Op bezoek bij protectorenfabrikant D3O

Wie de evolutie van motorkleding een beetje volgt, merkt dat steeds meer merken een klein oranje labeltje toevoegen aan hun kledij. Dat duidt op de aanwezigheid van D3O-impactprotectoren. Naar goed voorbeeld van Gore-Tex, gebruikt de Britse fabrikant D3O zulke labels om uit de schaduw te treden. En terecht ook, want in die feloranje protectoren zit heel wat slimme materiaalwetenschap verscholen. Daarmee probeert D3O motorkleding niet alleen veiliger, maar ook comfortabeler te maken. Ik ging een kijkje nemen in het onderzoekscentrum van D3O in Croydon, Zuid-Londen.

De oorsprong van D3O ligt in de wintersport. Toen ingenieur Philip Green in 1999 bont en blauw thuiskwam na een zoveelste valpartij met z’n snowboard, ging hij samen met kompaan Richard Palmer op zoek naar hoe het beter kon. Hun aandacht werd getrokken door de eigenschappen van niet-newtoniaanse vloeistoffen. Dat zijn vloeistoffen waarvan de viscositeit afhangt van de snelheid waarmee de vloeistof vervormd wordt.

Philip en Richard ontwikkelden een formule met onder meer polyurethaan en polydimethylsiloxaan, waarmee ze protectoren maakten die in ruststaat zacht en flexibel zijn – bijna half-vloeibaar -, maar die bij plotse impact verharden en dus beschermend werken. Maar vanwaar die bijzondere naam? Wel, D3O was het kamernummer van het labo waarin de eerste experimenten gebeurden. Van marketing kunnen die ingenieurs toch nog wat leren …

In 2005 stelde Richard zijn nieuwe D3O-protectoren voor aan het olympisch skiteam van de Verenigde Staten, dat er het jaar nadien mee naar de Olympische Winterspelen trok. De skiërs waren laaiend enthousiast: de protectoren zaten niet alleen vele malen comfortabeler dan wat ze gewoon waren, maar dankzij het dunne profiel verbeterden ze ook nog eens de aerodynamica en dus de sportprestatie.

Waar vind je D3O?

Intussen zijn we twee decennia verder en bestaan er naast dat originele D3O-product voor de downhill-skiërs, meer dan 30 verschillende formuleringen met elk hun eigen sterktes. Door te variëren in de samenstelling krijgt het materiaal net wat meer flexibiliteit, impact-absorptie, anti-vibratie of temperatuurvastheid, en zo kan men op zoek gaan naar de optimale samenstelling voor een bepaalde toepassing. In 'The Lab' in Croydon experimenteert D3O met zulke nieuwe materialen en toepassingen.

En dat zijn er intussen heel wat, want D3O produceert vandaag meer dan alleen maar skiprotectoren. Motorkledij bijvoorbeeld, maar ook werkkledij, militaire uitrustingen, telefoonhoesjes en zelfs schoenzolen. Opvallend is ook hoe D3O in sommige domeinen gebruikt wordt om vibraties te dempen. Misschien duurt het dus niet lang meer voor we het spul ook zien opduiken in motorzadels, -voetsteunen en -handgrepen?

Voor de duidelijkheid: D3O is een B2B-bedrijf, wat betekent dat ze hun protectoren niet rechtstreeks aan de consument verkopen, maar dat ze samenwerken met motorkledingmerken. Het Belgische Richa is daar een van, maar ook Furygan, Rukka, Klim, Belstaff en vele andere gerenommeerde merken zweren intussen bij D3O-protectoren. Er wordt op verschillende manieren samengewerkt: sommige fabrikanten voorzien hun kledij met kant-en-klare protectoren in standaardmaten, anderen werken nauwer samen met D3O om oplossingen op maat te ontwikkelen.

Dilemma: comfort of bescherming?

Ons bezoek aan The Lab begint in een toonzaal, met aan de muur een waaier aan D3O-protectoren in alle vormen en maten. Als motard herken ik meteen de D3O Ghost-reeks: flinterdunne, op textiel gedrukte protectoren die, afhankelijk van de gebruikte dikte, level 1- of level 2-gekeurd zijn. Zelf gebruik in deze minimalistische protectoren al twee jaar in mijn woon-werkoutfits. Waarom? Liever onopvallende, comfortabele protectoren die ik altijd zal dragen, dan dikkere, soms irritante protectoren die me doen overwegen om toch met een ‘gewone’ jeans op de motor te stappen. Ook al bieden die dikke exemplaren betere bescherming, je moet ze daarvoor wel elke keer willen aandoen natuurlijk …

Het is precies op dat slappe koord tussen optimaal comfort en optimale bescherming dat D3O wil werken. Dat bewijzen bijvoorbeeld de nieuwe Diablo-protectoren. Die zijn luchtdoorlatend, nog geen 10 mm dik en toch level 2-gecertifieerd. Sommige D3O-producten presteren zelfs zó goed op vlak van impactprotectie, dat D3O ijvert om een nieuwe level 3-certificering door te voeren – al hebben de beleidsmakers daar momenteel weinig oren naar.

The Goop

In het midden van de toonzaal staat een badje met een feloranje vloeistof, liefkozend ‘the goop’ genoemd, die gebruikt wordt om de niet-newtoniaanse eigenschappen van het D3O-materiaal te tonen. Echter: voor Vlamingen is die demonstratie wat overbodig, want wie herinnert zich niet de aflevering van Scheire en de Schepping, waarin Lieven Scheire over een bad vol water loopt, weliswaar gemengd met maïzena? Wel: dat is precies wat dit bad ook aantoont. Voor wie er voorzichtig mee omgaat, gedraagt het feloranje goedje zich als een vloeistof, maar bij een plotse impact verandert de viscositeit en is de stof in staat om de krachten te verdelen en dus te absorberen.

Wat volgt is een rondleiding door het onderzoekcentrum van D3O. Langs het laboratorium, waar een team chemici de nieuwste formuleringen op punt zet om te voldoen aan de specifieke materiaaleisen van de ontwerpafdeling. We wandelen door de werkplaats, waar met behulp van CNC-machines mallen gemaakt worden voor prototype-protectoren. Die worden vervolgens in kleine hoeveelheden geproduceerd en getest – allemaal in ditzelfde gebouw. We passeren zelfs een kamer vol wasmachines en droogkasten, waar getest wordt of de protectoren ook bestand zijn tegen de poetsdrang van goede huisvaders en -moeders.

Getest en goedgekeurd

De volgende stop is een injectiestation, waar prototypes aan beperkte oplage geproduceerd worden voor testdoeleinden. Normaal gebeurt dat door D3O-materiaal machinaal te injecteren in een mal, maar om het schoolreisgehalte van ons bezoek nog wat op te krikken, zou medewerker Alex vandaag eigenhandig de componenten mengen, in de mal gieten, laten uitharden en uit de mal verwijderen. Het lijkt banaal, maar blijkbaar is deze prototypingstap al erg belangrijk voor het optimaliseren van het productieproces. Stel dat de ontwerpafdeling een erg complexe vorm ontwerpt, dan kan het wel eens dat het uiteindelijke product erg lastig is om uit de mal te verwijderen. Alex zal dat dan als eerste ondervinden, en zijn feedback werkt dan als een buffer tussen de ontwerpafdeling en de grote fabriek.

Tot slot bezoeken we de testruimte, waar de impactbescherming volgens de EN-standaarden getest wordt. Een valproefopstelling laat een gewicht vanop een bepaalde hoogte op de protector vallen, terwijl een krachtsensor de doorgegeven kracht aan de andere kant meet. Niet alleen het perfecte midden van de protector wordt getest, maar – zoals de EN-standaarden dat voorschrijven – ook een aantal extra plekken rondom de protector. Hier worden naast de impactbescherming ook nog andere materiaaleigenschappen getest, zoals de scheurweerstand, en dankzij ovens en vriezers gebeurt dat allemaal zelfs aan verschillende temperaturen. Knap!

Rijden met Richa

Hoe sluit je een rondleiding met motorjournalisten gepast af? Door een rondje te gaan rijden in kledij met D3O-protectoren natuurlijk. Als de enige Belg op deze trip, werd ik aangekleed door het Belgische Richa. Die voorzagen me voor de gelegenheid van een jas (Gotham 3 WP), een jeansbroek (Ragnar) en sneakers (Lewis WP) – allen op een of andere manier voorzien van D3O. Een kleine review is wel op z’n plaats.

De Gotham 3 WP is een sportieve textieljas die niet zou misstaan op een roadster of een racer. Met een no-nonsense uiterlijk en dito functionaliteit voelt het als een prima keuze voor wie vooral in de stad rijdt of korte toertochten maakt. De sobere opbouw betekent dat het jasje licht, comfortabel en soepel zit, maar ook slechts een A-rating meekrijgt. Een uitneembare thermovoering maakt de jas geschikt voor koudere lente- en herfstdagen en een ingenaaide regenvoering houdt de drup buiten. Een echte do-it-all vierseizoensjas is het niet, maar daar betaal je ook niet voor. De Gotham 3 WP werd geleverd met D3O T5 level 1-protectoren op de schouders en ellebogen: niet de nieuwste noch de dunste soort D3O-protectoren. Dat betekent dat je de pads wel voelt zitten, maar gelukkig is er van vervelende drukpunten geen sprake. Perfect comfortabel voor een hele dag in het zadel!

De Ragnar is een mooi aanpassende motorjeans, die ondanks de strakkere fit erg aangenaam aanvoelt. De Ragnar is opgebouwd uit één laag, een mix van katoen, polyester, nylon en elastaan, en dat verhoogt het draagcomfort aanzienlijk tegenover een tweelaagsjeans (met bv. een kevlar- of cordura-liner). Maar is deze jeans dan nog veilig? Absoluut. Dankzij een bijzondere weefmethode, versterkte naden en D3O Ghost-protectoren op de knieën en heupen weet de Ragnar een AAA-rating te scoren. Echt bijzonder!

Het laatste vleugje D3O zit verstopt in de Richa Lewis WP sneakers, die je enkels beschermen met D3O-pucks. Je kan de bescherming van motorsneakers altijd in twijfel trekken als je ze vergelijkt met hogere laarzen, ze beschermen immers een veel kleinere oppervlakte, maar het draagcomfort van de Lewis-sneakers kan ik wel volmondig beamen. De Lewis-sneakers zitten comfortabeler dan sommige gewone sneakers uit mijn kleerkast, en ze zien er ook erg neutraal uit. Toegegeven, ik kan ze de laatste maanden moeilijk aan de kant laten staan: het is mijn favoriete schoen geworden voor alledaagse motorritten. Eén negatief puntje: de eerste paar regenbuien kwam er wat kleurstof van het leer af, maar na opdrogen was er gelukkig geen enkele verkleuring vast te stellen. En mijn voeten? Altijd kurkdroog.

Conclusie

D3O is lang niet de enige fabrikant van impactprotectoren, denk maar aan het Duitse SAS-TEC, het Britse Knox of het Nederlandse REV’IT. Maar waar D3O zich in onderscheidt, is de doordachte combinatie van hoog draagcomfort en hoge veiligheidseisen. Een rondleiding als deze biedt geen mogelijkheid om die veiligheid zélf te testen (en daar is mijn lijf ook dankbaar om), maar gelukkig kunnen we daarvoor vertrouwen op Europese standaarden en plichtsbewuste fabrikanten.

Veilige motorkledij kiezen? Dat doe je zo!

Een A-, AA- of AAA-rating? En wat is klasse B en C dan? En was level 1 nu beter of slechter dan level 2? Wij zetten het A-B-C van motorkledij kiezen voor jou op een rijtje.

Er verschijnt de laatste jaren steeds meer casual motorkledij op de markt, waaraan je op het eerste gezicht de beschermende kwaliteiten niet kan aflezen. Dat fabrikanten als D3O hun uiterste best doen om protectoren te ontwerpen die deze trends volgen en ons terwijl even veilig houden, stemt me uiterst gelukkig. Want hoe minder opzichtig motorkledij eruitziet en hoe beter ze zit, hoe groter de kans dat rijders ze ook effectief zullen dragen.

Tekst: Maarten Van Caesbroeck

Foto’s: D3O

Geschreven op 19 september 2025
© Motoren & Toerisme