Sinds deze zomer vind je de historische Italiaanse merknaam Morbidelli terug in onze showrooms. Niet op de badges van stoffige GP-machines uit de seventies, maar op gloednieuwe allroads en cruisers. Hoofdredacteur Maarten reed een weekje rond op de Morbidelli T1002VX, een forse allroad met een 997cc v-twin.
Ze zijn bijna niet meer op één hand te tellen, die Italiaanse motormerken die een tweede leven krijgen onder Chinees bewind. Daartoe behoort nu ook Morbidelli, dat motoren ontwikkelt en vermarkt vanuit het Italiaanse Pesaro, maar ze laat bouwen in China. Ik weet intussen dat made in China al lang niet meer synoniem staat voor gebrekkige bouwkwaliteit, kijk maar naar wat CFMOTO de laatste jaren realiseert. Ik vertrok dan ook vol goesting naar Moteo in Kontich, de importeur van o.a. Suzuki, Benelli en nu dus ook Morbidelli. Want als je mij met één type motor kan verleiden, dan is het wel een allroad met een dikke v-twin. Avanti!
Wanneer de T1002VX naar buiten gerold wordt, valt meteen op hoe volwassen hij oogt. Het is een joekel van een motor, die dankzij de uitgesproken ledsignatuur en rode accenten ook verrassend Italiaans en agressief oogt. In het uiterlijk is misschien een zweem van de Ducati Multistrada te bespeuren, maar de Morbidelli oogt niet als een samenraapsel uit de afprijsbak van andere fabrikanten – zoals dat bij andere Chinese merken soms wel het geval is.
De T1002VX is algeheel netjes en smaakvol afgewerkt, al vraag ik me af hoelang hij er zo zal blijven uitzien. Na enkele dagen testen begon de wielsticker namelijk al wat los te komen op mijn testmodel, met amper duizend kilometer op de klok. Ook de plastic cover van het frame vertoonde al schuurplekken ter hoogte van mijn schakelvoet. Niet perfect dus, maar gelukkig zijn zulke verfraaiingen ook makkelijk te vervangen.
Bij het bestijgen van de T1002VX word ik meteen geconfronteerd met imposante formaten. Het zadel is opvallend ruim en comfortabel – zowel voor rijder als passagier – en de reikwijdte van het zadel tot het (brede) stuur is opvallend groot. Gooi nog een aangename kniehoek in die mix, en plaatsnemen op deze Morbidelli voelt net als de zetel inploffen na een lange werkdag.
Om die vergelijking met een zetel nog even door te trekken: de Morbidelli in een garagebox manoeuvreren heeft wel wat weg van een zetel verhuizen, want met een rijklaar gewicht van 265 kilogram – zonder de bijgeleverde kofferset – is dit een opvallend zware jongen. Gelukkig zijn mijn voeten nooit ver van de grond verwijderd dankzij de gematigde zithoogte van 820 mm – lager dan bijvoorbeeld de BMW R 1300 GS.
Met een tik op de startknop wek ik de 997cc v-twin tot leven, die meteen trakteert met een diepe, rauwe uitlaatroffel. Deze 90° v-twin met enkele bovenliggende nokkenassen is wat mij betreft dé USP van dit model. Het is een verfrissende noot in een motorlandschap vol tweecilinders-in-lijn, wat schijnbaar ook de favoriete configuratie is in het toeringgamma van andere Chinese fabrikanten.
Ondanks zijn aanzienlijke cilinderinhoud levert de Morbidelli (op papier) een piekvermogen van 88,5 pk bij 7.750 opm en 89 Nm bij 5.250 opm. Van zodra ik vertrek valt vooral de soepelheid van deze twin op, niet het vermogen. Deze v-twin bokt niet bij lage toeren en trekt lineair doorheen zijn toerenbereik – in de Sport-modus althans. Opvallend is ook hoe weinig motorrem deze twin genereert. Wie overstapt van een Ducati of een KTM, schrikt daar wellicht even van aan het eerste stoplicht.
Hoewel de v-twin met zijn soepel karakter en aanstootgevende soundtrack wel een leuke gimmick is, weet hij mij gedurende de testweek geen enkele keer echt van mijn sokken te blazen. Hoewel 88 pk ruimschoots genoeg zou moeten zijn voor onze wegen, levert de Morbidelli die niet op een opwindende manier. Alle power komt tussen 4.000 en 6.000 toeren, en op amper 7.000 toeren raakt de motor al een zachte limiter.
Aan een cruisesnelheid van 120 km/u draait de motor al 5.000 toeren, met nog weinig marge om echt door te trekken. Aan die toerental zijn er ook aanzienlijke vibes voelbaar. Nog niet de soort die trillende handen oplevert, maar wel genoeg om het zicht in de spiegels aardig te verstoren. Boven 130 km/u voelt het voorwiel ook best zweverig. Dat kan aan het noppenprofiel van de banden liggen, of het feit dat de Morbidelli zo relaxt zit dat je gewicht eerder achteraan de motor zit. Tot slot probeerde ik ook de topsnelheid te raken (op de Duitse autobahn natuurlijk) en die lag verrassend genoeg 30 km/u onder de claim op Morbidelli’s website. Ondanks zijn comfortabele houding en het grote motorblok, zou ik met deze Morbidelli liever over B-wegen kachelen.
In de rijkelijke uitrusting van de T1002VX zitten ook fijne elektronische snufjes, ware het niet dat Morbidelli de bal volledig misslaat qua bediening. De elektronisch gestuurde gaskleppen maken vier rijmodi mogelijk: Street, Sport, Off-road en Rainy Days. Van rijmodus wisselen kan echter enkel in stilstand, en zelfs dan is het niet bepaald eenvoudig. Je moet het menu induiken, meerdere keren klikken én vervolgens nog eens bevestigen. Wil je over het volle vermogen beschikken, dan kan dat enkel in Sport-modus – maar daarin wordt de tractiecontrole automatisch uitgeschakeld. Omdat de beste gasrespons verscholen zit in de Sport-modus en het overschakelen naar andere modi zo’n wirwar is, gaf ik er al gauw de brui aan. Ook de cruisecontrole is nogal onhandig: die kan je slechts inschakelen tot een maximum van 120 km/u. Alle elektronische ingrediënten zijn dus wel aanwezig, maar het samenspel loopt volledig verkeerd. Een onvolkomenheid, maar wel een die Morbidelli probeert op te lossen voor volgend modeljaar, klinkt het bij Moteo.
Een dag nadien geef ik de Morbidelli nog een kans: vandaag geen stadsverkeer tijdens de spits of snelwegen, maar een avondje cruisen door de Antwerpse Kempen. Ik besluit om de elektronica volledig links te laten liggen, wat tragere wegen op te zoeken en gewoon te genieten van deze unieke en comfortabele motor. En het moet gezegd zijnde: in die context is de Morbidelli prima te pruimen.
Flitsend is het stuurgedrag niet te noemen, maar wel uiterst voorspelbaar en stabiel. Ook het gewicht is in deze context geen storende factor, zolang je geen lastige manoeuvres moet doen. De instelbare KYB-vering complementeert het zorgeloze stuurkarakter goed en de J.Juan-remmen geven veel feedback. Ook de contactpunten voelen verrassend premium aan: een instelbare remhendel, dito (hydraulische!) koppelingshendel, een handig verstelbaar windscherm, een nette TFT-display met verlichte knoppenclusters en goed werkende zadel- en handvatverwarming … het zijn stuk voor stuk luxesnufjes die je eerder zelden tegenkomt in deze prijsklasse. Ik geniet ook danig van de versnellingsbak: het lineaire karakter van de hydraulische koppeling, het goed voelbare schakelmoment en de slipkoppeling spelen goed samen.
Het is in deze setting dat de Morbidelli mij nog aangenaam weet te verrassen: open boerenwegen met veel bochten en snelheden tot max. 100 km/u zijn het ideale speelterrein. Wie daar zelfs eens een vlak gravelweggetje wil bijnemen, komt er met een glimlach vanaf – maar voor echt ruige offroad voelt deze Morbidelli simpelweg te lomp en onhandig. Het lijkt wel alsof Morbidelli eigenhandig een nieuwe categorie in het leven heeft geroepen: de adventure cruiser.
Als het eerste kind van het wedergeboren Morbidelli zet de T1002VX een scherpe propositie in de markt. Je haalt hem voor 10.599 euro al in huis, en dat is inclusief een driedelige – mooi afgewerkte - aluminium kofferset. Wie prijs-kwaliteit uitrekent in kilo per euro, doet met deze Morbidelli dus een goede deal. De royale proporties maken deze motor enorm comfortabel, maar je moet er een aanzienlijk totaalgewicht bijnemen dat zowel de prestaties beïnvloedt, alsook je vertrouwen in het drukke stadsverkeer.
De eigenzinnige v-twin is soepel, amusant en klinkt goed, maar wie KTM- of Ducati-esque prestaties verwacht had, is eraan voor de moeite. Het vermogen is ruim voldoende om mee te kunnen in het Belgische verkeer, maar minder opwindend dan de specsheet doet vermoeden.
Om echt competitief te zijn in het allroadsegment heeft Morbidelli nog een lange weg af te leggen. Maar wie in deze prijscategorie een polyvalente, comfortabele en ruig uitziende motor zoekt met een échte v-twin, die heeft nu eenmaal niet veel opties meer. Met spijt in het hart brengt me dat terug bij tweecilinders-in-lijn. Want wie wel kan leven met deze veelvoorkomende motorconfiguratie, vindt bij de Japanners een aantal motoren die minstens even polyvalent zijn als deze Morbidelli, maar vele kilo’s minder wegen, sneller sturen en voorzien zijn van meer doordachte elektronica. Denk maar aan de Yamaha Tracer 7 GT of de Honda XL750 Transalp. Die zijn niet veel duurder, weet je wel …
Tekst: Maarten Van Caesbroeck
Foto's: Maarten Van Caesbroeck & Bob Van Mol