De wereld maakte voor het eerst kennis met het fenomeen 'chopper' in de legendarische film Easy Rider, uit 1969. In het daaropvolgend decennium won de chopper zienderogen aan populariteit, niet alleen in de VS maar ook elders in de wereld. Omdat niet iedereen de mechanische capaciteiten had om een Harley, een Honda CB750 of een andere Japanse viercilinder tot chopper om te bouwen, kwamen de Japanse merken vanaf de jaren 80 met kant-en-klare customs.
Daarvoor haalden de Japanse fabrikanten de mosterd in het land van Uncle Sam, meer bepaald bij de Harley-Davidson Sportster. Ze keken naar diens goedmoedige V-twin motorblok, dat toch een mooi uitlaatgeluid had en het lage zadel dat de motorfietsen ook voor vrouwen aantrekkelijk maakte. Anders dan Harley hanteerden de Japanners geen cilinderinhoud van 883 cc voor hun V-twins, maar bleven ze allemaal omtrent de 750 cc, een formaat dat ze ook op andere motorfietsen gebruikten.
Toen de Japanse customs eind jaren 80 massaal nabij zomerse terrassen geparkeerd werden (na een 'rondje rond de kerktoren') haalden doorgewinterde toerrijders en sportieve motorrijders weleens de neus op voor die 'eenheidsworst'. Iets wat motorhandelaren zeker niet deden. De meest gewiekste onder hen importeerden immers zeecontainers vol jonge tweedehandse exemplaren van deze motorfietsen uit de VS.