Interview: Guido's waanzinnige Goldwing-zijspanavontuur

Een soloreis van België naar Senegal, door de Sahara, met een Honda GL 1800 Gold Wing en zijspan. Zot? Misschien, maar Guido Broux deed het gewoon. Wij spraken de man die elke grenswachter met open mond achterliet en ontdekten hoe een zijspan je ticket naar avontuur wordt.

Laten we meteen met de deur in huis vallen: waarom in hemelsnaam een Goldwing met zijspan voor zo’n avontuur?

Guido: "Ik dacht: als ik toch zot doe, dan helemaal. Anders was ik gewoon de zoveelste GS-rijder geweest. Ik rijd al jaren met een Honda Goldwing 1800. Het is een betrouwbare machine die ik door en door ken. Bovendien geeft een zijspan je extra bagageruimte en stabiliteit. En je hebt overal veel bekijks. Bij een grenspost in Marokko hebben de douaniers twintig minuten staan discussiëren of het nu een auto of een moto was, of het één stuk was of twee stukken, en waar dan de papieren voor het tweede stuk waren. In Senegal stond ik eens te tanken en binnen de minuut had ik een hele groep rond me. “Het is een auto! Nee, het is een moto! Het is allebei!” Iedereen lachte en maakte selfies … Daar reis je voor, hè."

De eindbestemming Dakar was voor jou niet zomaar een naam op de kaart, neem ik aan?

Guido: "Absoluut niet. Ik ben opgegroeid met die mythische rally. De beelden van motoren die door het zand ploegden bleven me altijd bij. De rally was in die tijd nog het ultieme avontuur, en voor veel motorrijders een droom. Dat ik daar nu zelf zou staan, was toch speciaal. Mijn reis had niets te maken met snelheid of competitie, Dakar bereiken met mijn Goldwing en zijspan voelde als een persoonlijke overwinning. Het blijft een legendarische plek voor motards."

Hoe zag je route er precies uit?

Guido: "Ik ben vertrokken vanuit België en via Frankrijk en Spanje naar Marokko gereden. Daar heb ik de oversteek gemaakt en ben ik de Atlantische kust beginnen volgen, langs plekken zoals Lagzira, waar ik de beroemde rotsbogen wou zien. In Guelmim bezocht ik de kamelenmarkt, ooit de grootste van heel Noord-Afrika. Mijn route ging steeds verder zuidwaarts door de Westelijke Sahara, tot helemaal beneden in Marokko. In Mauritanië werd alles meteen een stuk minder ontwikkeld. Ik passeerde door de woestijn en zag de beroemde ijzerertstrein van meer dan twee kilometer lang. Van daaruit ben ik richting Senegal gereden, maar niet rechtstreeks naar Dakar. Eerst ben ik diep het binnenland ingereden, richting de grens met Mali. Daar reed ik lange, hete trajecten. Pas daarna ben ik teruggekeerd richting de kust, om via Saint-Louis verder af te zakken naar Dakar. Na Senegal ben ik naar Gambia gegaan voor een korte stop, om daarna weer naar Senegal en terug naar Dakar te rijden. Terug volgde deed ik grotendeels dezelfde route, maar met een paar omwegen. Soms omdat ik een tip kreeg van een andere reiziger, soms omdat een bepaalde plek mij aantrok. In totaal was de reis goed voor meer dan 15.000 kilometer, over alles: van perfect asfalt tot pistes die eigenlijk niet geschikt waren voor een Goldwing."

Hoe deed die Goldwing het eigenlijk op zo’n wegen?

Guido: "Boven verwachting. Maar ik heb haar wel serieus laten afzien. Op het asfalt is een Goldwing natuurlijk in haar element: supersmooth, net een rijdend salon. Maar als je van de baan af gaat wordt het soms vloeken. In Mauritanië moest over een beruchte piste naar de grens met Senegal. Ik had de keuze tussen twee grensovergangen: Rosso of Diama. Beide opties waren verre van ideaal. Rosso is een corrupte bende, waar iedereen me voor gewaarschuwd had: fixers die je vastklampen en ambtenaren die extra ‘administratiekosten’ verzinnen. Dat zag ik niet zitten. Diama is rustiger, maar de weg ernaartoe was een marteling. Vier uur lang reed ik over een piste vol stenen en mul zand. Het zijspan bonkte tegen alles wat los en vast zat, stof en zand kropen overal in. Af en toe moest ik stoppen omdat de motor te heet werd. Ik heb met mijn helm op tegen mezelf staan roepen. Maar beter vloeken in het stof dan vastzitten in een corrupte grenspost."

"Op het asfalt is een Goldwing natuurlijk in haar element: supersmooth, net een rijdend salon. Maar als je van de baan af gaat wordt het soms vloeken."

Waren er momenten waarop je dacht: "wat doe ik hier in godsnaam?”

Guido: "Meermaals. Bijvoorbeeld toen ik in Marokko op een verlaten baan in de buurt van Guelmim in een zandstorm terechtkwam. Ik zag de verte een roodbruine muur. ‘Wat mooi’ dacht ik. Een kwartier later zat ik er middenin. Alles verdween in een dikke, oranje waas. De wind rukte aan de moto en het zand prikte als naalden in mijn gezicht. Ik reed stapvoets verder, want als je stilvalt word je gewoon ingegraven. Uiteindelijk ben ik ergens in een dorpje geraakt en heb ik daar gewacht tot de storm was gaan liggen. Het zand kruipt echt overal in: je kleren, je bagage, je oren… Dagen later kwam ik het nog tegen."

Wat waren de grote verschillen tussen Senegal en Mauritanië enerzijds, en Marokko anderzijds?

Guido: "Marokko is relatief luxe: je hebt er goeie wegen, campings, hotels, tankstations … Zelfs als je richting de woestijn rijdt, zijn er overal voorzieningen. Mauritanië is een ander verhaal. Er is minder infrastructuur, je rijdt langere afstanden zonder iets tegen te komen. Tankstations zijn soms niet meer dan een houten tafel langs de weg met een paar plastieken waterflessen met benzine erop. Die staan daar gewoon in de volle zon. Oei, oei, mijn arme motor, dacht ik dan.
In Senegal heb een rit van 500 kilometer gedaan bij 40 graden, en dat hakt erin. De warmte sloopt je. Op een Goldwing krijg je bijna geen rijwind met die grote kuip voor je, je zit gewoon in een bakoven. De wegen waren er wel beter dan ik verwacht had. Maar de overgang van Mauritanië naar Senegal was pas echt een cultuurshock. Van eindeloze, stille vlaktes naar een drukte van jewelste, met overal mensen en overal leven."

Wat was voor jou een hoogtepunt?

Guido: "Een van de strafste momenten was overnachten in de Sahara. We waren met een groepje in Mauritanië en zetten onze tenten op midden in de woestijn. Geen licht, geen geluid, pure duisternis. Je ziet de Melkweg zoals je ze nog nooit zag. En als de maan opkomt is het net of iemand een gigantische schakelaar omzet. Het ene moment is het pikdonker, het volgende moment baadt alles in een zacht zilverlicht. Daar zit je dan, in de leegte, beseffend hoe klein je eigenlijk bent. Dat vergeet ik nooit meer."

Zou je het opnieuw doen?

Guido: "Direct. Maar misschien wel via een andere route. Senegal was fantastisch, maar eens je daar bent, moet je bijna dezelfde weg terug. Ik zou nu misschien langs de westkust van Afrika verder rijden tot in Ghana. Gewoon opnieuw met de Goldwing en zijspan. Niemand doet het je na."

Guido's Honda GL 1800 Gold Wing met EML-zijspan

 

Guido beleefde zijn avontuur met een Honda GL 1800 Gold Wing, een toerbuffel die sinds 2001 wordt geproduceerd. Onder de massieve kuip schuilt een 1.832 cc zescilinder boxermotor, geroemd om zijn zijdezachte loop en betrouwbaarheid. De motor was volledig standaard op één kleine modificatie na: Guido had van de twee kleine zijpanelen verwijderd om de koeling van de motor te verbeteren, wat vooral in de verzengende hitte van Mauritanië en Senegal een verstandige keuze bleek.
Het EML-zijspan, geproduceerd door de Nederlandse firma EML, is specifiek ontworpen voor zware toerfietsen zoals de Goldwing en behoudt de rijeigenschappen zo veel mogelijk, zelfs op slechtere wegen. Bovendien was er in het zijspan een extra benzinetank geïntegreerd, wat Guido’s actieradius aanzienlijk vergrootte – een absolute meerwaarde in de eindeloze leegte van de Sahara. Ondanks de zware belasting en de soms erbarmelijke pistes bleef de Goldwing verbazend goed presteren, zonder mechanische problemen.

 

Geschreven op 25 juni 2025
© Motoren & Toerisme