie van Nederland en het complex is daarom ook een vaste klant op de kalender van het WK Langbaan. Met voormalig wereldkampioen Romano Hummel als vaandeldrager heeft Nederland een sterke lichting baansporters. Vorig jaar greep Hummel maar net naast de wereldtitel, als alles goed gaat kan hij dit jaar in Roden voor de titel strijden.